Les 3 SE2

Welkom
Les 3 economie
hoofdstuk 4 jong en oud
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Les 3 economie
hoofdstuk 4 jong en oud

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Lesdoelen
Uitleg hoofdstuk 4
zelfstandig werken 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 
Aan het einde van de les kan je:

  • De Lorenzcurve aflezen, tekenen en uitleggen.
  • Aangeven of iets nivellerend of denivellerend is. 
  • Uitleggen wat het profijtbeginsel is.
  • Aangeven wat het verschil is tussen primaire en secundaire inkomens. 

Slide 3 - Tekstslide

werken en belasting betallen
  • Secundair inkomen = primair inkomen – belastingen & premies + subsidies & uitkeringen
    Het secundair inkomen is het netto-inkomen + subsidies & uitkeringen
  • Belastbaar inkomen: inkomen waarover je belasting moet betalen. Kan door belastingvrije voet en/of aftrekposten lager worden dan het bruto-inkomen.

Slide 4 - Tekstslide

  • Gemiddeld belastingtarief: belastingbedrag als percentage van het belastbaar inkomen.
  • Marginaal belastingtarief: percentage belasting dat iemand over laatstverdiende euro betaalt.


  • Nivellering: inkomensverschillen worden kleiner.
  • Denivellering: inkomensverschillen worden groter.

Slide 5 - Tekstslide

  • Belastingvrije voet: bedrag waarover je geen belasting over hoeft te betalen. Voor iedereen gelijk. Dit gaat af van het bruto-inkomen, waardoor je belastbaar inkomen lager wordt.

Slide 6 - Tekstslide

Heffingskortingen en nivellering

Over belastingbedrag krijgt iedereen nog een korting: de algemene heffingskorting.

Ook kan je nog korting krijgen als je bijvoorbeeld werkt.

De korting mag je van het belastingbedrag aftrekken.

Slide 7 - Tekstslide

  • Aftrekpost: bedrag waarover je geen belasting hoeft te betalen. Hangt af van persoonlijke situatie (bijv. hypotheekrenteaftrek). Dit gaat – net als bij belastingvrije voet - af van het bruto-inkomen, waardoor je belastbaar inkomen lager wordt.
  • Heffingskorting: nadat je hebt uitgerekend hoeveel belasting iemand moet betalen, mag je dit bedrag van het belastingbedrag aftrekken. Het belastingbedrag wordt hierdoor lager.

Slide 8 - Tekstslide

  • Vlaktaks: hetzelfde als proportioneel belastingtarief
  • Proportioneel belastingtarief: iedereen betaalt zelfde percentage belasting. Gemiddeld belastingtarief en marginaal belastingtarief zijn gelijk.


Slide 9 - Tekstslide

Werkelijke verdeling
Hoe groter de inkomensverschillen, hoe boller de lorenzcurve verloopt.
Cumulatief % huishouden
Cumulatief  % inkomen
Lorenzcurve

Slide 10 - Tekstslide

Cumuleren

Slide 11 - Tekstslide

Lorenzcurve

Slide 12 - Tekstslide

Secundair inkomen (besteedbaar inkomen)
= primair inkomen (dus uit winst, rente, huur en pacht) - (belastingen + premies volksverzekeringen) + (uitkeringen en subsidies)

Slide 13 - Tekstslide

Welvaart in enge en ruime zin
Welvaart in enge zin houdt geen rekening met externe effect en is alleen maar gebaseerd op prijzen (e.g. totale surplus of som van toegevoegde waarden: bbp)
Welvaart in ruime zin doet dat wel: hoe dan?

Slide 14 - Tekstslide

In welk land zijn de inkomens het eerlijkst verdeeld? 
Vul in bij de quizvraag die zo volgt 
A
B

Slide 15 - Tekstslide

In welk land is de
inkomensverdeling het eerlijkst?
timer
0:30
A
Land A
B
Land B

Slide 16 - Quizvraag