Sherlock holmes
1 / 24
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
What do you know about Sherlock
Holmes?
Holmes?
Slide 3 - Woordweb
Benoem alles waar je aan denkt als je de naam Sherlock Holmes hoort.
Have you ever seen a movie or read a story about Sherlock Holmes?
A
Yes
B
No
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
- Britse arts
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Video
Deze slide heeft geen instructies
When did Arthur Conan Doyle start to write?
A
before he was a doctor
B
while waiting for patients
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
One of the reasons that Sherlock Holmes became famous was because a new law said that everybody should be able to read and write.
A
Correct
B
Incorrect
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Arthur Conan Doyle only wrote crime stories.
A
correct
B
incorrect
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Welk uiterlijk kenmerk wordt niet genoemd die hoort bij Sherlock Holmes?
A
Zijn lange jas
B
Zijn pijp
C
Zijn vergrootglas
D
Zijn geruite jagers pet
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk bij-persoon wordt niet genoemd
A
Zijn aartsvijand Moriarty
B
Zijn huishoudster mw. Hudson
C
Zijn rechterhand Dr. Watson
D
Mary de vrouw van Watson
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het beroep van Sherlock Holmes?
A
Politie agent
B
Spion
C
Detective
D
Dokter
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Sommige kenmerken zijn niet bedacht door de schrijver.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is waar?
A
Het uiterlijk van Sherlock is vaak aangepast.
B
Het uiterlijk van Sherlock komt overeen met de boeken.
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 24 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
