- De leerling kent de kenmerken van verschillende landschappen in Hoog- en Laag-Nederland
- De leerling oefent met de atlas.
Slide 2 - Tekstslide
1.5 Oefenen met landschappen
Je krijgt per duo een foto van een landschap in Hoog-Nederland met daarin een stad of dorp.
Je zoekt in de atlas op waar de plaats ligt (mbv topografisch namenregister).
Je zoekt op wat voor landschap het is (GB 32/ 33 groene atlas): - zandlandschap - veenlandschap (hoogveen of afgegraven hoogveen) - zeekleilandschap - .........
Slide 3 - Tekstslide
1.5 Oefenen met landschappen
Je zoekt in de atlas welke kenmerken je landschap heeft (kijk naar de verwijzing op kaart GB 33): - reliëf: veel of weinig? / hoogte (hoeveel meter boven/onder NAP) - bodemgebruik: bouwland (voor akkerbouw), grasland (voor vee), boomgaard (fruitteelt), kassen (tuinbouw), bos, heide (recreatie) - landschapselementen: hunebedden, houtwallen, dijken, rechte kanalen.....
Ontstaanswijze: hoe hebben exogene krachten dit landschap gevormd?
Slide 4 - Tekstslide
Voorbeeldlandschap
Plaats: Herwijnen
Slide 5 - Tekstslide
Voorbeeldlandschap
Locatie: Herwijnen ligt in Gelderland .
Het landschap is (GB 33): een rivierkleilandschap
Kenmerken: - Reliëf: hoogteverschillen tussen NAP +0,9 tot +4 meter. - Bodemgebruik: akkerbouw, grasland en fruitteelt (boomgaard) - Landschapselementen: oude en nieuwe dijken, rivier en uiterwaard.
Ontstaanswijze: De Waal heeft dichtbij de stroomgeul zand afgezet en verderop, waar het water stilstond, klei. Dit is heel vruchtbaar, waardoor er veel fruitteelt is.
Slide 6 - Tekstslide
Landschap 1
Plaats: Vragender
Slide 7 - Tekstslide
Landschap 1
Locatie: Vragender ligt in het oosten van Gelderland .
Het landschap is (GB 33): een esdorpen op lage zandgronden en heideontginning.
Kenmerken: - Reliëf: hoogteverschillen tussen NAP +21,6 tot +34,4 meter. - Bodemgebruik: akkerland, grasland en wat bos. - Landschapselementen: essen, groenstrookjes, onregelmatige kavels, steilrandjes.
Ontstaanswijze: In de één na laatste ijstijd schoven ijstongen uit Scandinavië over dit land. Hierdoor zijn stuwwallen ontstaan, maar door het ijs ook weer afgevlakt. In de laatste ijstijd is er dekzand op afgezet. De essen zijn ontstaan door ophoging van het land met heide en mest om het vruchtbaar te maken.
Slide 8 - Tekstslide
Landschap 2
Plaats: Holten
Slide 9 - Tekstslide
Landschap 2
Locatie: Holten ligt in Overijssel .
Het landschap is (GB 33): een stuwwallenlandschap (dus zandlandschap_
Kenmerken: - Reliëf: veel, hoogte tussen NAP +11,2 tot +47 meter. - Bodemgebruik: akkerbouw, grasland, bos en beetje heide - Landschapselementen: stuwwallen, essen (enk) onregelmatige kavels.
Ontstaanswijze: In de één na laatste ijstijd schoven ijstongen uit Scandinavië over dit land. Hierdoor zijn stuwwallen ontstaan. In de laatste ijstijd is er dekzand op afgezet. De essen zijn ontstaan door ophoging van het land met heide en mest om het vruchtbaar te maken.
Slide 10 - Tekstslide
Landschap 3
Plaats: West-Graftdijk
Slide 11 - Tekstslide
Landschap 3
Locatie: West-Graftdijk ligt in Noord-Holland .
Het landschap is (GB 33): een zeekleilandschap, oude droogmakerijen / veenlandschap
Kenmerken: - Reliëf: weinig, hoogte tussen NAP -3,5 tot -1,8 meter. - Bodemgebruik: vooral grasland en in de droogmakerij ook akkerland. - Landschapselementen: ringdijk en -vaart, rechte kavels in droogmakerijk, veel water en onregelm. kavels in oud veenls.
Ontstaanswijze: polder de Graftermeer is leeggemalen door een ringdijk en ringvaart eromeen te leggen.
Slide 12 - Tekstslide
Landschap 4
Plaats: Ubachsberg
Slide 13 - Tekstslide
Landschap 4
Locatie: Ubachsberg ligt in Zuid-Limburg.
Het landschap is (GB 33): een krijtlandschap
Kenmerken: - Ubachsberg ligt op een plateau, NAP +180m. In de buurt wel veel reliëf - Bodemgebruik: kalksteengroeven (ovens), natuurgebied, akkerbouw, wei - Landschapselementen: graften, (walletjes op steile hellingen), plateaus,
Ontstaanswijze: tot 65 mln jaar geleden is kalk afgezet omdat Zuid-Limburg een ondiepe zee was. In laatste ijstijd is lösslaag hierop afgezet. Dit is erosiegevoelig, dus er zijn rivierterrassen en dalen uitgesneden.
Slide 14 - Tekstslide
Landschap 5
Plaats: Biessum
Slide 15 - Tekstslide
Landschap 5
Locatie: Biessum ligt in Groningen.
Het landschap is (GB 33): een landschap zeekleipolder (terpenlandschap_
Kenmerken: - Reliëf: weinig. hoogte NAP +0,7 tot +2,6 m op de terp. - Bodemgebruik: vooral grasland, beetje bouwland. - Landschapselementen: terpen, stervormige kavels, sloten, oude wadgeul, wat bosjes.
Ontstaanswijze: door aanslibbing van de wadkust steeds hoger komen te liggen. Als bescherming tegen overstromingen terpen gebouwd en dijken
Slide 16 - Tekstslide
Landschap 6
Plaats: Margraten
Slide 17 - Tekstslide
Landschap 6
Locatie: Margraten ligt in Zuid-Limburg.
Het landschap is (GB 33): een lösslandschap
Kenmerken: - Veel reliëf (tenminste, voor NL) - Bodemgebruik: akkerbouw, bos, fruitteelt (boomgaard), recreatie - Landschapselementen: graften, (walletjes op steile hellingen), plateaus, holle wegen.
Ontstaanswijze: In laatste ijstijd is löss door de wind in Zuid-Limburg afgezet. Dit is erosiegevoelig, waardoor snelstromende beken insneden in landschap en er plateaus ontstonden.
Slide 18 - Tekstslide
Landschap 7
Plaats:
Slide 19 - Tekstslide
Landschap
Locatie: ligt in .
Het landschap is (GB 33): een landschap
Kenmerken: - Reliëf: hoogteverschillen tussen NAP +0,9 tot +4 meter. - Bodemgebruik: akkerbouw, grasland en fruitteelt (boomgaard) - Landschapselementen: oude en nieuwe dijken, rivier en uiterwaard.
Ontstaanswijze:
Slide 20 - Tekstslide
Landschap
Plaats: Kiel-Windeweer
Slide 21 - Tekstslide
Landschap
Locatie: ligt in .
Het landschap is (GB 33): een landschap
Kenmerken: - Reliëf: hoogteverschillen tussen NAP +0,9 tot +4 meter. - Bodemgebruik: akkerbouw, grasland en fruitteelt (boomgaard) - Landschapselementen: oude en nieuwe dijken, rivier en uiterwaard.