Paragraaf 5.3

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt beschrijven welke soorten reliëf er zijn. 
Je kent de algemene regel: hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt. 
Je kunt uitleggen welke vegetatie (planten/bomen) je op een berg kunt tegenkomen. 
Je kunt uitleggen dat bergen een droge- en een regenkant hebben. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is relief?
A
grote rivieren
B
Bossen
C
Hoogte verschillen
D
Losliggende stoeptegels

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Hoogteverschillen

Slide 5 - Tekstslide

Hieronder staan begrippen. Sleep ze naar de juiste omschrijving toe 
Een vlak gebied zonder hoogteverschillen dat zich op 500-1500m hoogte bevind. 
Een vlak gebied zonder hoogteverschillen dat zich op 0-500m hoogte bevind. 
Berg met toppen hoger dan 1500m.
Hoogteverschillen in het landschap.
Een berg met toppen tussen de 500 en 1500m hoog. 
Hooggebergte
Reliëf
Middelgebergte
Hoogvlakte
Laagvlakte

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Link

Hooggebergte =
A
Gebied met meer dan 50 bergen
B
Gebied met meer dan 100 bergen
C
Gebied met bergen die hoger zijn dan 1500 m.
D
Gebied met bergen die hoger zijn dan 3000 m.

Slide 8 - Quizvraag

Reliëf in Europa
Ga nu op zoek naar een middelgebergte in Europa


google maps 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Kaart

In welke landen in Europa vind je een middelgebergte?

Slide 11 - Open vraag

Reliëf in Europa
Ga nu op zoek naar een hooggebergte in Europa


google maps 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Kaart

In welke landen in Europa vind je een hooggebergte?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

In een gebergte daalt de temperatuur per 100m... graden Celsius
A
1
B
0,1
C
0,6
D
6

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Waarom kunnen er bovenop de berg geen bomen en planten groeien?

Slide 18 - Open vraag

Check check:
Je kunt beschrijven welke soorten reliëf er zijn. (laagland, heuvelland, middelgebergten, hooggebergten)


Je kent de algemene regel: hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt. 

Je kunt uitleggen welke vegetatie (planten/bomen) je op een berg kunt tegenkomen. 


Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
Leerboek: blz. 76 + 77
Werkboek: blz. 93 -95 
Verplichte opdrachten: 1 - 2 - 3 - 4 (a niet) - 5

Extra (havo) opdrachten: 6
Nodig: chromebook (google maps) en kleurtjes
Klaar: werkboek blz. 96, opdr. 2 + 3

Slide 20 - Tekstslide