EBS helden

Online les II 
Tekst 3 EBS
Tekst 4 Alledaagse helden
Zakelijke brief
sollicitatie
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Online les II 
Tekst 3 EBS
Tekst 4 Alledaagse helden
Zakelijke brief
sollicitatie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

12) Hoe is in deze advertentie de verhouding tussen foto en tekst?
A
De foto licht de naam van de adverteerder toe.
B
De foto spoort de lezer aan een dagkaart te kopen.
C
De tekst van de advertentie is pas begrijpelijk door de foto.
D
De tekst van de advertentie verwijst naar de foto.

Slide 3 - Quizvraag

13) Wat zijn de belangrijkste doelen van deze advertentie?
A
amuseren en overtuigen
B
amuseren en tot handelen aansporen
C
informeren en overtuigen
D
informeren en tot handelen aansporen

Slide 4 - Quizvraag

14) De afkorting EBS staat eigenlijk voor Egged Bus Systems. Deze advertentie geeft ook een andere uitleg aan deze afkorting, namelijk Echt Bewust Schoon.

Hiermee wordt
A
aangegeven dat de bussen niet uniek voor dit busbedrijf zijn
B
benadrukt dat de nieuwe bussen beter voor het milieu zijn
C
duidelijk gemaakt dat de maatschappij nieuwe bussen gebruikt
D
een afkorting van nu geschikt gehouden voor toekomstig gebruik

Slide 5 - Quizvraag

Tekst 4      Alledaagse helden
15) Het onderwerp van een tekst kan worden ingeleid door
1 de mening van de schrijfster van het artikel te noemen
2 een korte samenvatting vooraf te geven
3 een voorbeeld bij het onderwerp van de tekst te geven
4 de aanleiding te noemen tot het schrijven van de tekst.
Hoe wordt het onderwerp van deze tekst in alinea 2 ingeleid? 

Dus we gaan eerst alinea 1 & 2 lezen. 

Slide 6 - Tekstslide

Alledaagse helden
(1) Ze wagen hun leven om kinderen uit een brandend huis te halen of slachtoffers uit een autowrak te hijsen. Zonder nadenken trappen ze die deur in of springen ze in het ijskoude water en toch vinden ze het achteraf niets bijzonders.

(2) Moederziel alleen zwierf de 12-jarige Samuel over het Poolse platteland. Het was augustus 1942 en volop oorlog. Hij zou het zeker niet hebben overleefd, als hij na twee dagen lopen niet zijn heldin was tegengekomen. Malwina, een vriendelijke Poolse boerenvrouw, redde het Joodse jongetje met gevaar voor eigen leven. Ze leerde hem zich voor te doen als een katholiek, gaf hem een andere naam en nieuwe kleren. Zo overleefde hij de oorlog. Samuel Oliner is inmiddels 74, woont in Californië en is een gerespecteerd professor in de sociologie geworden. Hij deed o.a. onderzoek naar de persoonlijkheid van mensen die belangeloos hun eigen leven riskeren om anderen te helpen. Onlangs verscheen er een door hem geschreven boek over. 

Slide 7 - Tekstslide

15) Het onderwerp van een tekst kan worden ingeleid door
1 de mening van de schrijfster van het artikel te noemen
2 een korte samenvatting vooraf te geven
3 een voorbeeld bij het onderwerp van de tekst te geven
4 de aanleiding te noemen tot het schrijven van de tekst.
Hoe wordt het onderwerp van deze tekst in alinea 2 ingeleid?
A
door 1 en 2
B
door 2 en 3
C
door 3 en 4
D
door 1 en 4

Slide 8 - Quizvraag

Gebruik onderstaande informatie voor het beantwoorden van de vragen 2 t/m 4
We kunnen de tekst verdelen in 6 delen:
Deel 1 alinea 1
Deel 2 alinea 2
Deel 3 alinea’s 3 en 4
Deel 4 alinea’s 5 en 6
Deel 5 alinea’s 7, 8 en 9
Deel 6 alinea’s 10 en 11 

Slide 9 - Tekstslide

Alinea 3 + 4
(3) Een held word je niet zomaar. Om een medaille te krijgen van het Amerikaanse Carnegie-heldenfonds gelden bijvoorbeeld strenge criteria: je moet vrijwillig je eigen leven hebben geriskeerd om een ander te helpen of om iemand te redden. Het mag niet je beroep zijn en je moet je leven ‘op een buitengewone manier’ in de waagschaal hebben gesteld. Een lijst met 41 vragen helpt de onderzoekers van het fonds de ware helden te onderscheiden. Er is veel discussie geweest over wat het criterium ‘buitengewoon’ inhoudt. “De redder”, zegt de directeur van het fonds, “moet tegenover een reëel gevaar staan.”

