Brazilië - oefenvragen

Wat hebben de BRICS-landen gemeen?
A
Hoge verstedelijkingsgraad
B
Goed in voetbal
C
Groeiende economie
D
Hoge welvaart
1 / 12
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat hebben de BRICS-landen gemeen?
A
Hoge verstedelijkingsgraad
B
Goed in voetbal
C
Groeiende economie
D
Hoge welvaart

Slide 1 - Quizvraag

Welke zin is waar m.b.t. favela's?
A
In favela's ligt het BNP hoog
B
In oude favela's zijn meer voorzieningen dan in nieuwe favela's
C
Favela's liggen vooral langs de zee
D
Favela's zijn door planologen ontworpen

Slide 2 - Quizvraag

In welke fase van het demografisch transitiemodel zit Brazilië?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 3 - Quizvraag

Wat zegt de Lorenzcurve
over de inkomensverdeling
in Brazilië?
A
Inkomensverschillen zijn kleiner geworden, maar nog niet gelijk.
B
In het verleden waren inkomens volledig gelijk verdeeld
C
Inkomensverschillen zijn groter geworden.
D
Er is een sterke rijke elite ontwikkeld.

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer ligt de lijn van lage druk van het ITCZ zo ver mogelijk naar het zuiden van Brazilië?
A
in juli
B
in september
C
in maart
D
in januari

Slide 5 - Quizvraag

1
2
3
Hoogland van Guyana
Amazone bekken
Hoogland van Brazilië

Slide 6 - Sleepvraag


Wat is de belangrijkste oorzaak van de bevolkingsgroei in Brazilië?
A
Natuurlijke bevolkingsgroei
B
Sociale bevolkingsgroei

Slide 7 - Quizvraag

De Cerrado kent een
A
Af-klimaat
B
Aw-klimaat
C
BS-klimaat
D
Cf-klimaat

Slide 8 - Quizvraag

Waaraan dankt Brazilië de vele mineralen, zoals ijzererts, bauxiet en goud?
A
Toen Zuid-Amerika en Afrika uiteen dreven kwamen mineralen bij de breuk door vulkanisme omhoog
B
Door hoge druk en temperatuur bij het ontstaan van aardolie
C
Door het tropische klimaat
D
In het tropisch regenwoud is er een snelle vorming van materialen

Slide 9 - Quizvraag

Cerrado
Pampa
Pantanal
Caatinga

Slide 10 - Sleepvraag

Landgrabbing of landroof betekent dat
A
Kleine boeren zich stukjes nog niet gebruikte grond toe-eigenen
B
Grootgrondbezitters en buitenlandse bedrijven kopen grote stukken grond
C
De plaatselijke bevolking stukken grond afpakt van de grootgrondbezitters

Slide 11 - Quizvraag

De meeste buitenlandse investeringen worden gedaan......
A
in het binnenland
B
aan de kust

Slide 12 - Quizvraag