Les 1.12 Over Taal/Lezen

Nederlands

Klas 1 KGT - 1.12 Lezen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Klas 1 KGT - 1.12 Lezen

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag in deze les:
Stillezen
Lesafspraken
Terugblik
Lesdoel
Huiswerk nabespreken
Instructie
Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Stillezen
Pak je leesboek, stripboek, etc.
Geen leesvoer? Geef dit even aan.
timer
7:00

Slide 3 - Tekstslide

Lesafspraken:
  • Je hebt respect voor elkaar en je omgeving
  • Je hebt de spullen op orde en huiswerk gemaakt
  • Je hebt de aandacht bij de les en bent stil wanneer nodig
  • Bij samenwerken werk je zachtjes
  • Wil je iets vragen of zeggen, steek dan je hand op
  • Tassen op de grond, jassen in kluisje
  • Geen eten/drinken/kauwgom

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik:
  • Fictie
  • Grammatica
  • Spelling: stam en ik-vorm
  • Dictee: ou/au - ei/ij
  • Over Taal

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel Lezen
Aan het einde van deze paragraaf:
  • kun je van een tekst het tekstdoel voorspellen;
  • kun je aangeven welke tekstsoort bij een tekstdoel hoort;
  • kun je verschillende tekstvormen herkennen;
  • kun je aangeven voor welk publiek een tekst is geschreven;
  • kun je achter de betekenis van moeilijke woorden komen.



Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Opdracht 40.1
blokuur – brugklas – excursie – lichamelijk – mentor – opstel – project – rooster – tussenuur vakkenpakket

 


Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Opdracht 40.2
aanpassen – aanraden – aantonen – benoemen  beoordelen – bepalen – beschrijven – bevatten – noteren – raadplegen – vergelijken



 


Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Opdracht 40.3
picknick – piek – pijl – pijn – pijnlijk – pil – pizza – privacy – pyjama – python




 


Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
1 tegenstelling
2 synoniem
3 omschrijving
4 tegenstelling
5 synoniem





 


Slide 10 - Tekstslide

Instructie Lezen
Tekstdoel: met welk doel heeft de schrijver deze tekst geschreven? De schrijver wil de lezer:
  1. informeren: iets nieuws leren/vertellen.
  2. overhalen: aansporen iets te gaan doen.
  3. amuseren: vermaken door iets grappigs of boeiends te vertellen.

Slide 11 - Tekstslide

Instructie Lezen
Tekst verkennen: Je wil weten waar de tekst over gaat en wat het tekstdoel is.
Titel - tussenkopjes - opvallend gedrukte woorden - afbeeldingen - inleiding lezen - bron

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Na de vakantie gaan we nog even verder met dit onderwerp, voor morgen en de vakantie is er geen huiswerk.
Luister naar de uitleg over de bloktoets!!

Slide 13 - Tekstslide

Bedankt voor jullie aandacht

Slide 14 - Tekstslide