Les 11: lezen

Engels
  • plattegrond
  • telefoons in telefoontas
  • boeken/laptop/schrift/etui op bank
  • mutsen af + jassen uit 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Engels
  • plattegrond
  • telefoons in telefoontas
  • boeken/laptop/schrift/etui op bank
  • mutsen af + jassen uit 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Unit 4 Weather

Slide 3 - Tekstslide

Reading Practice
Today
  • You can read along in this LessonUp. 

Slide 4 - Tekstslide

How?

  • After each part, we're going to summarize and fill in the blanks. 


  • But... before reading, take a look at the heading, subheadings and picture. You can click on the text to enlarge.

Slide 5 - Tekstslide

You can click on the text to enlarge.

Slide 6 - Tekstslide

What's the text about, do you think? You may answer in Dutch.

Slide 7 - Open vraag

Paragraph 1 - 2

Slide 8 - Tekstslide

A__________(BOER) whohadtheideaofhiringouther goats to liven Zoom calls has made £50,000

Slide 9 - Open vraag

The money has been ________ (GENOEG) to maintain the wages

Slide 10 - Open vraag

which has attracted
______ (KLANTEN) from across the world.

Slide 11 - Open vraag

Paragraph 3 -4

Slide 12 - Tekstslide

The success of the scheme means Dot can install ________ (VERBETERINGEN)

Slide 13 - Open vraag

I’m hopeful that this year we will be able to install some ______ (ZONNEPANELEN),

Slide 14 - Open vraag

o run the farm, host a wedding, add a hot tub and _________ (LANCEREN) goat yoga at the farm

Slide 15 - Open vraag

Paragraph 5 - 6

Slide 16 - Tekstslide

he pandemic hit and was forced to _________ (AFZEGGEN) all events.

Slide 17 - Open vraag

add some excitement to ______ (SAAIE) meetings.

Slide 18 - Open vraag

Start with skimming the text.
What can you say about it?

Slide 19 - Tekstslide

1
Markeer de alinea waar het omgaat.
3
Haal de onzin antwoorden eruit (meestal 2 van de 4).
2
Lees de alinea en onderstreep signaalwoorden.
4
Vergelijk de overgebleven antwoorden met de tekst.
Kies het allerbeste antwoord.

Slide 20 - Tekstslide

How does the writer introduce the phenomenon ‘Slow TV’ in paragraph 1?
by describing what it is and
A
explaining why so many people like it
B
giving examples that prove its popularity
C
persuading readers to also watch it
D
stressing that it is an innovative programme

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Which statement about the Norwegians is true, according to paragraph 2?
A
They are used to watching long sporting events.
B
They have few television channels to choose from.
C
They prefer sports programmes over series from the US.
D
They spend most hours of the day in front of the television.

Slide 23 - Quizvraag

Met welk woord verklaart Andreas Sagen in alinea 3 het succes van ‘Slow TV’?

Citeer (= schrijf over uit de tekst) dit woord.

Slide 24 - Open vraag

1
Begrijp de mogelijke antwoorden.
2
Lees tot het gat en één zin verder. 
3
Onzin antwoorden eruit halen (2 van de 4 meestal).
4
Vergelijk de overgebleven antwoorden met de tekst.
Kies het allerbeste antwoord.

Slide 25 - Tekstslide

Kies bij [13] in alinea 4 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
A
Besides
B
However
C
Therefore

Slide 26 - Quizvraag