Kennismaken met robotica

• Natuur, Leven en Technologie
• Basisschool
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Groep 7,8
• Leerjaar 1,2

Kennismaken met robotica

Katya van Zaalen

2 september 2021

Hoe wordt een docent Nederlands een robotfanaat?

Wanneer zit je hier goed?

• Als je niets of nauwelijks iets over robotica weet, maar er wél iets meer over wil weten.
• Als je niets of nauwelijks iets over robotica weet en er eigenlijk ook niets over wil weten.
• Als je "bang" bent voor robots (je hebt een robofobie).

Robofoob?

10 tot 20% van de mensen is bang voor robots (Davey, 1997). Je bent dus niet de enige!

Wat is een robot precies? (1)

Eenvoudig gezegd is een robot een programmeerbare machine die zelfstandig een taak kan uitvoeren. Toch is niet iedere machine die dat kan, een robot. 

Zo kan een wasmachine weliswaar zelfstandig wassen, maar hij heeft de mens nodig bij het instellen van het wasprogramma. Een robot zou dat - als hij goed is geprogrammeerd - zelf kunnen!

Wat is een robot precies? (2)

Iedere robot heeft een "lichaam" en een "brein". 

Het lichaam van een robot - ook wel de hardware genoemd - kent veel verschijningsvormen. De meeste vormen lijken in meer of mindere mate op (een deel van) het lichaam van een mens.

Het brein van een robot - ook wel de denkkracht of software genoemd - maakt gebruik van kunstmatige of artificiële intelligentie.  

Weetjes

Het woord 'robot' is geen Amerikaanse uitvinding. Het is afkomstig van het Tsjechische 'robota', dat 'werken' betekent.

In 1956 wordt de eerste digitaal geprogrammeerde robot wél in Amerika gelanceerd. De Unimate is een robotarm, die in de auto-industrie wordt gebruikt om gloeiend hete gietsels op een lopende band te zetten.

Robofoob?

Lees en leer zoveel mogelijk over je angsten (MentaalVitaal, 2020). Daardoor kan je er beter met anderen over praten!

De androïde robot

De humanoïde robot

De service robot

De industriële robot

"In 2033 zal 47 procent van de banen in de geïndustrialiseerde landen 

worden vervangen door allerhande software, machines en robots."

Frey & Osborne, Oxford University, 2013

Hoeveel procent van de banen wordt in de geïndustrialiseerde landen
de komende 20 jaar daadwerkelijk overgenomen door robots (OESO, 2018)?

1. 14%
2. 27%
3. 38%
4. 45%

Voor welke taken worden industriële robots
op dit moment het meest ingezet?

1. voor taken die voor de mens te eentonig zijn
2. voor taken die voor de mens te gevaarlijk zijn
3. voor taken die voor de mens te moeilijk zijn
4. voor taken die voor de mens te zwaar zijn

Robot of mens?

Robot of mens?

De kwaliteiten van robots

Robots zijn sterker dan mensen. Ze worden minder snel moe en worden niet ziek.

Aan de slag I

Je gaat nu zelf een Joule-jeep bouwen, waarmee je energie kan opwekken/genereren. Dat doe je eerst met een handbediende generator en daarna met een elektrische generator.

De naam Joule-jeep komt niet zomaar uit de lucht vallen. De joule (symbool J) is vernoemd naar James Joule, die in 1840 ontdekte dat je een bepaalde hoeveelheid energie nodig hebt om een object van 1 kilo 1 meter te verplaatsen. Sinds die ontdekking wordt de joule gezien als de eenheid van energie. Net als dat de seconde wordt gezien als de eenheid van tijd.

Bouw nu een handbediende generator en de Joule-jeep en gebruik daarbij de bouwinstructies in boekje 1A en 1B tot bladzijde 15, stap 16.

Wat moet er dan nog wel aan het kunstwerk
worden toegevoegd?

Opdracht 1: Voorspellen en testen

Je gaat nu onderzoeken hoeveel joules je kan opwekken als je de generator van de Joule-jeep 60 seconden met de hand ronddraait. De resultaten houd je bij in een tabel.

 

1. Eerst doe je een voorspelling: hoeveel joules denk je dat je kan opwekken als je de generator van de Joule-jeep 60 seconden met de hand hebt rondgedraaid?
2. Dan doe je een eerste meting: hoeveel joules wek je in werkelijkheid op als je de generator van de Joule-jeep 60 seconden met de hand hebt rondgedraaid?
3. Daarna doe je een tweede meting: hoever kan de Joule-jeep rijden als je de generator 60 seconden met de hand hebt rondgedraaid? 
4. Afsluitend herhaal je de stappen 1 t/m 3 van je onderzoek nog twee keer.

Opdracht 2: Evalueren en beoordelen

Je gaat nu je onderzoeksresultaten bespreken en vergelijken met die van de groep.

1. Wat vind je achteraf van je eigen voorspelling?
   
2. Welke resultaten heb je behaald bij meting 1?
3. Welke resultaten heb je behaald bij meting 2?
4. Welke factoren kunnen van invloed zijn geweest op de resultaten?
5. Welke patroon kan je ontdekken in de resultaten?
6. Zijn de resultaten van je onderzoek betrouwbaar?
7. En waarom denk je dat?