Hoofdstuk 5 herhaling

Welkom bij wiskunde! 
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij wiskunde! 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk

Nakijken: GT les
Maken: oefentoets


met Zs tijd
timer
10:00
Let op!
Sluit de les niet af!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 5
Herhalen
KGT

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke hoek is groter?
A
P
B
Q

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je nodig om een hoek te tekenen?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de rode punt?
A
Stip
B
A
C
Hoek
D
Hoekpunt

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een:
A
Scherpe hoek
B
Stompe hoek
C
Rechte hoek
D
Gestrekte hoek

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een:
A
Scherpe hoek
B
Rechte hoek
C
Korte broek
D
Lange hoek

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dit voor een hoek?
A
Een rechte hoek
B
Een gestrekte hoek
C
Een volle hoek

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een:
A
Scherpe hoek
B
stompe hoek
C
Korte hoek
D
Lange hoek

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een hoek van 180 graden heet een...
A
Rechte hoek
B
Gestrekte hoek
C
Stompe hoek
D
Volle hoek

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heten de lijnen waardoor de hoek wordt gevormd?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke hoek is een stompe hoek?
A
∠ B
B
∠ C
C
∠ D

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel graden is een rechte hoek?
A
45°
B
90°
C
180°
D
360°

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bewering is waar?
A
Scherpe hoeken zijn 90°
B
Scherpe hoeken zijn kleiner dan 90°
C
Scherpe hoeken zijn groter dan 90°

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bewering is waar?
A
Stompe hoeken zijn 90°
B
Stompe hoeken zijn kleiner dan 90°
C
Stompe hoeken zijn groter dan 90°

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe groot is deze hoek?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Een volle hoek is...
A
90 graden
B
180 graden
C
360 graden
D
Geen van allen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heten de gele lijnen?
A
Loodlijnen
B
Ooglijnen
C
Evenwijdige lijnen
D
Kijklijnen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf welk punt zijn de kijklijnen juist getekend?
A
A
B
B
C
geen van beide
D
allebei

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kijkhoek is het grootst?
A
David
B
Maas

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeken meten
  1. Zet de koershoekmeter in de beginstand. En leg de goede kant naar boven.
  2. Leg het midden van de koershoekmeter op het hoekpunt.
  3. Leg de noordpijl op een van de benen.
  4. Draai de schijf, met de rode lijn naar het andere been. 
  5. Lees af hoeveel graden de hoek is. Schrijf het aantal graden op bij de hoek.

Slide 22 - Tekstslide

2:50
Hoek tekenen
koershoekmeter
  1.  Teken een stip. 
  2. Teken een lijn recht omhoog. 
  3. Draai de rode lijn op de koershoekmeter naar het aantal graden dat je gaat tekenen. 
  4. Leg het midden van de koershoekmeter op het hoekpunt. 
  5. Leg de noordpijl op het been dat al getekend is. 
  6. Zet een stip waar het andere been moet komen. 
  7. Teken met je geodriehoek het andere been van de hoek.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Driehoeken tekenen
  1. Teken de lijn en ;eg het midden van de koershoekmeter op de hoekpunt. 
  2.  Leg de noordpijl op de lijn.
  3. Zet een streepje bij het aantal graden dat je moet tekenen. 
  4. Trek de lijn van de hoek tot het gezette streepje.
  5. Herhaal stap 2, 3, 4. 
  6. Benoem, verbind en schrijf de graden op.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Driehoek tekenen
Koershoekmeter:
  1. Teken de lijn.
  2. Leg het midden van de koershoekmeter op de hoek.
  3. Zorg ervoor dat de noordpijl op de lijn ligt.
  4. Zet een streepje bij het aantal graden dat je gemeten hebt.
  5. Trek de lijn van de hoek tot het gezette streepje.
  6. Doe stap 2, 3,4 en 5ook bij de andere kant van de lijn, dus waar de andere hoek moet komen. 
  7. Benoem, verbind en schrijf de graden op.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijklijnen en kijkhoek
Marloes kijkt door de deur, hoeveel klasgenoten ziet ze?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijklijnen tekenen
  • middelpunt van de ogen
  • langs de zijkant van de deur

  • 7 klasgenoten
    (eentje half)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijklijnen en kijkhoek

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teken deze hoek.
∠ A = 68 º
 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teken deze hoek
∠ B = 112 º

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak blz 183.
Meet ∠ E, ∠ F en ∠ G

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heten de gele lijnen?
A
Loodlijnen
B
Ooglijnen
C
Evenwijdige lijnen
D
Kijklijnen

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf welk punt zijn de kijklijnen juist getekend?
A
A
B
B
C
geen van beide
D
allebei

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kijkhoek is het grootst?
A
David
B
Maas

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeken meten
  1. Zet de koershoekmeter in de beginstand. En leg de goede kant naar boven.
  2. Leg het midden van de koershoekmeter op het hoekpunt.
  3. Leg de noordpijl op een van de benen.
  4. Draai de schijf, met de rode lijn naar het andere been. 
  5. Lees af hoeveel graden de hoek is. Schrijf het aantal graden op bij de hoek.

Slide 35 - Tekstslide

2:50
Hoek tekenen
koershoekmeter
  1.  Teken een stip. 
  2. Teken een lijn recht omhoog. 
  3. Draai de rode lijn op de koershoekmeter naar het aantal graden dat je gaat tekenen. 
  4. Leg het midden van de koershoekmeter op het hoekpunt. 
  5. Leg de noordpijl op het been dat al getekend is. 
  6. Zet een stip waar het andere been moet komen. 
  7. Teken met je geodriehoek het andere been van de hoek.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Driehoeken tekenen
  1. Teken de lijn en ;eg het midden van de koershoekmeter op de hoekpunt. 
  2.  Leg de noordpijl op de lijn.
  3. Zet een streepje bij het aantal graden dat je moet tekenen. 
  4. Trek de lijn van de hoek tot het gezette streepje.
  5. Herhaal stap 2, 3, 4. 
  6. Benoem, verbind en schrijf de graden op.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Driehoek tekenen
Koershoekmeter:
  1. Teken de lijn.
  2. Leg het midden van de koershoekmeter op de hoek.
  3. Zorg ervoor dat de noordpijl op de lijn ligt.
  4. Zet een streepje bij het aantal graden dat je gemeten hebt.
  5. Trek de lijn van de hoek tot het gezette streepje.
  6. Doe stap 2, 3,4 en 5ook bij de andere kant van de lijn, dus waar de andere hoek moet komen. 
  7. Benoem, verbind en schrijf de graden op.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijklijnen en kijkhoek
Marloes kijkt door de deur, hoeveel klasgenoten ziet ze?

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijklijnen tekenen
  • middelpunt van de ogen
  • langs de zijkant van de deur

  • 7 klasgenoten
    (eentje half)

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijklijnen en kijkhoek

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk

Nakijken: GT les
Maken: oefentoets


met Zs tijd
timer
10:00
Let op!
Sluit de les niet af!

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies