lesson 3

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 4 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

De schoolregels
Op tijd in de les. Laptop, boeken, kleding en materialen mee.
• Respect voor medestudenten. Medewerkers Talland College, gebouw en omgeving.
• Telefoons zijn niet zichtbaar en staan op stil tijdens de les.
• We zorgen samen voor een veilige en schone school.
• We eten en drinken op de plekken waar dat is aangegeven. In de klas kan je water drinken, studenten zijn zelf verantwoordelijk voor veiligheid laptops.
• Op school/in de klas zijn onze gezichten goed herkenbaar en dat betekent dat het dragen van petten, mutsen, capuchons en helmen op school niet is toegestaan.
• We fotograferen en filmen alleen als de ander dat goed vindt.

Slide 2 - Tekstslide

Today's programme
- terugblik naar vorige week
- Present Continuous
- Kitchen vocabulary


Leerdoel: je kunt een voorbeeld geven van een zin met de present continuous en je weet wanneer je deze tijd moet gebruiken


Slide 3 - Tekstslide

Looking back at last week's lesson
aanwijzende voornaamwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Week 1
12 September
Introduction and
reading Game birds
Week 2
19 September
Reading and puzzle
Week 3
26 September
Reading and demonstrative pronouns
Week 4
3 October
Grammar: present continuous and kitchen vocabulary
Week 5
10 October
Reading
Week 6
17 October
Listening 
Week 7
24 October
Reading 
Week 8
8 November
Electives
Week 9
16 November
Testweek; test during class

Slide 5 - Tekstslide

Wat weet jij over de present continuous?

Slide 6 - Open vraag

Introductie
De present continuous is een speciale vorm van de tegenwoordige tijd. Het is de ‘duurvorm’ van de tegenwoordige tijd.


Je gebruikt deze vorm om te zeggen wat er op dit moment aan de gang is of wat iemand nu aan het doen is.

Bijvoorbeeld:
Look! It is snowing outside.
They are watching video clips.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe maak je de present continuous?

De present continuous maak je met een vorm van to be gevolgd door een werkwoord met de uitgang -ing.

Bevestigend                                                                                      Ontkennend
I am                                                                                                        am not
You are                                                                                                You are not
He is / She is / It is                 watching a film                         He is not / She is not / It is not              watching a film
We are                                                                                                  We are
You are                                                                                                 You are not
They are                                                                                              They are not





 

Slide 8 - Tekstslide

Exercise 1 
1. Ik sta op de bus te wachten. Wat ben jij aan het doen?



2. Ja, ze zit te werken. Ze is een rapport aan het schrijven.


3. Mijn broer zit altijd stomme vragen te stellen!


4. Ik ben groene thee aan het drinken.


5. De dokter is met een patiënt aan het praten.




Slide 9 - Tekstslide

Exercise 2 What are they doing?

Slide 10 - Tekstslide

Kitchen and restaurant vocabulary
Exercise
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent cupboard?

Slide 12 - Open vraag

Wat betekent drawer?

Slide 13 - Open vraag

Wat betekent buttermilk?

Slide 14 - Open vraag

Wat betekent cooker?

Slide 15 - Open vraag

Wat betekent a carafe?

Slide 16 - Open vraag

Wat betekent shelf?

Slide 17 - Open vraag

Wat betekent bowl?

Slide 18 - Open vraag

Hoe zeg je 'witlof' in het Engels?

Slide 19 - Open vraag

Ananas?

Slide 20 - Open vraag

Zwarte bessen?

Slide 21 - Open vraag

Vla?

Slide 22 - Open vraag

Wat heb je vandaag geleerd? En welke tip zou je mij willen geven?

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Tekstslide