M & Z H 1 Werken in de zorg

Mens en zorg
  • registreren op www.uitgeversgroep.nl
  • leerlingnummer@live.pantarijn.nl en wachtwoord (zelfde als magister is handig)
  • licentie activeren (code achterop je boek), je hebt het boek nu digitaal (e-boek)
  • opdrachten maak je in het e-boek, je leest uit je papieren boek.
  • zet www.uitgeversgroep.nl bij je favorieten (inloggen gaat rechtstreeks, niet via magister)
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Mens en zorg
  • registreren op www.uitgeversgroep.nl
  • leerlingnummer@live.pantarijn.nl en wachtwoord (zelfde als magister is handig)
  • licentie activeren (code achterop je boek), je hebt het boek nu digitaal (e-boek)
  • opdrachten maak je in het e-boek, je leest uit je papieren boek.
  • zet www.uitgeversgroep.nl bij je favorieten (inloggen gaat rechtstreeks, niet via magister)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitgeversgroep

Als je er niet bij staat gebruik dan de deelcode b7p8j om je in te schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klascode voor LessonUp
https://LessonUp.app/invite/group/ghmwd
( staat ook in de studiewijzer)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mens en zorg
Hoofdstuk 1 – Werken in de zorg

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen: kennen
  • je kunt verschillende zorgorganisaties benoemen
  • je kunt het verschil tussen een verpleeg-en verzorgingshuis benoemen
  • Je kunt met voorbeelden uitleggen wat het verschil tussen persoonlijke verzorging en verpleging is
  • Je kunt oorzaken noemen van een verstandelijke beperking en voorbeelden geven
  • Je kunt 3 doelgroepen binnen de Zorg voor mensen met beperking noemen 
  • Je kunt uitleggen wat een visuele beperking is en voorbeelden geven
  • Je kunt uitleggen wat een auditieve beperking is en voorbeelden geven
  • je kunt verschillende vakopleidingen opnoemen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doen

  • Lees in je papieren boek Hoofdstuk 1 blz 151 t/m 156 
  • Maak de opdrachten 1.01, 1.02, 1.03 1.04 en 1.05 in je e-boek
timer
25:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen: Kunnen

  • Je kunt een zorginstelling bij jou in de buurt onderzoeken
  • Je kunt je keuze voor deze instelling motiveren
  • Je kunt motiveren of je in deze zorginstelling wilt werken

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem verschillende soorten zorgorganisaties:

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende soorten zorgorganisaties


  • thuiszorg
  • verpleeg- en verzorgingshuis
  • zorginstelling voor mensen met een beperking
  • zorginstelling voor mensen met een psychiatrische stoornis


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thuiszorg
Persoonlijke verzorging
Verpleging 

Kraamzorg 

het geven van een injectie,
 het verzorgen van een wond of
 het geven van zuurstof.
hulp bij o.a. het douchen, aan- en uitkleden, steunkousen aan- en uittrekken, naar de wc gaan, scheren, tanden poetsen. 
 zorg aan de kraamvrouw en pasgeborene

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Match de begrippen met de voorbeelden
Alle activiteiten die je onderneemt om voor jezelf te zorgen
Als iemand zelfstandig zijn zorgbehoeften kan bevredigen
Wanneer iemand niet in staat is om alle zelfzorgactiviteiten zelfstandig te verrichten, worden deze door familieleden of vrienden overgenomen
iemand die beroepsmatig zorg verleent en daarvoor een opleiding heeft gevolgd


