Oefentoets H2 Steden in je eigen omgeving

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Oefentoets H2 Steden in je eigen omgeving

Als een Zweed in Nederland komt wonen, dan is dat voor ons een?

1. Emigrant
2. Immigrant

Waar is dit een plattegrond van?

1. Jonge stad
2. Oude stad
3. Woldendorp
4. Meerdijk

Kopen via internet heeft invloed op de winkels in de winkelstraat

1. Juist
2. Onjuist

Als het geboortecijfer lager is dan het sterftecijfer, is er sprake van?

1. Natuurlijke bevolkingsgroei
2. Sociale bevolkingsgroei
3. Krimp en geen groei
4. Geboorte-overschot

Wat zien we op het plaatje?

1. Renoveren
2. Migreren
3. Mobiliteit
4. Saneren

Welke voorziening heeft er een groter verzorgingsgebied?

1. AH Siddeburen
2. Dollard College Woldendorp
3. Ommelander Ziekenhuis in Scheemda
4. Blokker Delfzijl

In welke periode ontstonden er in Nederland geen steden?

1. Middeleeuwen
2. Industriële Revolutie
3. Tweede Wereldoorlog
4. Na de Tweede Wereldoorlog

Toename van het aantal bejaarden in de samenleving noemen we?

1. Vergroening
2. Ontgroening
3. Vergrijzing
4. Babyboom

Kleine nederzetting

Dicht op elkaar

Tienduizenden inwoners

Hoogbouw

Laagbouw

Grote nederzetting

paar duizend inwoners

veel voorzieningen

weinig voorzieningen

verder uit elkaar

Welk begrip heeft te maken met mobiliteit?

1. Urbanisatie
2. Suburbanisatie
3. Re-urbanisatie
4. Vergrijzing

Mensen verhuizen van de stad naar het platteland? Welk begrip is dat?

1. Urbanisatie
2. Suburbanisatie
3. Re-urbanisatie
4. Verstedelijking

Welk begrip hoort er bij het plaatje?

1. Renovatie
2. Verhuizen
3. Saneren
4. Urbanisatie

Wat is de juiste volgorde?

1. Urbanisatie, re-urbanisatie, suburbanisatie
2. Suburbanisatie, re-urbanisatie, urbanisatie
3. Re-urbanisatie, urbanisatie, suburbanisatie
4. Urbanisatie, suburbanisatie, re-urbanisatie

Tot welk jaar vond er urbanisatie plaats in Amsterdam?

1. tot 1963
2. tot 1985
3. tot 1994
4. tot 1958

Als er in 2020, 30 mensen verhuizen uit Delfzijl en er komen 10 mensen wonen, dan is er een?

1. Vertrekoverschot
2. Vestigingsoverschot

Is deze foto gemaakt in een jonge of oude stad?

1. Jonge stad
2. Oude stad

Welke afstand kan er veranderen als je een rijbewijs en auto tot je beschikking hebt?

1. Absolute afstand
2. Relatieve afstand

Bij welke periode hoort het begrip suburbanisatie?

1. 500-1500
2. 1860 - 1960
3. 1960 - 1980
4. 1980 - heden

In 2020 overlijden er 40 mensen in Delfzijl, er worden 8 baby's geboren. Er is dan geen natuurlijke bevolkingsgroei.

1. Juist
2. Onjuist

Als het geboortecijfer hoger is dan het sterftecijfer, is er sprake van?

1. Natuurlijke bevolkingsgroei
2. Sociale bevolkingsgroei

Wat zijn voorzieningen?

1. Activiteiten
2. Woningen
3. Iedereen maakt er gebruik van; school, het parkje, sportclub.
4. Straten

Welk begrip wordt hier omschreven?

'Een stad met er aan vastgegroeid dorpen en steden'

1. stad
2. dorp
3. agglomeratie
4. nederzetting

Wanneer er meer kinderen geboren worden dan dat er mensen sterven.

1. natuurlijke bevolkingsgroei
2. geboortecijfer
3. sociale bevolkingsgroei
4. urbanisatie

Iemand die in een andere plaats woont dan waar hij/zij werkt.

1. bereikbaarheid
2. mobiliteit
3. forens
4. immigrant

Waar heeft de afbeelding mee te maken?

1. Immigratie
2. Natuurlijke bevolkingsgroei
3. Sociale bevolkingsgroei
4. Emigratie

Welk begrip wordt hier omschreven?

'Het gemak waarmee iemand zich kan verplaatsen'.

1. bereikbaarheid
2. mobiliteit
3. forens
4. recreatie

De voetballer Veerman van PSV wordt verkocht aan FC Barcelona. Veerman gaat verhuizen naar Spanje, hij is dan voor Nederland een?

1. Emigrant
2. Immigrant

En nu?

Fouten gemaakt? Zoek op wat er fout is. 

Zorg ervoor dat je de leerdoelen uit de studiewijzer onder de knie hebt! Maak gebruik van je tekstboek en  Lesson-Up.