NN7 - Spelling §4 - Koppelteken en weglatingsstreepje

Koppelteken en weglatingsstreepje

NN7 - Spelling §4 - 2HV
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Koppelteken en weglatingsstreepje

NN7 - Spelling §4 - 2HV

Slide 1 - Tekstslide

Wat je gaat leren

  • Je leert het koppelteken en het weglatingsstreepje op de juiste manier gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

staakt-het-vuren             binnen- en buitenkant

            Groningen-Zuid           secretaris-generaal

land- en tuinbouw                        kant-en-klaar

                              ex-man   
 
     hotel-restaurant                      Zuid-Holland  

Slide 3 - Tekstslide

Al deze woorden hebben een liggend streepje als  koppelteken  
(radio-omroep)

of als weglatingsteken
(voorkant en achterkant --> voor-en achterkant)

Dat doe je zo:

Slide 4 - Tekstslide

Je gebruikt het koppelteken
  • in samenkoppelingen die anders onoverzichtelijk worden:
    - vergeet-mij-nietjes, heen-en-weer
  • in samenstellingen tussen klinkers die je ook samen kunt uitspreken, de zogenaamde ‘botsende klinkers’, zoals aa, oe, ui:
    - camera-instelling, zo-even, cadeau-idee (maar: politieacademie, rijexamen)
  • bij letters, cijfers, andere tekens, afkortingen en sint of Sint:
    - mbo-niveau, A5-formaat, Sint-Nicolaas (maar als je een afkorting zonder hoofdletters als woord uitspreekt, komt er geen koppelteken: pincode, simkaart)

Slide 5 - Tekstslide

Let op:
Als je een afkorting zonder hoofdletters als woord uitspreekt, komt er in principe geen koppelteken.

havoleerling, pincode

Maar als je het duidelijker vindt mét streepje, dan mag dat ook. 

Slide 6 - Tekstslide

Je gebruikt het koppelteken
  • bij aardrijkskundige namen, of woorden die daarvan afgeleid zijn:
    - ’s-Gravenhage, Zuid-Scharwoude, Noord-Italië, West-Afrikaan
  • in woorden met de voorvoegsels adjunct-, aspirant-, bijna-, ex-, interim-, kandidaat-, leerling-, niet-, non-, oud-:
    - aspirant-agent, bijna-botsing, non-actief, oud-leerling
  • als het tweede deel van de samenstelling een hoofdletter heeft:
    - pro-Europees, anti-Amerika
  • in samenstellingen van twee gelijkwaardige woorden:
    - paars-groen, bar-discotheek

Slide 7 - Tekstslide

Je gebruikt het weglatingsstreepje

  • als je een deel van een woord weglaat: op- of aanmerkingen (opmerkingen of aanmerkingen), kerstbomen en -ballen (kerstbomen en kerstballen).
  • Let op: gebruik geen weglatingsstreepje
    als je een heel woord weglaat:
    hoge en lage cijfers.

Slide 8 - Tekstslide

Even oefenen. 
Noteer in de volgende opdrachten de woorden aan elkaar. Gebruik alleen een koppelteken als dat nodig is voor de uitspraak.

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf het woord correct op:
hockey elftal

Slide 10 - Open vraag

Schrijf het woord correct op:
diploma uitreiking

Slide 11 - Open vraag

Schrijf het woord correct op:
mee eter

Slide 12 - Open vraag

Schrijf het woord correct op:
milieu inspectie

Slide 13 - Open vraag

Schrijf het woord correct op:
koffie automaat

Slide 14 - Open vraag

Schrijf het woord correct op:
rij ervaring

Slide 15 - Open vraag

Schrijf het woord correct op:
massa ontslag

Slide 16 - Open vraag

Schrijf het woord correct op:
tosti ijzer

Slide 17 - Open vraag

Ga nu naar de digitale methode en maak de opdrachten die ik heb klaargezet in de planning. 

Slide 18 - Tekstslide