Herhaling H6 II

Herhaling hoofdstuk 6
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling hoofdstuk 6

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
Stof van hoofdstuk 6 herhalen en oefenen.

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten hoofdstuk 6
  • De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
  • Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
  • Het streven van vorsten naar absolute macht
  • De wetenschappelijke revolutie

Slide 3 - Tekstslide

De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
  • Staatkundig: bestuur van regenten (rijke handelaren), Stagen Generaal (vergadering van gewesten) en de stadhouder (aanvoerder van leger). --> Geen koning, geen adel.
  • Economisch: Dankzij de val van Antwerpen in 1585 werd Amsterdam de belangrijkste stapelplaats.
  • stapelplaats = plek waar goederen worden opgeslagen, verwerkt en doorverkocht.
  • --> Veel rijke mensen komen naar de Republiek voor de welvaart en geloofsvrijheid, nemen hun handelscontacten mee.
  • VOC en WIC worden opgericht en zijn succesvol.
  • Landbouw beleeft gouden tijden: kaas belangrijk exportproduct.
  • Cultureel: Rijke Nederlanders geven opdrachten aan schilders  (i.p.v. kerken, adel of koningen).

Slide 4 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak oefenopdracht 1 en 2.
Je hebt veertien minuten de tijd.

Klaar? Ga zelf leren voor de toets: leer de Lessonups, lees de teksten.
timer
14:00

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 1
Uit het antwoord moet blijken dat door het sluiten van de Vrede de oorlog met Spanje was beëindigd, waardoor de Staten ervan
uitgingen dat (de functie van stadhouder als) de opperbevelhebber van het leger niet langer nodig was. 

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 2
Voorbeeld van een juist antwoord is: Het stadsbestuur koos ervoor aanwezig te zijn bij de opening van de synagoge
• om de boodschap over te brengen dat het bestuur de komst / de aanwezigheid van (religieuze) migranten / Joden ondersteunde / stimuleerde / tolerant was
• omdat het geld dat / de handelscontacten die de migranten met zich meebrachten de economische bloei / de ontwikkeling van (wereldwijde) handel in Amsterdam kon / konden bevorderen

Slide 7 - Tekstslide

Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
  • Handelskapitalisme: geld investeren in handel (boten kopen, bemanning betalen) om later winst te maken (met verkoop van specerijen).
VOC: 
  • Opgericht om concurrentie tegen te gaan.
  • Handel in specerijen, koloniën in Azië.
WIC:
  • Opgericht om tegen Spanjaarden te strijden.
  • Kaapvaart (Spaanse zilvervloot bestelen), driehoekshandel (textiel naar Afrika, slaven naar Amerika, plantageproducten naar Europa.
  • --> In de zeventiende eeuw meer focus op handelsposten stichtten (aan de kust) dan op koloniseren van land.

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak oefenopdracht 3.
Je hebt zeven minuten de tijd.

Klaar? Ga zelf leren voor de toets: leer de Lessonups, lees de teksten.
timer
7:00

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 3
• De VOC maakt in de begintijd hoge kosten doordat er (twee van de
volgende): 2
− overeenkomsten met lokale vorsten moeten worden gesloten
(waarbij geschenken worden gegeven).
− handelsposten gebouwd moeten worden.
− oorlog gevoerd wordt met vijanden van de Republiek.
• De politiek-militaire reden voor de Staten-Generaal is dat de VOC in
Azië (namens de Staten-Generaal) strijdt tegen het Spaanse Rijk /
bijdraagt aan de oorlogvoering van de Republiek / bijdraagt aan de
verzwakking van het Spaanse Rijk

Slide 10 - Tekstslide

Het streven van vorsten naar absolute macht
  • Lodewijk XIV: L'état, c'est moi.
  • Macht van God gekregen, mag dus alles zelf bepalen.
  • Absolute macht om wetten te bepalen: absolutisme.
  • Paleis in Versailles waar iedereen hem moest eren.
  • Adel moest gehoorzamen aan de koning.
  • Lodewijk XIV voorkwam samenwerking tussen adel, zodat ze hem niet tegen konden werken.
  • 1685: Herroeping Edict van Nantes: protestantisme wordt verboden.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht 4.
Je hebt zeven minuten de tijd.

Klaar? Ga zelf leren voor de toets: leer de Lessonups, lees de teksten.
timer
7:00

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 4
Kern van een juist antwoord is:
• De hertog van Saint-Simon beschrijft dat Lodewijk XIV de edelen
dwingt constant bij hem te zijn / de (hoge) edelen naar het hof haalt om
hen in de gaten te houden (en zich daarmee opstelt als absoluut vorst) 1
• De verklaring hiervoor is dat hij op deze manier voorkomt dat de
Franse edelen oppositie tegen hem voeren / zijn gezag ondermijnen 1 

Slide 13 - Tekstslide

De wetenschappelijke revolutie
  • Galileo Galilei bewees met telescoop in 1609 dat de zon niet om de aarde draaide, maar de aarde om de zon.
  • Ging tegen christelijk (en oudheid) wereldbeeld in: mens is niet het centrum van de schepping.
  • --> Wetenschappelijke revolutie: klassieke oudheid geeft geen absolute waarheden (breuk met renaissance. 
  • Zelf onderzoek doen, experimenteren en waarnemen: Empirisme.
  • --> Wetenschappelijk optimisme: ondanks dat mensen niet het centrum van de schepping zijn, kunnen ze met hun verstand veel bereiken.

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht 5.
Je hebt zeven minuten de tijd.

Klaar? Ga zelf leren voor de toets: leer de Lessonups, lees de teksten.
timer
7:00

Slide 15 - Tekstslide

Vraag 5
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• De bron past bij 'het ontstaan van wereldwijde handelscontacten,
handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie', want uit de
bron blijkt dat de kooplieden zoeken naar andere routes (die de
opkomst van de wereldhandel bevorderen), waardoor je hier kunt
spreken van verandering (ten opzichte van de middeleeuwen) 2
• Deze bron past minder bij 'de wetenschappelijke revolutie', want de
koopman kiest in zijn zoektocht naar andere routes geen
wetenschappelijke aanpak maar redeneert vanuit de Bijbel / hanteert
godsdienstige argumenten, waardoor je hier kunt spreken van
continuïteit (met middeleeuwse opvattingen) 2

Slide 16 - Tekstslide