(4) De Nederlandse tak van het heldenfonds is wat milder. “Het gevaar voor eigen leven wordt ruim opgevat,” vertelt secretaris Hans de Vries. De meest voorkomende heldendaden zijn het redden van mensen uit het water, uit te water geraakte auto’s en uit autowrakken na een ongeluk. 

Slide 10 - Tekstslide

16) Welk kopje geeft het beste de inhoud weer van deel 3 (alinea’s 3 en 4)?
A
Buitengewone moed
B
Criteria
C
Nederland soepeler
D
Vragenlijsten

Slide 11 - Quizvraag

Alinea 5 + 6
(5) Bij branden en ongelukken hebben slechts enkele mensen de moed om zelf in te grijpen. Wat zijn dat voor mensen? Sam Oliner beschrijft de eigenschappen van de held in zijn pas verschenen boek. Hij interviewde duizenden helden en onderscheidde zeven kenmerken. De eerste eigenschap is het niet kunnen aanzien dat andere mensen lijden. In de tweede plaats is deze mensen een sterk besef van normen en waarden bijgebracht, bijvoorbeeld door hun gezin of de gemeenschap. Het derde kenmerk is, dat die normen en waarden gekoppeld zijn aan verantwoordelijkheidsgevoel voor de mensen om zich heen. Het vierde kenmerk, zegt Oliner, is een gevoel van verbondenheid met de mensheid, zoals niet-joden die in de oorlog Joden hielpen. Tot slot noemt Oliner nog drie essentiële persoonlijkheidskenmerken: een gezond zelfvertrouwen, moed en het gevoel de situatie fysiek aan te kunnen.

(6) Het laatste kenmerk was ook al gevonden in een onderzoek naar waarom vaak veel mensen niét en enkele andere wél ingrijpen bij een ongeluk of ramp. De mensen die wél actie ondernemen, zijn vaak groter, sterker en beter getraind. Ze hebben meer vertrouwen in hun fysieke kwaliteiten en zijn vaak ook meer gewend aan spannende situaties. Vertrouwen in de eigen fysieke kracht is volgens mij de reden
dat actiehelden – die drenkelingen redden en kinderen uit brandende huizen halen – meestal mannen zijn. Dit soort heldenmoed krijgt de meeste publiciteit. 

Slide 12 - Tekstslide

17) Welk kopje geeft het beste de inhoud weer van deel 4 (alinea’s 5 en 6)?
A
Fysieke kwaliteiten
B
Kenmerken helden
C
Mannen en vrouwen
D
Normen en waarden

Slide 13 - Quizvraag

Alinea 7, 8 en 9
(7) Maar er zijn ook andere helden. Twee Amerikaanse psychologen onderzochten vijf groepen mensen, die anderen onbaatzuchtig1) hielpen met gevaar voor eigen leven. Ze bestudeerden de ‘actiehelden’ van het heldenfonds en mensen die in de oorlog Joden hielpen en bovendien nog nierdonoren en twee groepen vrijwilligers van hulporganisaties.

(8) De psychologen ontdekten dat de medaillewinnaars van het heldenfonds meestal mannen zijn. Bij de andere
groepen zijn de vrouwen beter vertegenwoordigd. Van de niet-joden die in de oorlog Joden hielpen, is meer dan de helft vrouw, zoals in Nederland en Polen. 

(9) Nierdonoren zijn natuurlijk heel andere helden dan verzetshelden, maar ze nemen toch risico’s ten behoeve van een ander. Ze hebben soms pijn en het duurt een paar maanden voordat ze weer de oude zijn. Vrouwen staan vaker een nier af dan mannen: 57 procent van de Amerikaanse nierdonoren is vrouw. Bij de vrijwilligers van de hulporganisaties is ruim 60 procent vrouw. Vrouwelijke heldendaden spreken dan wel minder tot de verbeelding, zo concluderen de twee psychologen, maar dat is geen reden om hun aandeel over het hoofd te zien. Als heldenmoed bestaat uit de bereidheid om risico's te nemen en je kunnen inleven in anderen, dan scoren mannen hoger op het eerste element en vrouwen op het tweede. 

