Unit 2 - onregelmatige werkwoorden

vul de juiste past simple in van:

to be
A
am
B
was/were
C
been
D
are
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

vul de juiste past simple in van:

to be
A
am
B
was/were
C
been
D
are

Slide 1 - Quizvraag

vul de juiste past simple in van:

to eat
A
eaten
B
eating
C
ate
D
eated

Slide 2 - Quizvraag

vul de juiste past simple in van:

to hit
A
hit
B
hitted
C
hited
D
hitting

Slide 3 - Quizvraag

vul de juiste past simple in van:

to make
A
made
B
makes
C
maked
D
mate

Slide 4 - Quizvraag

vul de juiste past simple in van:

to swim
A
swom
B
swam
C
swum
D
swim

Slide 5 - Quizvraag

vul de juiste past simple in van:

to go
A
goes
B
goed
C
gone
D
went

Slide 6 - Quizvraag

vul de juiste past simple in van:

speak
A
spake
B
spoken
C
speaked
D
spoke

Slide 7 - Quizvraag

vul de juiste past simple in van:

feel
A
feeled
B
felt
C
felled
D
fell

Slide 8 - Quizvraag

vul de juiste past simple in van:

win
A
won
B
wun
C
wan
D
win

Slide 9 - Quizvraag

vul de juiste past simple in van:

wear
A
weird
B
wore
C
woar
D
worn

Slide 10 - Quizvraag

vul de juiste past simple in van:

cost
A
costed
B
cust
C
coast
D
cost

Slide 11 - Quizvraag

vul de juiste past simple in van:

fly
A
flied
B
flyed
C
flew
D
flow

Slide 12 - Quizvraag

vul de juiste past simple in van:

lend
A
lend
B
lent
C
lended
D
loaned

Slide 13 - Quizvraag

vul de juiste past simple in van:

take
A
teek
B
taked
C
takes
D
took

Slide 14 - Quizvraag

vul de juiste past simple in van:

shake
A
shaked
B
shook
C
shooked
D
shaken

Slide 15 - Quizvraag