Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhaling H6
H6: Wat regelt de Overheid
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H6: Wat regelt de Overheid
Slide 1 - Tekstslide
6.1: de overheid: wie is dat?
Drie soorten overheid: Gemeente, Provincie, Rijksoverheid.
Alle drie hebben verschillende taken.
Alles wat de overheid regelt noem je de '
collectieve sector'
.
Wat niet door de overheid wordt geregeld komt uit de
'
particuliere sector'
.
iedereen die in dienst is bij de overheid
:
ambtenaar
Slide 2 - Tekstslide
De Gemeente
Regelt alles in je woonplaats
Voor de aanvraag van ID, Rijbewijs of paspoort
gaat over sportparken, speelplaatsen, huisvuil, riolering
Gemeente wordt bestuurd door Burgemeester en Wethouders
(B&W).
Gemeenteraad
moet plannen goedkeuren en controleren
Slide 3 - Tekstslide
Infrastructuur
Een belangrijke taak van de overheid is te zorgen voor
infrastructuur
:
voorzieningen waardoor mensen kunnen wonen en werken
.
Bijvoorbeeld: wegen en bruggen, rioleringen, vliegvelden
Slide 4 - Tekstslide
Een andere naam voor de Rijksoverheid is ...
A
overheid
B
lagere overheid
C
centrale overheid
Slide 5 - Quizvraag
De verkeersdrempels in de gemeente moeten hoger worden!
Wie doet dat?
A
Gemeente
B
Provincie
C
Rijk
Slide 6 - Quizvraag
De postbode was vroeger een ambtenaar. Vroeger was het bedrijf actief in de ..... sector.
A
particuliere
B
collectieve
Slide 7 - Quizvraag
6.2: wat doet de overheid: voor ons?
Zorgt voor:
Collectieve
voorzieningen
Sociale zekerheid
(die worden betaald uit de 'sociale premies)
AOW, huur- en zorgtoeslag
Wat de overheid
niet
regelt:
particuliere
sector
waar iedereen gebruik van kan maken en die de overheid betaalt
uitkering voor mensen die geen of weining injkomen hebben
Slide 8 - Tekstslide
Een voorbeeld van infrastructuur is..?
A
Metrotunnels
B
Auto's
C
Vliegtuigen
D
Treinen
Slide 9 - Quizvraag
Welk begrip hoort NIET bij sociale zekerheid?
A
Huurtoeslag
B
Sociale media
C
Sociale premies
D
WW-uitkering
Slide 10 - Quizvraag
Achter welke letter staan alleen maar bedrijven die horen bij de collectieve sector?
A
brandweer, douane en luchtvaartmaatschappij
B
brandweer, douane en rechtbank
C
brandweer, luchtvaartmaatschappij en rechtbank
D
douane, luchtvaartmaatschappij en rechtbank
Slide 11 - Quizvraag
6.3: hoe komt de overheid aan geld?
Je betaalt
belasting
als je:
inkomen verdient
inkomen
sbelasting
winst maakt in een bedrijf
winst
belasting
iets koopt
BTW
Slide 12 - Tekstslide
Bijzondere vorm van belasting
Accijns
: is een verbruiksbelasting, zit op: tabak, alcohol en benzine.
Overheid wil gebruik
verminderen
Als de overheid het gebruik wil
stimuleren
, dan geeft ze
subsidies
(bv zonnepanelen)
Slide 13 - Tekstslide
Overige inkomsten
Niet-belastingontvangsten:
winst van overheidsbedrijven (NS, Loterij)
verkoop van aardgas
boetes
Slide 14 - Tekstslide
Waarop zit geen accijns?
A
alcohol
B
brandstof
C
tabak
D
tijdschriften
Slide 15 - Quizvraag
Wat is geen belasting?
A
BTW
B
Loonbelasting
C
Subsidie
D
Accijns
Slide 16 - Quizvraag
Welke van onderstaande inkomsten van de overheid zijn niet-belastingontvangsten?
1. aardgas 2. accijns 3. boetes 4. winst staatsloterij
A
1, 2, 3
B
1, 2, 4
C
2, 3, 4
D
1, 3, 4
Slide 17 - Quizvraag
Als je een betaalde baan hebt betaal je:
A
Loonbelasting
B
Vermogensbelasting
C
Winstbelasting
D
BTW
Slide 18 - Quizvraag
6.4 Komt de overheid rond?
Waar geeft de overheid geld aan uit?
Dit staat in de
Rijksbegroting
. Deze wordt opgesteld door de
Minister van
Financiën
en besproken op
Prinsjesdag
.
De toelichting op de begroting heet de
Miljoenennota
.
Slide 19 - Tekstslide
Uitgaven en inkomsten
Houdt de overheid geld over: begrotings
overschot
Komt de overheid geld tekort: begrotings
tekort
Slide 20 - Tekstslide
Bij een begrotingstekort....
Minder uitgeven
(minder uitkeringen, toeslagen, lager salaris ambtenaren, minder geld voor wegen, defensie)
Meer inkomsten
(dus meer en hogere belastingen)
Geld lenen
(geld lenen kost geld: --> rente)
Slide 21 - Tekstslide
Welke uitspraak over de miljoenennota en de rijksbegroting is juist?
A
De rijksbegroting licht de miljoenennota toe
B
De miljoenennota licht de rijksbegroting toe
C
De rijksbegroting en de miljoenennota zijn hetzelfde
Slide 22 - Quizvraag
Op welke dag worden de begroting van Nederland gepresenteerd?
A
Op Prinsjesdag
B
Op Koningsdag
C
Op de dag van verkiezingen
Slide 23 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
7.4 Hoe komt het Rijk rond?
December 2017
- Les met
27 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
Leerjaar 3 Voorbereiding PTA hst 6 Regelt Den Haag dat?
Mei 2020
- Les met
22 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Herhaling H6
December 2021
- Les met
23 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Hfd 6.1-6.4 Wat regelt de overheid - HERHALING1
Januari 2024
- Les met
35 slides
Economie
Praktijkonderwijs
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
De rijksbegroting
Januari 2019
- Les met
33 slides
door
Economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
Inkomsten en uitgaven van de overheid
Januari 2019
- Les met
26 slides
door
Economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
M2 herhaling H6
Juni 2023
- Les met
21 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Leerjaar 3 hst 6 les 3
April 2020
- Les met
11 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3