2223 4G N wk 03 les 1 + 2

LIEBE LEUTE, DAS PROGRAMM FÜR HEUTE:

Verben kurze Wiederholung

Voltooid deelwoord
üben
An die Arbeit


1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

LIEBE LEUTE, DAS PROGRAMM FÜR HEUTE:

Verben kurze Wiederholung

Voltooid deelwoord
üben
An die Arbeit


Slide 1 - Tekstslide

  Lernziele
  1. Ik weet hoe goed ik de toetsstof al beheers
  2. Ik kan de grammatica van het voltooid deelwoord toepassen
  3. Ik weet welke vraagwoorden er wanneer gebruikt moeten worden
  4. Ik weet hoe goed ik de woordjes ken dmv het kwartetspel

Slide 2 - Tekstslide

werkwoord haben
ich hatte
du hattest
er/sie/es hatte
wir hatten
ihr hattet
sie/Sie hatten

Voltooide tijd: gehabt
werkwoord sein
ich war
du warst
er/sie/es war
wir waren
ihr wart
sie/Sie waren

Voltooide tijd: gewesen

Slide 3 - Tekstslide

An die Arbeit 
Nimm das Buch auf Seite 159

Mache Aufgabe 20

Sind alle fertig?

Antworten kontrolieren
Antworten verbessern



timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Om het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord te vormen, ga je uit van de ..........

Slide 5 - Open vraag

Voor de stam wordt het voorvoegsel ........- geplaatst en achter de stam de uitgang -...............

Slide 6 - Open vraag

Bij werkwoorden met de stam op -d of -t is de uitgang achter de stam -...........

Slide 7 - Open vraag

Werkwoorden die op -................... eindigen, krijgen geen voorvoegsel

Slide 8 - Open vraag

Voltooid deelwoord
Regelmatige werkwoorden
Sein                                                          = gewesen   (geweest)
Haben                                                     = gehabt        (gehad)

Wat zijn ook alweer de regels:
Regelmatige werkwoorden (basisregel)          = ge + stam + t
- Stam -d -t                                                                     = ge + stam + et
- be- ver- / -ieren                                                         = stam + t

Slide 9 - Tekstslide

voltooid deelwoord Duits

ZWAKKE (regelmatige) werkwoorden zijn regels voor:

Slide 10 - Tekstslide

GRAMMATIK: VOLTOOID DEELWOORD
Voltooid deelwoord Duits

STAPPENPLAN:
  1. haben of sein?                                    JA = invullen    NEE = stap 2
  2. start/eind op be- ver- -ieren (er-)?      JA = stam+t      NEE = stap 3
  3. Werkwoord is regelmatig, dus            JA = ge + stam + (e)t


Slide 11 - Tekstslide

wat is het voltooid deelwoord van:

kaufen

Slide 12 - Open vraag

wat is het voltooid deelwoord van:

reden

Slide 13 - Open vraag

wat is het voltooid deelwoord van:

haben

Slide 14 - Open vraag

wat is het voltooid deelwoord van:

lachen

Slide 15 - Open vraag

wat is het voltooid deelwoord van:

reservieren

Slide 16 - Open vraag

wat is het voltooid deelwoord van:

retten

Slide 17 - Open vraag

wat is het voltooid deelwoord van:

bestellen

Slide 18 - Open vraag

wat is het voltooid deelwoord van:

sein

Slide 19 - Open vraag

wat is het voltooid deelwoord van:

tanzen

Slide 20 - Open vraag

wat is het voltooid deelwoord van:

rauchen

Slide 21 - Open vraag

wat is het voltooid deelwoord van:

rauchen

Slide 22 - Open vraag

wat is het voltooid deelwoord van:

arbeiten

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

AN DIE ARBEIT
Nimm das Buch auf Seite 161 und mache Aufgabe 27


Slide 25 - Tekstslide

Welk vraagwoord moet je gebruiken?

........ spät endet dieses Konzert?
A
Wie
B
Wo
C
Wann
D
Wer

Slide 26 - Quizvraag

Welk vraagwoord moet je gebruiken?

........ willst du zu Hause bleiben?
A
Wie
B
Was
C
Wer
D
Warum

Slide 27 - Quizvraag

Welk vraagwoord moet je gebruiken?

........ kommst du?
A
Wann
B
Was
C
Woher
D
Wer

Slide 28 - Quizvraag

Welk vraagwoord moet je gebruiken?

........ ist denn das?
A
Wohin
B
Was
C
Wo
D
Wer

Slide 29 - Quizvraag

Welk vraagwoord moet je gebruiken?

........ essen wir heute Abend?
A
Wie
B
Was
C
Wohin
D
Wer

Slide 30 - Quizvraag