Nieuwsbegrip Olympische Spelen

Nieuwsbegrip Olympische Spelen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nieuwsbegrip Olympische Spelen

Slide 1 - Tekstslide

Lees de titel en de inleiding
Regel 1-6.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is er bijzonder bij deze Olympische Spelen?
A
Er doen meer dan 10 duizend sporters mee.
B
De opening van de Spelen is op het water.
C
Sporters kunnen goud, zilver of brons winnen.

Slide 3 - Quizvraag

Lees het stukje: Zomerspelen
Lees je een moeilijk woord? Vraag aan de docent of Leah!

Slide 4 - Tekstslide

Waarom heet dit evenement de Olympische Spelen?
A
De Olympische Spelen zijn al heel oud.
B
3000 jaar geleden hielden de Grieken al Olympische Spelen.
C
De Olympische Spelen zijn vernoemd naar de stad Olympia.

Slide 5 - Quizvraag

Wat gebeurde er na 1924?
A
De eerste Winterspelen werden gehouden.
B
De eerste Zomerspelen werden gehouden.
C
De Olympische Spelen zijn vanaf dan alleen in Parijs.

Slide 6 - Quizvraag

Om de hoeveel jaar is er een Olympische Spelen?

Slide 7 - Open vraag

Lees het stukje: 
Groot evenement

Lees je een moeilijk woord? Vraag aan de docent of Leah!

Slide 8 - Tekstslide

4. Zoveel landen doen er ongeveer mee aan de Spelen.
3. Zoveel Nederlandse sporters doen er ongeveer mee. 
1. Zoveel sporten worden er gedaan.
2. Zoveel sporters doen er ongeveer mee aan de Olympische Spelen dit jaar.
200
10 000
32
300

Slide 9 - Sleepvraag

Lees het stukje: 
Paralympische Spelen

Lees je een moeilijk woord? Vraag aan de docent of Leah!

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste verschil tussen de Olympische Spelen en de
Paralympische Spelen?
A
De Olympische Spelen zijn voor sporters met een beperking.
B
De Paralympische Spelen zijn dit jaar in Parijs in Frankrijk.
C
De Paralympische Spelen zijn voor sporters met een beperking.

Slide 11 - Quizvraag

Lees het stukje: Opening
Lees je een moeilijk woord? Vraag aan de docent of Leah!

Slide 12 - Tekstslide

Wat is er bijzonder aan de starttijd van de Olympische Spelen?

Slide 13 - Open vraag

Extra vragen

Slide 14 - Tekstslide

Lees regel 4-6. Begin bij 'En...'
Wat is die?
A
de opening
B
dit jaar
C
het water

Slide 15 - Quizvraag

deze/die > de        dit/dat > het
Die is namelijk niet in een stadion, maar op het water.


De opening is namelijk niet in een stadion, maar op het water.

Lees altijd de zin ervoor! Daar staat (vaak) wat die of dat is.

Slide 16 - Tekstslide

Daar > een plaats
Een plek waar je kan zijn.
Bijvoorbeeld: een stad, een park, een winkel.

Voorbeeld:
De Olympische Spelen zijn in Parijs. Daar is het nu druk.

Slide 17 - Tekstslide

Lees regel 10: Daar ... vandaan.
Waar is daar?
A
In Olympia
B
In Parijs
C
Deze spelen

Slide 18 - Quizvraag

Lees regel 16-17. Begin bij 'Die...'
Wat zijn die?
A
200 landen
B
de wereld
C
de sporters

Slide 19 - Quizvraag

Lees regel 33-34: 'Daar ... sport'.
Waar is daar?
A
Bij de boten
B
Bij de beroemde gebouwen in Parijs.
C
Alleen bij de Notre-Dame.

Slide 20 - Quizvraag

Klaar

Slide 21 - Tekstslide