Slide 14 - Tekstslide

18) Welk kopje geeft het beste de inhoud weer van deel 5 (alinea’s 7,8 en 9)?
A
Joodse en niet-joodse helden
B
Oorlog en vrede
C
Pijn lijden
D
Soorten helden

Slide 15 - Quizvraag

Alinea 10 + 11
(10) Man of vrouw, de ware held is bescheiden. Ik vind het opvallend dat de
meeste helden, gevraagd naar hun motief, zeggen: “Ik had geen keus, ik deed gewoon wat ieder fatsoenlijk mens zou doen in deze situatie.” Bescheidenheid is natuurlijk iets wat altijd hoort bij heldendom: iemand die zichzelf op de borst klopt, valt in onze ogen snel van zijn voetstuk. Er is een psychologische verklaring voor deze bescheidenheid, namelijk dat helden zich soms opstellen als antiheld om hun herinneringen aan de vaak gruwelijke gebeurtenissen draaglijker te maken. Door hun eigen heldendom te relativeren, nemen ze als het ware afstand van hun pijnlijke ervaringen. 

(11) Hoe bescheiden ze ook zijn, gelukkig geven alledaagse helden ons
vertrouwen in het goede van de mens. In 2004 was het precies honderd jaar geleden dat het Carnegie-heldenfonds werd opgericht. Een citaat uit het jubileumboek: “Al deze helden vertonen een zeldzame eigenschap: die van onbaatzuchtigheid in de uiterste vorm. Dit laat zien dat de menselijke natuur uiteindelijk nobel is. We kunnen veel van hen leren. Houdt ze in ere.” 

Slide 16 - Tekstslide

19) In de alinea’s 10 en 11 van de tekst komen twee kenmerken van helden aan bod.
* Welke twee kenmerken zijn dat?
Gebruik per kenmerk niet meer dan één woord.

Slide 17 - Open vraag

20) Wat is het verband tussen alinea 5 en alinea 6?
A
Alinea 6 is een uitwerking van een element uit alinea 5.
B
Alinea 6 zwakt het gestelde in alinea 5 af.
C
De alinea’s 5 en 6 vormen samen een opsomming.
D
De alinea’s 5 en 6 vormen samen een tegenstelling.

Slide 18 - Quizvraag

Lees eerst het onderstaande stukje tekst en beantwoord pas daarna vraag 7. 
Wilma ter Heege coördineert al meer dan 30 jaar noodhulp in oorlogsgebieden, bijvoorbeeld in Afrika. Vrienden en familieleden noemen haar soms een held, maar zelf vindt ze dat niet. “Ik beschouw bepaalde mensen ter plaatse pas als helden. Zoals de ambulancechauffeur in Kabul die met gevaar voor eigen leven een conflictgebied inreed, om de gewonden op te halen. Het zijn juist die helden die me hoop geven, zodat ik dit werk kan blijven doen.” 

Slide 19 - Tekstslide

21) Wilma ter Heege geeft in bovenstaande korte tekst aan hoe ze over haar ‘held’-zijn denkt.

Welke alinea uit de lange tekst ‘Alledaagse helden’ sluit het beste aan bij haar mening over haar eigen heldendom?

A
alinea 6
B
alinea 8
C
alinea 9
D
alinea 11

Slide 20 - Quizvraag

22) Welke zin geeft het beste de hoofdgedachte weer van deze tekst?
A
Helden zijn niet allemaal gelijk, je kunt ze verdelen in verschillende soorten die hun eigen kenmerken hebben.
B
In Amerika is er op grotere schaal onderzoek gedaan naar het held-zijn dan in Nederland.
C
Mannelijke actiehelden krijgen meestal meer publiciteit dan de andere helden, die meestal vrouwen zijn.
D
Jonge helden zijn bereid vaker risico te nemen, terwijl oudere helden zich beter kunnen inleven in andere mensen.

Slide 21 - Quizvraag

23) Een schrijver kan gebruik maken van:
1 feiten
2 zijn/haar eigen mening
3 de mening van anderen.
Waarvan maakt de schrijfster van deze tekst gebruik?
A
alleen 1 en 2
B
alleen 1 en 3
C
alleen 2 en 3
D
1, 2 en 3

Slide 22 - Quizvraag

24) Wat is het voornaamste doel van de schrijfster met deze tekst?
A
gevoelens tot uitdrukking brengen
B
informeren
C
overtuigen
D
tot handelen aansporen

Slide 23 - Quizvraag

Sollicitatiebrief
- je opent in magister het document dat ik daar voor je heb klaargezet;
- download deze in jouw Office365;
- in dat document schrijf je de zakelijke / sollicitatiebrief;
- vervolgens upload je jouw document weer in magister;
- op die manier kan ik jou feedback geven op jouw werk
- uiterlijke inlevermoment: vrijdag 18 december voor 10.15u.  

Slide 24 - Tekstslide