B4: Vruchten en zaden

Leerdoelen
Je kunt de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
Je kunt de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven

Slide 1 - Tekstslide

Wat zie je hier gebeuren?
A
Bestuiving
B
Bevruchting
C
Vorming van stuifmeelbuis
D
Vorming van zaden

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen bestuiving en bevruchting?

Slide 3 - Open vraag

Waaruit ontstaat het vruchtvlees?
A
Bevruchte eicel
B
Zaadbeginsel
C
Vruchtbeginsel
D
Bloembodem

Slide 4 - Quizvraag

Het zaadbeginsel is de voorloper van....... Het vruchtbeginsel de voorloper van.........
A
het zaad - de vrucht
B
de stamper - de vrucht
C
het zaad - de bloem
D
de bloem - de vrucht

Slide 5 - Quizvraag

Een peer heeft 6 zaadjes, hoeveel eicellen zijn er dan bevrucht?
A
3
B
6
C
12
D
Dat is niet te zeggen

Slide 6 - Quizvraag

9.
Eicel
Kern eicel
Kern stuifmeel
Stempel
Stijl
Stuifmeelbuis
Stuifmeelkorrel
Vruchtbeginsel
Zaadbeginsel

Slide 7 - Sleepvraag

B4: Vruchten en zaden

Na de bevruchting: 
  • Zaadbeginsels in vruchtbeginsel waarvan de eicel is bevrucht, gaan groeien
  • Deze zaadbeginsels ontwikkelen zich tot zaden
  • Vruchtbeginsel wordt groter

Slide 8 - Tekstslide

Na de bevruchting: zaadbeginsels in vruchtbeginsel waarvan de eicel is bevrucht, gaan groeien
Deze zaadbeginsels ontwikkelen zich tot zaden
Vruchtbeginsel wordt groter

Slide 9 - Tekstslide

B4: Vruchten en zaden

Bevruchting bij een boonplant (peulvrucht):
  • Zaadbeginsels ontwikkelen zich tot zaden (bonen)
  • Vruchtbeginsel groeit uit tot vrucht (de sperzieboon)
  • Restanten van de bloem blijven over: bloemkelk en stijl

Slide 10 - Tekstslide

B4: Vruchten en zaden

Bevruchting bij een boonplant (peulvrucht):
  • Zaadbeginsels ontwikkelen zich tot zaden (bonen)
  • Vruchtbeginsel groeit uit tot vrucht (de sperzieboon)
  • Restanten van de bloem blijven over: Bloemkelk en stijl

Slide 11 - Tekstslide

Wat eet je bij doperwtjes?
A
wortels
B
vruchten
C
zaden
D
bloemen

Slide 12 - Quizvraag

B4: Vruchten en zaden

  • Sommige vruchten bevatten vruchtvlees
  • Dit ontstaat vaak uit het vruchtbeginsel en soms uit de bloembodem

Slide 13 - Tekstslide

B4: Vruchten en zaden

Slide 14 - Tekstslide

B4: Vruchten en zaden

Slide 15 - Tekstslide

B4: Vruchten en zaden

  • De vrucht kan ook ontstaan uit de bloembodem
  • Dit gebeurt bij de appel
  • Het klokhuis bevat het vruchtbeginsel en de zaden

Slide 16 - Tekstslide

B4: Vruchten en zaden

Het aantal zaden in een vrucht kan sterk verschillen

Slide 17 - Tekstslide

B4: Vruchten en zaden

Sommige vruchten en zaden zijn eetbaar
Eetbare vruchten:

Eetbare zaden:

Slide 18 - Tekstslide

Welke vruchten ken je?

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Video

Zet in de goede volgorde
-->
Stuifmeelkorrel komt vrij
Bevruchting
Kiem (plant embryo) ontstaat)
DNA bereikt Vruchtbeginsel
Bestuiving
Zaad wordt gevormd 
DNA bereikt zaadbeginsel
Stuifmeelbuis groeit

Slide 21 - Sleepvraag

Noem drie dingen die je deze les hebt geleerd

Slide 22 - Open vraag

Leerdoelen
Je kunt de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven

Basis: 1, 2, 3, 4, 7
Ondersteuning: 5, 6
Verdieping: 8, 9
Practicum 7: Een tomaat

Slide 23 - Tekstslide