Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Klas 3 haben, sein, werden Präs+Prät
het werkwoord "werden" in het Duits
tegenwoordige tijd (Präsens)
verleden tijd (Präteritum)
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
het werkwoord "werden" in het Duits
tegenwoordige tijd (Präsens)
verleden tijd (Präteritum)
Slide 1 - Tekstslide
Hoe zou je dit vertalen?
Morgen
werde
ich 15 Jahre alt.
Dann
werde
ich eine große Party machen!
Slide 2 - Tekstslide
"werden" heeft twee betekeningen:
Morgen
werde
ich 15 Jahre alt.
Morgen
word
ik 15.
1) worden
Dann
werde
ich eine große Party machen!
Ik
ga
een feestje vieren.
2) zullen / iets gaan doen
Slide 3 - Tekstslide
Het werkwoord '
werden
' t.t. (worden en zullen)
ich werd
e
du
wirst
er / sie / es
wird
wir werd
en
ihr werd
et
sie werd
en
Sie werd
en
Slide 4 - Tekstslide
het werkwoord 'werden'
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden
Slide 5 - Sleepvraag
Übersetze:
hij wordt
A
er werdet
B
er werdt
C
er wird
D
er wirdt
Slide 6 - Quizvraag
Übersetze:
jij zal
A
du sollst
B
du werdest
C
du wirst
Slide 7 - Quizvraag
werden
Du ........... morgen 10 oder?
A
werde
B
wirst
C
werdest
D
wird
Slide 8 - Quizvraag
Letzte Quizfrage:
Ihr ....... das jetzt sagen!
A
wird
B
werdet
C
habt
D
seid
Slide 9 - Quizvraag
Präteritum
werden
Slide 10 - Tekstslide
Haben, sein, werden - Präteritum
(Präteritum = Vergangenheit)
Slide 11 - Tekstslide
haben/sein/werden Präsens
haben
sein
werden
ich
habe
bin
werde
du
hast
bist
wirst
er/sie/es
hat
ist
wird
wir
haben
sind
werden
ihr
habt
seid
werdet
sie/Sie
haben
sind
werden
tegenwoordige tijd van haben, sein en werden
Slide 12 - Tekstslide
haben/sein/werden Präteritum
hatten
waren
wurden
ich
hatte
war
wurde
du
hattest
warst
wurdest
er/sie/es
hatte
war
wurde
wir
hatten
waren
wurden
ihr
hattet
wart
wurdet
sie/Sie
hatten
waren
wurden
verleden tijd van haben, sein en werden
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Vul aan in de v.t.
Sophie _____ gestern ganz froh.
A
war
B
hatte
C
würde
D
wurde
Slide 15 - Quizvraag
Ich ........... eine Schildkröte (schildpad). Sie lebt nicht mehr.
A
war
B
würde
C
wurde
D
hatte
Slide 16 - Quizvraag
Ich habe auf Anna gewartet. Sie .......... mein Biologiebuch.
A
hatte
B
war
C
wurde
Slide 17 - Quizvraag
................. Sie schon in Berlin?
Slide 18 - Open vraag
Ich ............ früher von meiner Mutter zur Schule gebracht.
A
hatte
B
war
C
wurde
Slide 19 - Quizvraag
......... dein Vater am Wochenende mit 134kmh geblitzt ?(geflitst)
A
wird
B
werde
C
wurde
D
würde
Slide 20 - Quizvraag
Ihr ....... doch früher ein rotes Auto, oder?
A
hattet
B
hattest
C
hast
D
hatte
Slide 21 - Quizvraag
Letzte Frage: Du ....... vom Arzt untersucht.
A
wird
B
werdest
C
wurde
D
wurdest
Slide 22 - Quizvraag
Hausaufgaben
Slide 23 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Klas 3 haben, sein, werden Präs+Prät
September 2022
- Les met
31 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Klas 3 haben, sein, werden Präs+Prät
Augustus 2022
- Les met
27 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
haben sein Präsens Präteritum en werden Präsens
Oktober 2024
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
haben sein werden Präsens Präteritum
Augustus 2023
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
haben sein werden Präsens Präteritum
September 2021
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
haben-sein-werden
Oktober 2021
- Les met
23 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
haben-sein-werden
Oktober 2022
- Les met
23 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Kapitel 1.1
September 2023
- Les met
28 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4