Zwangerschap

4.6 Zwangerschap
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

4.6 Zwangerschap

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling de man en de vrouw


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt aangewezen met nummer 7?
A
Bijbal
B
Blaas
C
Prostaat
D
Teelbal

Slide 3 - Quizvraag

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg
Waar worden de zaadcellen geproduceerd
A
Bijbal
B
Eikel
C
Prostaat
D
Teelbal

Slide 4 - Quizvraag

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg
Nummer 11 is de
A
Spermakanaal
B
Urinebuis
C
Urineleider
D
Zaadleider

Slide 5 - Quizvraag

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg
Welk onderdeel wordt aangegeven bij nummer 6?
A
Bijbal
B
Eikel
C
Prostaat
D
Teelbal

Slide 6 - Quizvraag

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg
In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw komt het maagdenvlies voor?
A
In de baarmoeder
B
In de grote schaamlippen
C
In de vagina
D
In de kleine schaamlippen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang kunnen zaadcellen blijven leven in het voortplantingsstelsel van de vrouw?
A
0-12 uur
B
12-24 uur
C
3-5 dagen
D
7-10 dagen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke organen heeft een vrouw voor de voortplanting?
A
De nieren en de lever
B
De longen en het hart
C
De baarmoeder en de eierstokken
D
De hersenen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In dit deel van het voortplantingsstelsel van de vrouw liggen eicellen
A
Eileider
B
Eierstokken
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4.6 Zwangerschap: leerdoelen
1: hoe gaat de bevruchting
2: hoe gaat het innestelen
3: embryo en foetus
4: hoe voorkom je een zwangerschap
5: hoe beëindig je een zwangerschap

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bevruchting
Als de kern van een zaadcel samensmelt met de kern van een eicel dan is dat een bevruchting.

De bevruchting 
vindt in de eileider 
plaats. 


 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Innesteling
innesteling:
Het klompje cellen zet zich vast in het baarmoederslijmvlies.

De vrouw is dan zwanger.





Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom klas 2
Je hebt nodig:
- werkboek B
- aantekeningenschrift
timer
2:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.6: De zwangerschap
timer
2:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwangerschap

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe groeit een kind in de baarmoeder?
  • Op de plaats waar het embryo is ingenesteld groeit de placenta.

  • Het embryo is via de navelstreng bevonden met de placenta.

  • Het vruchtwater met de vruchtvliezen beschermen tegen stoten, uitdroging en temperatuur.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Navelstreng
Verbindt het embryo met de placenta. 
Bestaat volledig uit weefsel van het embryo. 
3 bloedvaten lopen door de navelstreng:
2 navelstrengslagaders 
(embryo->placenta)
1 navelstrengader 
(placenta -> embryo)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

na 3 weken bloedvaten embryo gevormd
navelstreng = cellen foetus (1 ader, 2 slagaders)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ligging van de baby

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prenataal onderzoek
Onderzoek van de baby tijdens de zwangerschap.
4 manieren:
- Echo, apparaat van buiten af de baby zichtbaar maken
- Vlokkentest, cellen worden weggehaald uit de groeiende placenta. Hier wordt naar DNA gekeken voor erfelijke ziektes
- Vruchtwaterpunctie, cellen van de foetus worden weggehaald uit vruchtwater. Ook kijken naar DNA
- NIPT (niet-invasieve prenatale test), bloedonderzoek van bloed van de moeder.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Echografie

Echografie (echo) wordt gebruikt om tijdens de zwangerschap de baby te controleren
Geluidsgolven die terugkaatsen in het lichaam worden omgezet in bewegende beelden.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vlokkentest
Vruchtwaterpunctie

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NIPT test vanaf 11 weken
NIPT: Non-Invasieve Prenatale Test (=bloedonderzoek moeder)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
  1. Lees blz. 62 t/m 66
  2. Maak opdracht 1 t/m 3
  3. Opdracht 1 t/m 3 bespreken
  4. Afsluiting + Huiswerk.
    (Leer de aantekeningen en maak 
    opdracht 1 t/m 5).

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.6: Opdracht 1

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.6: Opdracht 2

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.6: Opdracht 3

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk + Evaluatie
Huiswerk:
Afmaken opdracht 1 t/m 5

Evaluatie:
Hoe vonden we de les gaan?
Spullen voor elkaar/Gedrag/Zelfstandig werken...
Wat heb jij onthouden van deze les?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thuis oefenen
Maak de oefeningen in deze LessonUP 
en bekijk het filmpje over zwangerschap.


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vruchtwater
Het embryo drijft in het vruchtwater. Het vruchtwater beschermt het emrbyo tegen stoten, uitdroging en temperatuurverandering.
Embryo
Het kind heet in de baarmoeder: embryo.
Navelstreng
Verbinding tussen de placenta en het embryo. In de navelstreng zitten bloedvaten.
Placenta
Deel van de baarmoederwand waar bloed van de moeder vlak langs bloed van het embryo stroomt. Daarom kunnen ze stoffen en zuurstof uitwisselen.
Bloedvaten embryo
Deze bloedvaten raken de bloedvaten van de moeder niet.
Bloedvaten moeder
Door de placenta kunnen er zuurstof en voedingsstoffen aan de baby gegeven worden. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ovulatie
Bevruchting
Celdeling
Innesteling

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kern van de zaadcel smelt samen met de kern van de eicel
Klompje cellen zet zich vast in het baarmoederslijmvlies
Eicel komt vrij uit de eierstok in de eileider
ovulatie
bevruchting
innesteling

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een vrouw kan zwanger worden
A
14 dagen na de 1e dag van de menstruatie
B
tijdens de menstruatie
C
28 dagen na de menstruatie
D
7 dagen na de menstruatie

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wanneer ben je zwanger?
A
Als de eisprong is geweest
B
Als de bevruchte eicel is ingenesteld
C
Als de eicel en zaadcel samen zijn samengesmolten
D
Als de zaadcel de eicel heeft bevrucht

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Een vrouw die zwanger is heeft geen menstruatie meer.
2. Een vrouw die zwanger is heeft geen ovulaties meer.
A
1 is waar , 2 is niet waar
B
1 is niet waar, 2 is waar
C
1 en 2 zijn waar
D
1 en 2 zijn niet waar

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies