Oefenen H2 1VWO

laatste les voor de toets
- vocabulaire A, B, E, F
- phrases-clés C, G
- grammaire D, H 
- cijfers 20 t/m 100
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

laatste les voor de toets
- vocabulaire A, B, E, F
- phrases-clés C, G
- grammaire D, H 
- cijfers 20 t/m 100

Slide 1 - Tekstslide

VOCABULAIRE

Slide 2 - Tekstslide

vertaal: je comprends

Slide 3 - Open vraag

vertaal: c'est bon

Slide 4 - Open vraag

vertaal: demain

Slide 5 - Open vraag

vertaal: parce que

Slide 6 - Open vraag

vertaal: j'ai faim

Slide 7 - Open vraag

vertaal: l'enfant

Slide 8 - Open vraag

vertaal: rentrer

Slide 9 - Open vraag

vertaal: il fait chaud

Slide 10 - Open vraag

vertaal: pour moi

Slide 11 - Open vraag

vertaal: een hekel hebben aan

Slide 12 - Open vraag

vertaal: het vlees

Slide 13 - Open vraag

vertaal: altijd

Slide 14 - Open vraag

vertaal: vaak

Slide 15 - Open vraag

vertaal: de afspraak

Slide 16 - Open vraag

vertaal: ik neem

Slide 17 - Open vraag

vertaal: veel

Slide 18 - Open vraag

vertaal: bekijken

Slide 19 - Open vraag

vertaal: wonen

Slide 20 - Open vraag

vertaal: de kleding

Slide 21 - Open vraag

vertaal: het mobieltje

Slide 22 - Open vraag

PHRASES-CLÉS

Slide 23 - Tekstslide

Vertaal: Ik begrijp het niet.

Slide 24 - Open vraag

Vertaal: Waar is de wc?

Slide 25 - Open vraag

Vertaal: Dat kost vijf euro vijtig.

Slide 26 - Open vraag

Phrases-clés
De zinnen kun je thuis verder leren op p. 94

Slide 27 - Tekstslide

GRAMMAIRE
Het werkwoord op -er 
De ontkenning

Slide 28 - Tekstslide

het er werkwoord
het er werkwoord

Slide 29 - Tekstslide

werkwoorden op - er
Je ... (danser)
A
danse
B
danses
C
dansez
D
dansent

Slide 30 - Quizvraag

werkwoorden op - er
Elles ... (danser)
A
danse
B
danses
C
dansez
D
dansent

Slide 31 - Quizvraag

Vervoeg het werkwoord tussen de haakjes op de juiste manier:
Nous (regarder) _____ la télé.

Slide 32 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord tussen de haakjes op de juiste manier:
Je (jouer) _____ au foot.

Slide 33 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord tussen de haakjes op de juiste manier:
Vous (danser) _____ beaucoup?

Slide 34 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord tussen de haakjes op de juiste manier:
Yasmine et Julie (jouer) _____ au foot.

Slide 35 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord tussen de haakjes op de juiste manier:
Elles (danser) _____ beaucoup?

Slide 36 - Open vraag

De ontkenning
Ontkenning in het Nederlands is: Niet of geen. 

In het Frans bestaat de ontkenning uit 2 woorden:
ne/n' ........ pas

Slide 37 - Tekstslide


Maak ontkennend:
Adrien a déménagé. 
A
Adrien ne a pas déménagé.
B
Adrien n'a pas déménagé.
C
Adrien a ne déménagé pas.
D
Adrien n'a déménagé pas.

Slide 38 - Quizvraag


Maak ontkennend:
Simon habite à Orléans.
A
Simon ne habites pas à Orléans
B
Simon n' habites pas à Orléans
C
Simon ne habite pas à Orléans
D
Simon n' habite pas à Orléans

Slide 39 - Quizvraag


Maak ontkennend:
Adrien a de nouveaux amis. 
A
Adrien n'a de nouveaux amis.
B
Adrien n'a pas de nouveaux amis.
C
Adrien a ne de pas nouveaux amis.
D
Adrien a de nouveaux ne amis pas.

Slide 40 - Quizvraag


Maak ontkennend:
Ils vont à la plage. 
A
Ils n'vont pas à la plage.
B
Ils ne vont pas à la plage.
C
Ils ne pas vont à la plage.

Slide 41 - Quizvraag

GETALLEN 20 T/M 69

Slide 42 - Tekstslide

Getallen t/m 100
1 un
11 onze
21 vingt-et-un
72 soixante-douze
2 deux
12 douze
22 vingt-deux
80 quatre-vingts
3 trois
13 treize
23 vingt-trois
81 quatre-vingt-un
4 quatre
14 quatorze
24 vingt-quatre
82 quatre-vingt-deux
5 cinq
15 quinze
30 trente
90 quatre-vingt-dix
6 six
16 seize
40 quarante
91 quatre-vingt-onze
7 sept
17 dix-sept
50 cinquante
92 quatre-vingt-douze
8 huit
18 dix-huit
60 soixante
100 cent
9 neuf
19 dix-neuf
70 soixante-dix
10 dix
20 vingt
71 soixante-et-onze

Slide 43 - Tekstslide

Sleep de vertalingen naar de juiste getallen.
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
quatre-vingt-dix
cinquante
quatre-vingts
dix
trente
quarante
soixante
cent
vingt
soixante-dix

Slide 44 - Sleepvraag

Slide 45 - Tekstslide