Herhaling krachten.

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Tijdens deze les:

• Zie je welke hoofdstukken je moet leren voor het volgende tentamen.
• Herhaal je Hoofdstuk 1 over krachten.

Tentamenweek B:

Voor het NaSk1 tentamen van tentamenweek B leer je de volgende hoofdstukken:

H1 (paragraaf 1 en 3), H6 (helemaal), H10 (de GT - stukken niet) en H11 (paragraaf 1 en 4).

H1 krachten.

Effect van krachten:

Een kracht kan op drie manieren effect hebben op een voorwerp, namelijk:

Door het van vorm te veranderen.

Door het te versnellen.

Door het van richting te veranderen.

Krachten moet je kunnen tekenen.

Hiervoor moet je het volgende weten:

Het beginpunt van de pijl (aangrijpingspunt, dit is het punt waar een kracht op werkt).

De richting van de kracht.

De lengte van de pijl geeft aan hoe groot de kracht is.

Krachtenschaal.

Je gebruikt bij het tekenen van de pijl een krachtenschaal. Deze geeft aan met hoeveel N, 1cm overeenkomt.

kracht tekenen

Je moet een kracht tekenen van 200N. Wat is hiervoor een handige krachtenschaal?

Hoe groot teken je een kracht van 400N bij een krachtenschaal van 1cm = 80N?

Welk effect heeft jouw spierkracht op een bal wanneer je er tegen aan schopt?

Hoe berekende je de zwaartekracht?

Je zit op een stoel. Bereken de zwaartekracht die op jouw werkt.

Waarom zak je niet door de stoel?

Normaalkracht.

Een oppervlak zoals dat van de stoel levert een normaalkracht. Wanneer krachten in dezelfde richting werken mag je ze bij elkaar optellen. Als ze recht op elkaar werken, haal je ze van elkaar af. Zo bereken je de resultante kracht.

Resultante kracht.

Wanneer de resultante kracht 0 is, heeft een voorwerp een constante snelheid of staat hij stil.

Hoe groot is de resultante kracht op je als je op de stoel zit?

Kijk naar je berekende zwaartekracht. Hoe groot is de normaalkracht van de stoel dan op zijn minst?

Resultante kracht

Hoe groot is de resultante kracht van de smurfen?

Je hebt nu H1 herhaald.