Meander AK thema 3 les 4 samenvatting

Meander AK thema 3 les 4 spel
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Meander AK thema 3 les 4 spel

Slide 1 - Tekstslide

Welk deel van Nederland is laag Nederland?

  A             B

Slide 2 - Tekstslide

Hoe noem je een gebied waar eerst water was, maar nu niet meer. Het water is weggepompt. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de juiste volgorde?

 
 
1.  Er ontstaan polders
2. Boeren hebben platteland nodig 
3. Polders worden drooggehouden
4. Meren en plassen worden leeggepompt 

Slide 4 - Tekstslide

Welk deel van Nederland bestaat vooral uit klei?



A: Laag Nederland
B: Hoog Nederland

Slide 5 - Tekstslide

Hoe ziet het landschap van hoog Nederland eruit?

Slide 6 - Tekstslide

A
B

Slide 7 - Tekstslide

Dit noem je heide. In welke provincie komt de grootste heide voor?

A: Drenthe
B: Zuid-Holland
C: Groningen

Slide 8 - Tekstslide

Welk team legt het beste uit?



Hoe ontstaat een heide?

Slide 9 - Tekstslide

Welk team legt het beste uit?



Waarom is er meer landbouw in hoog Nederland dan in laag Nederland?


Slide 10 - Tekstslide

In welke provincie ligt het laagste punt van Nederland?

A: Groningen
B: Noord-Holland
C: Zeeland 
D: Zuid-Holland

Slide 11 - Tekstslide

In welke provincie ligt het hoogste punt van Nederland?

A: Zeeland
B: Utrecht
C: Limburg
D: Noord-Brabant

Slide 12 - Tekstslide

Welke kleur is de provincie Utrecht?

Slide 13 - Tekstslide

Welke kleur is de provincie Zeeland?

Slide 14 - Tekstslide

Welke kleur is de provincie Noord-Holland?

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het woord wat aangeeft hoe hoog het water staat?

Slide 16 - Tekstslide

Hoe noemen we een verhoging van land aan het water?

Slide 17 - Tekstslide

Welke afkorting gebruiken wij in Nederland om aan te geven hoe hoog het water op dit moment staat?

Slide 18 - Tekstslide

Hoe noemen we dit?

Slide 19 - Tekstslide

Wat is de reden van inklinking?

A: Mensen die over de bodem lopen
B: Zand waait weg
C: Zon warmt op en klei droog/krimpt

Slide 20 - Tekstslide

Wat is nummer 2?

Slide 21 - Tekstslide

Wat is nummer 3?

Slide 22 - Tekstslide

Einde 
Wie heeft gewonnen?

Slide 23 - Tekstslide