In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
8. Een kwetsbare planeet
Aardrijkskunde
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Introductie hoofdstuk 8
Lezen Start
Maken vraag 1 & 2
Start 8.1
Maken vraag 1 & 2 van 8.1
Slide 2 - Tekstslide
Stel je voor...
Je bent een alien en je landt met je ruimteschip op de planeet Aarde. Je neemt de tijd om deze plek te bestuderen.
Deze planeet en de mensen heb je nog nooit gezien!
Slide 3 - Tekstslide
Wat valt je dan op?
Slide 4 - Woordweb
Door de ogen van Andre...
Nederlandse astronaut André Kuipers
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Hoofdvraag en deelvragen
Hoofvraag:
Is duurzaam gebruik van de aarde mogelijk als je kijkt naar de bevolking, voedsel, water en energie?
Deelvragen:
Welke factoren zijn nodig om duurzaam te leven op aarde?
Is duurzaam gebruik van de aarde mogelijk bij een snelle groei van de wereldbevolking?
Hoe zorg je op een duurzame manier voor voldoende voedsel?
Hoe zorg je voor een duurzamer gebruik van zoet water, zodat er voldoende is voor iedereen?
Heeft in 2030 iedereen toegang tot betaalbare en duurzame energie?
Slide 7 - Tekstslide
Een duurzame aarde?
De aarde is heel kwetsbaar...
Andre Kuipers zegt dat we duurzaam moeten omgaan met de aarde.
Maar wat is duurzaamheid eigenlijk?
Slide 8 - Tekstslide
Duurzaamheid
Slide 9 - Woordweb
Aan de slag
Lees Start van hoofdstuk 8
Maak de opdrachten van Start
Slide 10 - Tekstslide
Lesdoelen
Na de les kan ik...
De 5 factoren die leven op aarde mogelijk maken opnoemen
Waardoor leven op aarde mogelijk is?
Wat zijn de bedreigingen voor onze aarde?
Wat kunnen we doen?
Kan ik uitleggen waarom Noord-Amerika een grotere ecologische voetdruk heeft dan Afrika
Kan ik kritisch nadenken over hoe ik mijn eigen ecologische voetafdruk zou kunnen verminderen.
Slide 11 - Tekstslide
Hoe is leven op aarde mogelijk?
!
Slide 12 - Tekstslide
Hoe is leven op aarde mogelijk?
Factor 1: Temperatuur - perfecte afstand tot de zon
Factor 2 dampkring
Factor 3: zwaartekracht
Factor 4: water
Factor 5: Voedsel
Slide 13 - Tekstslide
Factor 1: Temperatuur
Afstand tot de zon precies goed
zonder natuurlijke broeikaseffect -18 op aarde.
Atmosfeer / dampkring (atmosphere)
De dampkring, of atmosfeer, is een dunne deken van lucht om de aarde.
Natuurlijk broeikaseffect (greenhouse effect)
Het vasthouden van zonnewarmte door de dampkring.
Slide 14 - Tekstslide
1. Perfecte afstand tot de zon
niet te warm
niet te koud
natuurlijk broeikaseffect
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Factor 2: dampkring
dunne laagje = dampkring / atmosfeer
inademen zuurstof (O2)
uitademen koolzuurgas (CO2)
gebruiken planten om te groeien, zetten het weer om tot zuurstof.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Video
Slide 20 - Tekstslide
Versterkte broeikaseffect
Slide 21 - Tekstslide
B141: koolstofkringloop
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Factor 3: zwaartekracht
Alles wat je laat vallen, valt recht naar beneden en nooit omhoog of schuin omlaag. Dit komt door de zwaartekracht.
Alles wat massa heeft een beker, een planeet, een mens, noem maar op heeft zwaartekracht.
Zwaartekracht (gravity)
De aantrekkelijke kracht van de aarde.
Slide 25 - Tekstslide
Factor 4: water
Onmisbaar voor de mens, dieren en planten!
