zintuigen

Hoe gaat het met jullie?
A: Super, B: Goed, C: ok, D; niet zo goed
A
Super
B
Goed
C
Ok
D
Niet zo goed
1 / 33
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe gaat het met jullie?
A: Super, B: Goed, C: ok, D; niet zo goed
A
Super
B
Goed
C
Ok
D
Niet zo goed

Slide 1 - Quizvraag

ZINTUIGEN   
THEMA 6

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
1. Basisstof 1
2. Basisstof 2
3. Zelfstandig werken
4. Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Het zintuigstelsel
Een orgaan dat reageert op een prikkel uit de omgeving
bv
warmte - kou - druk - aanraking - licht - geluid

Slide 4 - Tekstslide

DE ZINTUIGEN:
OOG         NEUS
OOR         TONG
HUID     

Slide 5 - Tekstslide

Centraal zenuwstelsel, met zintuigcellen en zenuwen

Slide 6 - Tekstslide

Onderdelen van het zenuwstelsel
Centrale zenuwstelsel
grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en het ruggenmerg

Perifere zenuwstelsel:
de zenuwen die alle lichaamsdelen verbinden met het centrale zenuwstelsel

Slide 7 - Tekstslide

Adequate prikkel
Zintuigen reageren niet op alle prikkels. Elk zintuig heeft een prikkel die bij het zintuig past.
Zo reageren je ogen niet op de prikkel geluid, maar wel op de prikkel licht.
De prikkel die bij het zintuig past heet de adequate prikkel.
Alle 5 onze zintuigen hebben hun eigen adequate prikkel

Slide 8 - Tekstslide

Hoe worden prikkels waargenomen?

Slide 9 - Tekstslide

Ontstaan van impulsen
Drempelwaarde  - Adequate Prikkel

Slide 10 - Tekstslide

Voelen

Slide 11 - Tekstslide

Ruiken

Slide 12 - Tekstslide

Geurprikkels

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Neus en tong
  • Werken samen om te proeven
  • Geurdeeltjes in de neus worden opgevangen door reukharen  (<-- uiteinden van zintuigcellen)

  • Smaakpapillen en smaakknopjes op de tong
  • Gevoelig voor één bepaalde smaak

Slide 15 - Tekstslide

Vragen?

Slide 16 - Tekstslide

Welke verschillende zintuigen zijn er?

Slide 17 - Open vraag

Welke soorten prikkels kunnen we waarnemen?

Slide 18 - Open vraag

Op de afbeelding zijn drie onderdelen van het centrale zenuwstelsel aangegeven.


Hoe heet onderdeel C?


A
Hersenstam
B
Ruggenmerg
C
Hoofdzenuw
D
Ruggenstam

Slide 19 - Quizvraag

Welke onderdelen horen bij het centrale zenuwstelsel? Let op: meerdere antwoorden kunnen goed zijn.
A
hersenen
B
ruggenmerg
C
zenuwen
D
zintuigen

Slide 20 - Quizvraag

De functies van zintuigen zijn......
A
Prikkels opvangen
B
Impulsen opvangen
C
Prikkels maken
D
Impulsen maken

Slide 21 - Quizvraag

Is het reukzintuig nodig om het verschil tussen aardbeien- en frambozenranja proeven?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Zet in de goed volgorde:
...1....worden opgevangen door ....2....., dan ontstaat er ......3......die naar de ......4........worden geleid.
A
1= impulsen 2= zintuigen 3=prikkels 4= hersenen
B
1= prikkels 2= zintuigen 3= impulsen 4 = hersenen
C
1= impulsen 2 = hersenen 3 = prikkels 4= zintuigen
D
1= prikkels 2= hersenen 3= impulsen 4= zintuigen

Slide 23 - Quizvraag

Wat zijn impulsen?
A
Elektrische signalen
B
Prikkels
C
Een ander woord voor zenuwen
D
Zintuigen

Slide 24 - Quizvraag

Welke van de onderstaande voorbeelden zijn prikkels voor zintuigen?
A
Licht, smaak, warmte
B
Geur, kou, pijn
C
Geluid, druk, aanraking
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 25 - Quizvraag

Een prikkel waarvoor een zintuig speciaal gevoelig is noemen we....
A
Adequate prikkel
B
Gewenning
C
Gezichtszintuigen
D
drempelwaarde

Slide 26 - Quizvraag

Hoe noem je het type prikkel waar een zintuig gevoelig voor is?
A
Drempelwaarde
B
Gewenning
C
Motivatie
D
Adequate prikkel

Slide 27 - Quizvraag

De kleinste prikkel die een impuls veroorzaakt is
A
de adequate prikkel
B
gewenning
C
de impuls frequentie
D
de drempelwaarde

Slide 28 - Quizvraag

Welke zintuigcel is het gevoeligst voor een bepaalde prikkel?

A
Zintuigcel met hoge drempelwaarde
B
Zintuigcel met lage drempelwaarde

Slide 29 - Quizvraag

Wat is een adequate prikkel
A
De prikkel waar een zintuig gevoelig voor is
B
De kleinste prikkel die een zintuig kan waarnemen
C
Een prikkel waar het zintuig ongevoelig voor is
D
Een signaal dat via de zenuwen naar de hersenen gaat

Slide 30 - Quizvraag

Begrippen
  • Zintuigcellen
  • Impuls (elektrisch signaal)
  • Drempelwaarde: Niet elke prikkel neem je waar.
  • Bewust worden van de waarneming

Slide 31 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak opdracht 1 tot en met 11 
ONLINE

- 2 en 5 (practicum) dus maak je niet

Slide 32 - Tekstslide

Het leerdoel voor deze les was:
Je kunt delen van het zenuwstelsel noemen, in afbeeldingen aanwijzen, en functies en werking ervan beschrijven. Heb je dit leerdoel behaald?
A
Ja
B
Nee

Slide 33 - Quizvraag