Vragers & Aanbieders Hoofdstuk 4 De arbeidsmarkt (3)

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet waarom het "product arbeid" niet homogeen is.
  • Je kent het begrip "cao" en je kunt aangeven welke partijen een cao afsluiten.
  • Je kunt het verschil aangeven tussen een vast en flexibel arbeidscontract.
  • Je kunt uitleggen wat er gebeurt als het feitelijke loon niet gelijk is aan het evenwichtsloon.


Slide 2 - Tekstslide

CAO

  • Collectieve Arbeidsovereenkomst
  • Een overeenkomst tussen werkgevers en werknemers over arbeidsvoorwaarden. 
  • Alle bedrijven die onder een CAO vallen, moeten zich houden aan de regels van de CAO
  • Werkgevers vertegenwoordigd door werkgeversorganisaties
  • Werknemers vertegenwoordigd door vakbonden

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Vakbonden in Nederland
Een vakbond is een organisatie die de individuele en collectieve belangen behartigt van aangesloten werknemers. Bekende vakbonden zijn de FNV en CNV. Je betaald contributie om lid te zijn van de vakbond (denk eens aan 'meeliften'.)

Nederland kent steeds minder vakbondsleden. Was dat nog 33% van alle werkenden in 1970, inmiddels is dat nog minder dan 15%. Er zijn nog wel andere echte vakbondslanden, zoals België.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Minimumloon
Per 1-1-2023

Slide 7 - Tekstslide

Minimum loon (effect)

Slide 8 - Tekstslide

Arbeidsmarkt (kenmerken)
De arbeidsmarkt is geen perfecte markt omdat hij minder flexibel is door:
  • demografische factoren (zoals vergrijzing)
  • stand van de economie (arbeid is een grote kostenpost voor bedrijven)
  • invloed van de overheid (zoals het minimum loon) en werkgever- en werknemersorganisaties (zoals de CAO = Collectieve Arbeids Overeenkomst)
  • het 'product arbeid' is niet homogeen (zoals kwaliteiten, opleiding en specialisatie)
  • geen vrije toetreding (zoals opleiding) en uittreding (zoals ontslagrecht)
  • arbeidscontract: vast/flexibel, tijdelijk/onbepaalde tijd en fulltime/parttime
  • verplichte verzekeringen tegen ziekte, arbeidsongeschiktheid, werkloosheid en pensioen

  • Gevolg: flexibilisering van de arbeidsmarkt met ZZP'ers en zelfstandigen met personeel 

Slide 9 - Tekstslide

Arbeidsmarktflexibiliteit
Arbeidsmarkt is NIET flexibel
- Arbeid is niet homogeen maar heterogeen
- Wetgeving over bijvoorbeeld ontslagbescherming
- CAO
- Minimumloon

Arbeidsmarkt is WEL flexibel
- flexibele contracten
- veel ZZP'ers

Slide 10 - Tekstslide

Minimum loon (effect)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

ASML in Eindhoven verhuist zijn fabriek naar Tsjechië, welke soort soort werkloosheid kan dan ontstaan?
A
conjuncturele werkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
frictie werkloosheid
D
seizoen werkloosheid

Slide 13 - Quizvraag

De vraag naar arbeid is/zijn de ...
A
werkgelegenheid
B
beroepsbevolking
C
vacatures
D
werklozen

Slide 14 - Quizvraag

Het aanbod van arbeid bestaat uit ...
A
mensen in loondienst + zelfstandigen + vacatures
B
mensen in loondienst + zelfstandigen + werklozen
C
werknemers + zelfstandigen
D
werknemers + werklozen

Slide 15 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van een arbeidsmarktinstitutie?
A
CAO
B
vakbond
C
werkloosheid
D
minimumloon

Slide 16 - Quizvraag

Hoe zou je de arbeidsmarkt kunnen typeren?
A
monopolie
B
oligopolie
C
monopolistische concurrentie
D
volkomen concurrentie

Slide 17 - Quizvraag

Bespreken
Opdracht 4.9 t/m 4.11

Slide 18 - Tekstslide

Opgave 4.9
Stel dat door de economische groei de vraag naar vervoer,
en daarmee truckers, stijgt naar Qv = -L + 50.000

a. Teken de nieuwe vraaglijn.
b. Hoeveel truckers worden er bij elk loon meer gevraagd dan in de uitgangssituatie?
  • Bij elk loon worden nu 50.000 – 45.000 = 5.000 truckers meer gevraagd.
c. Bereken het nieuwe evenwichtsloon en -hoeveelheid.
  • Qa = Qv  → 2L – 30.000 = -L + 50.000 →  2L + L = 50.000 + 30.000
  • 3L = 80.000 → L = 80.000 / 3 = € 26.667
  • L invullen in Qa of Qv → 2 × 26.667 – 30.000 = 23.334 truckers
d. Leg uit dat er in de evenwichtssituatie onder de truckers geen werkloosheid is.

Slide 19 - Tekstslide