97,5% van al het water = oceanen (zout water)
Bijna al het zoete water = ijs / aquifer
Klein deel van zoet water beschikbaar voor mens in rivieren en meren.
Aquifer
Een aquifer is een waterhoudende laag in de ondergrond.
Slide 26 - Tekstslide
4 water
Slide 27 - Tekstslide
Factor 5: Voedsel
Behalve lucht en water hebben we ook voedsel nodig.
Dit halen we uit de natuur.
Noodzakelijke natuurlijke hulpbron
Natuurlijke hulpbronnen
Producten uit de natuur die mensen gebruiken in hun dagelijkse leven. Zoals water, voedsel en benzine, maar ook alle grondstoffen die in kleding, TV's, auto's en smartphones zijn verwerkt.
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Video
Slide 30 - Video
Duurzame aarde?
Zoet water, schone lucht, voedsel en energie zijn niet oneindig!
Niet meer hulpbronnen gebruiken dan dat erbij komen
Alles wat jij doet, vraagt een stukje ruimte
Ecologische voetafdruk meet duurzaamheid. Hoeveel van de aarde verbruik jij voor jouw levensstijl?
Ecologische voetafdruk
Het getal dat laat zien hoeveel hectare aardoppervlak iemand gemiddeld gebruikt. In het algemeen geldt: hoe meer welvaart, hoe groter de ecologische voetafdruk.
Als iedereen de Nederlandse levensstijl zou overnemen hebben we 3.5 aardbollen nodig.
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Video
Ecologische voetadruk
Slide 33 - Tekstslide
Conclusie
alles wat je doet, vraagt een
stukje ruimte op aarde
voedsel, kleding, meubilair etc etc
Dat noemen we jouw
ecologische voetafdruk
Slide 34 - Tekstslide
Hoeveel aardes heb jij nodig?
Slide 35 - Woordweb
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Video
Leerdoelen check
Na de les kan ik...
De 5 factoren die leven op aarde mogelijkmaken opnoemen
Kan ik uitleggen waarom Noord-Amerika een grotere ecologische voetdruk heeft dan Afrika
Kan ik kritisch nadenken over hoe ik mijn eigen ecologische voetafdruk zou kunnen verminderen.
Slide 38 - Tekstslide
Hoe kun jij jouw ecologische voetafdruk verminderen?
Slide 39 - Woordweb
Zonder het broeikaseffect ...
A
... wordt het heel warm op aarde.
B
... blijft de temperatuur op aarde gelijk.
C
... wordt het op aarde net zo koud als in de ruimte.
Slide 40 - Quizvraag
Wat is het versterkte broeikaseffect?
A
Broeikassen die ervoor zorgen dat de aarde warm blijft.
B
Extra uitstoot van broeikasgassen door de verbranding van fossiele brandstoffen.
C
De massale ontbossing waardoor CO2 niet meer wordt opgenomen
D
het overschakelen van fossiele brandstoffen op energiebronnen die geen CO2 uitstoten.
Slide 41 - Quizvraag
Hoe warm zou het zijn als er geen broeikaseffect was?
A
-8 C
B
-18 C
C
2 C
D
-12 C
Slide 42 - Quizvraag
wat is niet duurzaam voor de aarde?
A
iedere dag op de fiets ipv auto
B
veel tweedehands kopen
C
vaak reizen met het vliegtuig
D
veel nieuwe spullen kopen
Slide 43 - Quizvraag
Wat is de ecologische voetafdruk?
A
De gemiddelde CO2-uitstoot (in liters) van een persoon in een bepaald land per jaar.
B
De gemiddelde ruimte (in hectaren) die nodig is om het voedsel dat een persoon in een bepaald land nodig heeft te kunnen verbouwen.
C
De gemiddelde ruimte (in hectaren) die nodig is om het welvaartniveau van een persoon in een bepaald land te kunnen behouden.
D
Het gemiddelde waterverbruik (in kubieke meters) van een persoon in een bepaald land per jaar.