Herhaling 1.3 en 1.4

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Herhaling 

Cursus 1.3 & 1.4 

Wat is er te koop?  &  Is je protomonee goed gevuld? 

planning 

Herhaling 

zelfstandig aan het werk ---> Test jezelf

Nakijken 

Consumeren

Het kopen van goederen en diensten door consumenten om om hun behoeften te voorzien.

Je consumeert op het moment dat je iets koopt, niet als je het opeet.

Producten

Producten zijn goederen en diensten die je kunt kopen om in je behoeften te voorzien.

Goederen zijn tastbare producten, zoals eten, kleding, een fiets, etc.

Diensten kunnen door iemand geleverd worden, denk aan het knippen van je haar, een taxirit naar huis, een vliegreis naar je vakantiebestemming.

Goederen of diensten? 

Sleep de afbeeldingen naar het juiste begrip.

Goederen

Diensten

Reclame

Reclame

Wat denk je dat een bestedingspatroon is?

1. De manier waarop je je geld uitgeeft
2. Wanneer je je geld uitgeeft
3. Wat je overhoudt om uit te geven

Bestedingspatroon

• = De manier waarop iemand geld uitgeeft.
  
  

Patronen verschillen door:

• Leeftijd
• Geslacht
• Smaak
• Interesses
• Cultuur
• Godsdienst enzovoort

Beïnvloeding

Sociaal

• vrienden 
  
• kennissen 
  
• familie
  

Commercieel

• verkoper en reclame
  

Koppel de plaatjes aan de juiste begrippen

Commerciële beïnvloeding

Sociale beïnvloeding

Isabel wil dezelfde smartphone als haar vriendin. Hier is sprake van ..........

1. Sociale beïnvloeding
2. Commerciële beïnvloeding
3. Bestedingspatroon
4. Nibud

Lenen

lenen is geld gebruiken waar je zelf niet over beschikt. Dit doe je bij een bank. 

3,2% rente over €160 is

1. 51.20
2. 5.20
3. 5.12
4. 52.00

2,4% rente over €1.590

1. 34.20
2. 31.95
3. 31.20
4. 38.16

de vergoeding die je betaalt voor een lening noemen we rente

de terugbetaling van de lening noemen we aflossing

de aflossingsverplichting van het komende jaar wordt opgenomen onder het kort vreemd vermogen

Een crediteur is een leverancier die we nog moeten betalen. Het product of de dienst is al wel geleverd. 

Een debiteur ontstaat als een klant niet betaalt bij levering van de dienst of goederen. Hij koopt op rekening. De debiteur wordt opgenomen onder de vlottende activa. 

het eigen vermogen is gelijk aan de bezittingen minus de schulden. Het kan dus positief en negatief zijn.

Berkan wil een nieuwe televisie kopen. Hij ziet een mooie tv en spreekt met de verkoper af dat hij in termijnen gaat betalen.
Van welke kredietvorm maakt Berkan gebruik?

1. consumptief krediet
2. doorlopend krediet
3. persoonlijke lening
4. koop op afbetaling

Primaire behoeften zijn ...

1. de noodzakelijke behoeften
2. de luxe behoeften

Behoeften verdeel je in

1. Primaire en basis behoeften
2. Basis en Luxe behoeften

Noem minimaal 3 primaire behoeften

Waarom inkomensverschillen?

Aan de slag 

Samenvatting maken. 

Aan de slag

opdr 7 t/m 13 

blz 35 & 36