   Zelfzorg


   Zelfredzaamheid


  Mantelzorg

Professionele zorg

Slide 11 - Sleepvraag

Kenmerken zelfzorg
Zelfzorg richt zich op het zelfstandig vervullen van verschillende behoeften op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied.
Zelfzorg richt zich eveneens op de directe leefomgeving en omstandigheden die van invloed zijn op het lichaam, de psyche en de sociale interactie. Zelfzorg kan dus ook betekenen dat je zorgt dat je in een schone keuken eten bereidt, zodat je niet ziek wordt. Maar het kan bijvoorbeeld ook betekenen dat je contacten onderhoudt met je vrienden, zodat je niet vereenzaamt.
Zelfzorg vindt vanuit de eigen motivatie en op eigen initiatief plaats; zelfzorg gebeurt vanuit de eigen regie.
Vereisten voor zelfredzaamheid zijn:
het hebben van een zekere kennis, bijvoorbeeld weten dat het hygiënisch is om je handen te wassen voor het eten, of dat je zelf het initiatief moet nemen om een contact te onderhouden;
het beschikken over bepaalde vaardigheden, zoals het huis op orde kunnen houden, een gesprek aan kunnen knopen en belangstelling kunnen tonen, keuzes kunnen maken, om hulp of informatie kunnen vragen
Kenmerken mantelzorg
Kenmerken van mantelzorg zijn:
Er is een relatie tussen degene die de zorg biedt en degene die de zorg ontvangt. Die relatie bestond al voordat de zorg begon.
Het gaat om algemene zorg, bijvoorbeeld medicijnen halen bij de apotheek of oppassen bij een zieke.
De zorg wordt gegeven op verzoek van de zorgvrager of als de zorgvrager het nodig heeft, maar deze niet meer kan vragen. Het is belangrijk dat de zelfstandigheid van de zorgvrager hierbij wordt gerespecteerd.
Vaak is sprake van wederkerigheid. De rol van zorgvrager en zorgverlener zijn in principe verwisselbaar, omdat de relatie in de basis op gelijkheid is gebaseerd.
Voor mantelzorg wordt niet betaald, want er is sprake van emotionele betrokkenheid.
Voor mantelzorg is geen speciale deskundigheid nodig: je verleent de zorg zoals je het voor jezelf zou doen, of zoals je het geleerd hebt van iemand anders. Het is een directe vorm van zorg, zonder tussenpersonen.
Mantelzorg is vaak voor langere duur, bijvoorbeeld als deze wordt gegeven aan chronisch zieken.
Professionele zorg
Als niet volstaan kan worden met mantelzorg, is professionele zorg nodig. Een professionele zorgverlener is iemand die beroepsmatig zorg verleent en daarvoor een opleiding heeft gevolgd. Voorbeelden van professionele zorgverleners zijn de huisarts en de verpleegkundige.
Kenmerken professionele zorg
Kenmerken van professionele zorg zijn:
Het gaat om specifieke zorg, bijvoorbeeld het voorschrijven van medicijnen door de huisarts.
Er is geen sprake van wederkerigheid: de rollen van zorgvrager en professionele zorgverlener kunnen niet worden omgedraaid.
De zorg is incidenteel: de zorg duurt zo lang als nodig is, daarna wordt de relatie beëindigd.
Professionele zorgverleners kunnen altijd terugvallen op anderen. Er staat een organisatie achter hen; denk aan de thuiszorg, of een verpleeghuis of verzorgingshuis.
Als een zorgvrager door verschillende zorgverleners wordt geholpen, is het belangrijk dat de zorg afgestemd wordt en dat rekening wordt gehouden met de zorgvrager als mens in zijn totaliteit. De verpleegkundige heeft hierin een belangrijke taak: naast haar eigen taken, moet zij ook de taken van andere hulpverleners coördineren, zodat deze elkaar niet overlappen of negatief beïnvloeden.
(ZorgPad)

Thuiszorg
Verzorgingshuis
Verpleeghuis
Steunkousen aantrekken bij een 85 jarige man, zodat hij boodschappen kan doen.
Ik loop met mijn rollator, onder begeleiding van een verzorgende naar het restaurant. 
Klik op mij
Hier huren ouderen een appartement, dat in of direct naast het zorgcentrum gebouwd is. 
Klik op mij.
Trudie is thuis van haar trap gevallen en heeft haar heup gebroken. Nadat haar heup geopereerd is in het ziekenhuis, is ze hier opgenomen om te revalideren/herstellen.

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

u ernstige lichamelijke of psychische beperkingen heeft.
hier werken meer medisch specialisten Denk bijvoorbeeld aan psychologen, logopedisten, artsen, ergotherapeuten, fysiotherapeuten en psychiaters.
voor intensieve zorg of zware medische behandelingen.
de nadruk ligt op verzorging. U wordt geholpen met dagelijkse bezigheden zoals aankleden, wassen, eten en naar bed gaan als dat nodig is.
een beschutte woonomgeving als u door ouderdom of ziekte niet meer zelfstandig thuis kunt wonen.
verpleeghuis
Verzorgingshuis

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

verzorgingshuis

  • ouderen huren een appartement - in of direct naast het zorgcentrum
  • indicatie Volledig Pakket Thuis (VPT) > zelfstandig blijven wonen met gebruik van de zorg die aangeboden wordt door het zorgcentrum. (bijv. dagactiviteiten, restaurant of verpleegzorg.

Een indicatie = een schatting van de hoeveelheid en de soort zorg die iemand nodig heeft

verpleeghuis:

  • wonen zorgvragers, die intensieve zorg en veel nabijheid van zorgprofessionals nodig hebben.
  • 24 uur zorg, behandeling en toezicht en zijn er allerlei activiteiten in een veilige omgeving.
  • Indicatie Wet Langdurige Zorg (WLZ)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verpleeg- en verzorgingshuis

  • Psychogeriatrische verpleeghuiszorg (PG) 
    psychische ziekten bij ouderdom, bijv. dementie
  • Somatische verpleeghuiszorg

    lichamelijke klachten waarbij intensieve zorg nodig is
  • Revalidatie- en herstelzorg
    herstellen van ongeval, ziekte of operatie

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zorginstelling voor mensen met een beperking
Soort beperking
voorbeeld
voorbeeld
verstandelijke beperking
mensen met down-syndroom
lichamelijke beperking
mensen in een rolstoel
zintuiglijke beperking
auditieve beperking
visuele beperking

