In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Thema 1
Planten en dieren
Slide 1 - Tekstslide
Terugblik
levend/dood/levenloos
levend wezen = organisme
7 levenskenmerken
Slide 2 - Tekstslide
Basisstof 2 groei en ontwikkeling
Slide 3 - Tekstslide
0
Slide 4 - Video
Een zaad
Een bruine boon is een zaad
Uit een zaad groeit een nieuwe plant
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
De bouw van een zaad
Zaadhuid = Een stevige bruine vlies ter bescherming van het zaad.
Hartvormig bultje
Navel = Plaats waarbij het zaad heeft vastgezeten.
Poortje = Gaatje in de zaadhuid, waarmee zaad water kan opnemen.
Slide 7 - Tekstslide
Een zaad
Boven de navel zit het poortje: Opnemen van water
Slide 8 - Tekstslide
- Kieming begint als het zaad water opneemt
- Uit het zaad groeit een kiemplantje
- Eerste blaadjes boven de grond zijn de zaadlobben
Slide 9 - Tekstslide
levenscyclus
Elk organisme ontstaat (wordt geboren), groeit, kan zich voortplanten en gaat dood.
1. Zaad 5. Bloemen
2. Kieming 6. Vruchten/zaden
3. Kiemplant 7. Afsterven.
4. Volwassen plant
Slide 10 - Tekstslide
Groei is het groter en zwaarder worden van een organisme
Ontwikkeling is het optreden van veranderingen in de bouw van een organisme.
Ontwikkeling kiemplantje
Wortel vertakt, aan de stengel komen bladeren, soms knoppen, bloemen en vruchten: dit zijn nieuwe organen
Slide 11 - Tekstslide
A
3 = navel
B
3 = poortje
C
3 = zaadhuid
D
3 = hartvormig bultje
Slide 12 - Quizvraag
Hoe heet nummer 1?
A
navel
B
hartvormig bultje
C
poortje
D
zaadhuid
Slide 13 - Quizvraag
Veranderingen in de bouw van een organisme noem je:
A
kieming
B
ontwikkeling
C
aanpassing
D
wijziging
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de kieming?
A
Een zaadje
B
Het begin van een nieuwe plant
C
Wanneer een plant bloemen krijgt
D
Wanneer een dier geboren wordt.
Slide 15 - Quizvraag
Uitleg practicum
Slide 16 - Tekstslide
Practicum - een geweekte zaad
blz 69 + 70
Haal voorzichtig de zaadhuid van de boon, begin aan de kant waar de navel niet zit
1: maak een natuurgetrouwe tekening van de bruine boon zonder zaadhuid, geef de volgende delen aan: worteltje - zaadlob (blz 20+21)
2: haal de zaadlobben voorzichtig van elkaar. Bij één zaadlob zie je de kiem zitten. Maak een natuurgetrouwe tekening van de zaadlob met de kiem. Geef de volgende delen aan: blaadje - worteltje - zaadlob