Module A2- wk7- Persoonlijkheidsstoornissen

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Cluster A
  • Paranoïde persoonlijkheidsstoornis
  • Schizoïde persoonlijkheidsstoornis
  • Schizotypische persoonlijkheidsstoornis


Kenmerken:
  • Weinig contact
  • Beperking sociale relaties
  • Leven geïsoleerd
  • Hulp vermijdend.
  • Wantrouwen
  • Merkwaardige gedachten

Slide 10 - Tekstslide

Cluster B


  • Borderline persoonlijkheidsstoornis
  • Antisociale persoonlijkheidsstoornis
  • Narcistische persoonlijkheidsstoornis
  • theatrale persoonlijkheidsstoornis
Kenmerken
  • Dramatisch en onvoorspelbaar gedrag
  • Weinig beheersing impulsen en emoties.
  • Snelle behoeftebevrediging
  • Slecht in het onderhouden van (stabiele) relaties.
  • Verstorend effect op omgeving
  • Weinig zelfinzicht / verwijtend naar anderen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Cluster C


  • Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
  • Vermijdende persoonlijkheidsstoornis
  • Dwangmatige (obsessief-compulsieve) persoonlijkheidsst.


Kenmerken
  • Sociale vermijding
  • Dwangmatig handelen
  • Onzelfstandigheid.
  • Beter aanpassen maatschappij dan cluster A en B

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Symptomen van een persoonlijkheidsstoornis kunnen zijn: 
Het gevoel dat je waardeloos bent 
Wantrouwen richting andere mensen 
Moeizame relaties 
Moeite hebben met het uiten van gevoelens of gevoelens juist te snel uiten 
Impulsief reageren 
Heel perfectionistisch zijn 
Teruggetrokken en angstig zijn 
Moeite hebben om zelfstandig te functioneren 
Stemmingswisselingen 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

antisociale
Kijkvraag 

Welke kenmerken van de antisociale persoonlijkheidsstoornis worden er genoemd in het filmpje?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Houding verpleegkundige
  • Zelfverzekerd  / Niet autoritair / Neutrale houding
  • Structurerend / Eenduidigheid / Afspraken nakomen
  • Nabijheid met afstand
  • Zo min mogelijke beperkingen / Autonomie behouden / Zelfregie / Keuzevrijheid.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Mensen met een persoonlijkheidsstoornis hebben meer last van stigma's dan mensen met een andere psychiatrische stoornis
A
waar
B
niet waar

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Tekstslide

Zorgvragers met een cluster A-persoonlijkheidsstoornis zoeken bijna nooit hulp, omdat hen dit voor hun gevoel kwetsbaar maakt en dwingt tot intiemer contact met een ander
A
juist
B
onjuist

Slide 41 - Quizvraag

De verpleegkundige maakt het theatrale gedrag van de zorgvrager met een histrionische persoonlijkheidsstoornis bespreekbaar door neutraal te blijven.
A
juist
B
onjuist

Slide 42 - Quizvraag

De zorgvrager met een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis heeft vaak een stemmings- of angststoornis als hulpvraag.
A
juist
B
onjuist

Slide 43 - Quizvraag

Opdracht 
- Op itslearning staat een opdracht met 3 casuïstieken
-  In subgroepen werken aan de casuïstieken
- Elke subgroep krijgt 1 van de 3 casuïstieken toegewezen
- Beantwoord de vragen van de casus en bereidt een gesprek voor


Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Video