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zorginstelling met een psychiatrische stoornis

Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) 
– voorbeelden van psychische ziektebeelden:
  • Angststoornis
  • Depressie
  • Eetstoornis
  • Verslaving
  • Persoonlijkheidsstoornis


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opleidingen binnen de zorg
Opleiding
Niveau
Helpende zorg en welzijn
2
Verzorgende IG
3
Medewerker maatschappelijke zorg
3
Pedagogisch medewerker
3, 4
Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg
4
Verpleegkunde
4

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Thuiszorg is voor:
A
oudere
B
mensen die herstellen van een ongeluk
C
gezinnen met een gehandicapt kind
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Thuiszorg is
A
Hulp in de huishouding
B
Persoonlijke verzorging die aan huis wordt geboden
C
Kraamzorg
D
Persoonlijke verzorging en verpleging die aan huis wordt geboden

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Thuiszorg
A
Intramuraal
B
Extramuraal
C
Transmuraal
D
Semimuraal

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Inzet van thuiszorg is gericht op zelfredzaamheid, dan...
A
zorg je dat de cliënt zelf niets meer hoeft te doen
B
help je de cliënt met alles wat hij vraagt.
C
stimuleer je de cliënt zoveel mogelijk zelf te doen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat biedt thuiszorg?
A
verpleging, persoonlijke verzorging en huishoudelijke verzorging in een wooncentrum
B
verpleging, persoonlijke verzorging, kraamzorg en huishoudelijke verzorging aan huis
C
kraamzorg en huishoudelijke verzorging in een wooncentrum

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie werken er in de thuiszorg
A
helpende, verzorgende, verpleegkundigen en kraamverzorgsters
B
huisarts, tandarts
C
ziekenverzorgsters en kraamzorg
D
alleen verzorgenden

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie regelen de thuiszorg?
A
Gemeente
B
Huisarts
C
Thuiszorg zelf
D
Familie

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de volgende zin af: Thuiszorg is bedoeld voor mensen..
A
..die in een verpleeghuis wonen.
B
..die in hun eigen huis wonen, maar niet goed voor zichzelf kunnen zorgen.
C
..die zelf geen zin hebben om huishoudelijk werk te doen.
D
..die zich thuis zorgen maken

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Over wat voor soort beperking gaat het? "Iemand kan moeilijk contact maken met anderen"
A
Zintuigelijke beperking
B
sociale beperking
C
Verstandelijke beperking
D
functionele beperking

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zintuiglijke beperking?
A
Blind of slechtziend
B
Slechthorend of doof
C
Verlamming
D
Down syndroom

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke lichamelijke beperking hebben deze mensen?
A
Zintuigelijke beperking
B
Motorische beperking
C
Organische beperking
D
Auditieve beperking

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bert heeft visuele problemen, hij is slechtziend. Onder welke doelgroep valt Bert?
A
Cliënten met een zintuigelijke beperking
B
Cliënten met niet- aangeboren hersenletsel
C
Cliënten met een motorische beperking
D
Cliënten met een organische beperking

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Karim is geboren met een spierziekte waardoor hij niet kan lopen. Deze ziekte heeft er ook voor gezorgd dat hij blind is.
Welke handicaps heeft Karim? [2 punten]
A
Motorische handicap
B
Zintuigelijke handicap
C
Verstandelijke handicap
D
Sociale beperking

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een verstandelijke beperking?
A
Een verstandelijke beperking is een beperking in het intellectuele functioneren.
B
Een verstandelijke beperking is een taalstoornis.
C
Een verstandelijke beperking is een emotionele stoornis.
D
Een verstandelijke beperking is een fysieke beperking.

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn kenmerken van mensen met een verstandelijke beperking?
A
Hoog IQ
B
Moeite met sociale interactie
C
Vertraagde spraak- en taalontwikkeling
D
Beperkt leervermogen

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn mogelijke oorzaken van een verstandelijke beperking?
A
Problemen tijdens de zwangerschap
B
Te veel televisie kijken
C
Genetische afwijkingen
D
Complicaties tijdens de bevalling

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelen: kennen
  • je kunt verschillende zorgorganisaties benoemen
  • je kunt het verschil tussen een verpleeg-en verzorgingshuis benoemen
  • Je kunt met voorbeelden uitleggen wat het verschil tussen persoonlijke verzorging en verpleging is
  • Je kunt oorzaken noemen vaneen verstandelijke beperking en voorbeelden geven
  • Je kunt 3 doelgroepen binnen de Zorg voor mensen met beperking noemen 
  • Je kunt uitleggen wat een visuele beperking is en voorbeelden geven
  • Je kunt uitleggen wat een auditieve beperking is en voorbeelden geven
  • je kunt verschillende vakopleidingen opnoemen

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
h1 blz 151-166, opdr 1.01 t/m1.07

h2 blz 159 ,opdr. 2.02 t/m 2.05
h3 blz 167, opdr3.01 t/m 3.10


Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies