Paragraaf 5.4 De overheidsfinancien

 - Overheidsfinanciën
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

 - Overheidsfinanciën

Slide 1 - Tekstslide

Programma

  • Uitleg paragraaf 5.4
  • 2 opgaven maken
  • Huiswerk 

Slide 2 - Tekstslide

Begrotingstekort & -overschot

Slide 3 - Tekstslide

Begrotingstekort Nederland

Slide 4 - Tekstslide

  • Begrotingstekort
  • Begrotingstekort
  • Begrotingsoverschot
Begrotingsoverschot
De overheid heeft meer inkomsten dan uitgaven
Begrotingstekort
De overheid heeft meer uitgaven dan inkomsten

Slide 5 - Tekstslide

een begrotingstekort = toename staatsschuld

een begrotingsoverschot = afname staatschuld

Slide 6 - Tekstslide

Begrotingstekort & -overschot
  • Begrotingstekort = uitgaven > inkomsten
  • Geld lenen
  • Bezuinigen op de uitgaven
  • Belastingen verhogen
  • Verhogen van niet -belasting middelen
  • Begrotingsoverschot = inkomsten > uitgaven
  • Schuld aflossen
  • Meer uitgeven

Slide 7 - Tekstslide

Niet belasting middelen
  1. aardgasopbrengsten
  2. boetes
  3. geld voor diensten die de overheid levert (rijbewijs, paspoort en bouwvergunningen)
  4. winstuitkeringen van ondernemingen waar overheid eigenaar is

Slide 8 - Tekstslide

ontvangsten en uitgaven Rijk
  • de rijksbegroting
  • miljoenennota

Slide 9 - Tekstslide

Profijtbeginsel
Je betaalt omdat je ergens gebruik van maakt.

Voorbeeld: motorrijtuigenbelasting 
Profiteren

Slide 10 - Tekstslide

Afspraken Eurozone
  • tekort van de overheid is minder dan 3% van de productie van een land
  • de overheidsschuld is minder dan 60% van de productie van een land.

Slide 11 - Tekstslide

Klasikaal maken
Opdracht 2 t/m 4

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten
6-7-8 en 10, 11

+ rekentrainer vraag 1 tot 4

Slide 13 - Tekstslide