Ecologie herhaling V4

Ecologie herhaling voor V4
 thema 6+8


1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ecologie herhaling voor V4
 thema 6+8


Slide 1 - Tekstslide

Binominale naamgeving voorbeeld
Soortnaam bestaat uit: 
Geslachtsnaam + soortnaam


Slide 2 - Tekstslide

Hoe bepaal je de populatiegrootte van een populatie?
Vangen-merken-terugvangen:





x=G/M.y

Slide 3 - Tekstslide

Een ecoloog wil het aantal konijnen in een bepaald afgeschermd natuurgebied gaan bepalen. Hiervoor gebruikt hij de methode van vangen, merken en terugvangen. Bij de eerste vangst vangt de ecoloog in totaal 44 konijnen, die vervolgens een ring om de poten krijgen. Deze konijnen worden weer losgelaten. Een week later vangt hij opnieuw konijnen. Dit keer 34 stuks, waarvan er 4 een ring om de poten hebben.
Bereken de grootte van de konijnenpopulatie.
A
5
B
374
C
176
D
577

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

De .....(kies)..... is de taak/functie van een organisme in een bepaald gebied.
A
niche
B
habitat
C
producent
D
voedselrelatie

Slide 6 - Quizvraag

Een nestje in een boom is een voorbeeld van
A
een levensgemeenschap
B
een biotoop
C
een niche
D
een habitat

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

In diagram 1 staat de tolerantie weergegeven van een bepaalde soort voor de concentratie zouten in de omgeving. Er is geen duidelijk optimum-punt te zien, maar een 'tolerantiegebied'. Wat betekent dat?
A
De soort verdraagt schommelingen in zoutconcentratie goed
B
De soort verdraagt schommelingen in zoutconcentratie slecht
C
Het gaat om een soort die helemaal niet kan overleven in een zoute omgeving
D
Indien de zoutconcentraties nog hoger zijn zal er een optimum ontstaan bij de soort

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Welke voedselketen is goed genoteerd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Van welke orde is de vos via de langste route?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quizvraag

Symbiose
  • Mutualisme +/+
  • Commensalisme +/0
  • Parasitisme +/-

Slide 16 - Tekstslide

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
D
Predatie

Slide 17 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
D
Predatie

Slide 18 - Quizvraag

Piramide van aantallen
Piramide van aantallen

Slide 19 - Tekstslide

Piramide van biomassa

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Sleep de onderstaande processen naar de juiste plaats in het energiestroomschema
Het voedselaanbod 
Energieverlies via ontlasting
Deel van de energie gebruikt voor vastleggen biomassa
Deel van de energie dat opgenomen wordt in het lichaam van een organisme
Deel van het voedselaanbod dat niet wordt gegeten 
Energieverlies door dissimilatie  

Slide 22 - Sleepvraag

BINAS 93A1

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Als natuurgebieden behouden moeten worden zoals ze zijn, moeten gebieden worden beheerd. Hiernaast zie je daar een voorbeeld van. Door vlakke gebieden te begrazen voorkom je successie en blijft het gebied als zodanig behouden.
Welke van de volgende redenen is of zijn juist om het gebied te begrazen?
A
door begrazing groeien er minder grote planten. Hierdoor is er meer zonlicht voor kleinere plantensoorten
B
door begrazing krijgen andere plantensoorten meer kans omdat er minder concurrentie is
C
door begrazing blijft het gebied behouden waardoor het als recreatiegebied kan worden gebruikt

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen primaire en secundaire successie?
A
Bij primaire successie zijn alleen producenten betrokken, de consumenten verschijnen pas bij secundaire successie
B
Primaire successie start op kale rots, secundaire successie start met vruchtbare grond
C
Primaire successie gaat door gebrek aan concurrenten veel sneller dan secundaire successie
D
Primaire successie verloopt ongestoord, secundaire successie kent een sub-climax als eindstadium

Slide 26 - Quizvraag

Pioneersecosysteem
Climaxecosysteem
Sterk wisselende bodem
Kleine diversiteit aan soorten organismen
Een eenvoudig voedselweb
De productie is gelijk aan de afbraak
De kringlopen zijn gesloten
Vegetatie bestaat uit meerdere lagen
Meerjarige planten en 1 jarige planten
Een geringe Biomassa
Grote diversiteit aan organismen

Slide 27 - Sleepvraag

En dan nu...
OEFENEN MET EXAMENOPDRACHTEN!!!

Slide 28 - Tekstslide