Der Genitiv (de 2e naamval)

Der Genitiv (tweede naamval) 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, vwoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Der Genitiv (tweede naamval) 

Slide 1 - Tekstslide

Wie war es noch mal...? Der Genitiv...?

De tweede naamval drukt uit dat twee personen of zaken bij elkaar horen. In het Nederlands gebruiken we dan meestal van. Bijvoorbeeld:

de auto van mijn zus  -  das Auto meiner Schwester

Slide 2 - Tekstslide

In het Nederlands?
Het Koninkrijk der Nederlanden
Het Leger des Heils
's avonds (=des avonds)
Anna's fiets
's Gravenhage
plek des onheils
de heer des huizes
de tand des tijds


Slide 3 - Tekstslide

Der-groep:
mannelijk      vrouwelijk     onzijdig            meervoud
des + (e)s        der                  des + (e)s         der
dieses + (e)s   dieser             dieses +(e)s    dieser

Ein-groep:
mannelijk      vrouwelijk     onzijdig            meervoud
eines+(e)s      einer               eines                  keiner
meines+(e)s  meiner           meines+(e)s     meiner

Slide 4 - Tekstslide

Vragend voornaamwoord
2e naamval: wessen?
Nl: wiens fiets, wier voornemen?

Slide 5 - Tekstslide

Voorzetsels 2e naamval
während = tijdens
infolge = ten gevolge van
statt = in plaats van
wegen = vanwege, wegens
trotz = ondanks
außerhalb = buiten (plaats en tijd) 
innerhalb = binnen (plaats en tijd)

Slide 6 - Tekstslide

2e naamval of von?
In spreektaal komt von wel regelmatig voor 
en
-bij namen van personen: die Eltern von Tim
-bij geografische namen: der Hafen von Hamburg

Slide 7 - Tekstslide

-s of -es?
Mannelijke en onzijdige woorden krijgen in de 2e naamval de uitgang -s, maar soms wordt in plaats daarvan de uitgang -es gebruikt:

-achter woorden die eindigen op een s-klank : die Quelle des Flusses (der Fluss)
-soms moet je de -s aan het einde verdubbelen: die Tore des Gefängnisses (der Gefängnis)
-achter woorden met 1 lettergreep: der Keller meines Hauses, die Mähnen des Pferdes

Slide 8 - Tekstslide

1. De mening van mijn zus =
Die Meinung _________ Schwester__
A
meiner Schwester
B
meines Schwesters

Slide 9 - Quizvraag

9. Der Turm jen___ Kirche____ .
A
jenes Kirches
B
jener Kirche
C
jener Kirches
D
jenes Kirche

Slide 10 - Quizvraag

10. das Zimmer mein... Bruder....

Slide 11 - Open vraag

11. Arbeitest du in der Werkstatt
(van jouw)_________________ Vater__?
A
deiner Vater
B
deinem Vatern
C
deines Vateres
D
deines Vaters

Slide 12 - Quizvraag

12 Die Behauptung
(van onze) _________________ Direktorin stimmt nicht.
A
eurer Direktorin
B
eure Direktorins
C
unserer Direktorin
D
unsere Direktorin

Slide 13 - Quizvraag

13. Ich fand die Forderung
(van de) _________________ Betriebe gerechtfertigt.
A
der Betriebe
B
des Betriebes
C
den Betriebe
D
der Betrieben

Slide 14 - Quizvraag


Ik kan de vormen van de 2e naamval gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll