Taal_Vloggen_2

VLOGGEN
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

VLOGGEN

Slide 1 - Tekstslide

DOELEN
doelen van deze lessen reeks:
• Ik kan naar tv programma's i.h.k.v. onderwijs luisteren.
• Ik kan naar (internet) filmpjes, animaties i.h.k.v. onderwijs luisteren (ook informatie over werkzaamheden, bedrijven of sectoren).
• Ik kan naar (internet) filmpjes, animaties luisteren.
• Ik kan verslag doen van een persoonlijke gebeurtenis of activiteit.
• Ik kan informatie vragen aan personen binnen en buiten school.
 
• Ik kan vragen stellen bij uitleg of instructie.
 • Ik kan informatie uitwisselen bij het uitvoeren van opdrachten en taken. 

Slide 2 - Tekstslide

Noem minimaal 2 onderdelen die je nog weet van vorige les.

Slide 3 - Open vraag

PLANNING
VANDAAG:
  • Terugblik vorige les
  • Communicatie
  • Lichaamstaal
  • Vragen stellen
  • Oefenen vragen stellen

DAARNA:
  • Verder verdiepen in de wereld van vloggen en meer zelf aan de slag. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

COMMUNICATIE 
We starten met kijken wat je weet van communicatie. Denk hierbij aan:
  • Wat verstaan we onder communicatie, wat bedoelen we met communicatie?
  • Hoe communiceer je?
  • Wat is belangrijk bij communiceren?
  • Wat is communicatie voor jou?

Slide 6 - Tekstslide

WAT IS COMMUNICATIE?

Slide 7 - Open vraag

COMMUNICATIE 
Als minimaal twee levende wezens signalen aan elkaar geven =

  • Levende wezens = mensen, dieren.
  • Signalen = geluid maar ook geen geluid.

Slide 8 - Tekstslide

COMMUNICATIE
Waarom is communicatie belangrijk?
Waar gebruik je communicatie/ waar communiceer je?

Bij elk beroep is communicatie erg belangrijk maar sommige beroepen bestaan uit alleen maar communiceren. Kun je er een aantal noemen?

Slide 9 - Tekstslide

COMMUNICATIE VERBAAL & NON VERBAAL

  • VERBALE COMMUNICATIE
    Geluid. Stemgebruik. 
  • NON-VERBALE COMMUNICATIE
    Zonder geluid, dus door middel van gebaren, lichaamstaal. 

Slide 10 - Tekstslide

VERBAAL 
  • Geluid: woorden 
  • Wát je zegt

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

NON-VERBAAL
  • Lichaamstaal
  • Houding
  • Gezichtsuitdrukking
  • Kleding
  • Geur
  • Hóé je het zegt

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

LICHAAMSTAAL
  • Praten door niets te zeggen (non-verbaal)
  • Door middel van lichaamstaal kun je andere dingen zeggen dan je met woorden zegt.
  • Door lichaamstaal kun je anders over komen dan dat je bedoelt. 
  • Lichaamstaal is belangrijker dan woorden.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

VRAGEN STELLEN 
  • Waarom stel je vragen?
  • Zijn er verschillende soorten vragen?
  • Welke zijn er? Hoe noem je die verschillende soorten vragen?

Slide 17 - Tekstslide

SOORTEN VRAGEN
  • Gesloten vragen
    Hebben ja of nee als antwoord. 
    Vind je dit leuk? Houd je van rood?
    (Meer)keuze vraag

    Houd je van blauw of van groen? 
    Houd je van bier, wijn of drink je geen alcohol?

Slide 18 - Tekstslide

SOORTEN VRAGEN
  • Open vragen
    Hebben diverse antwoorden.
    Hoe?      Wat?       Welke?     Waarom?    Wie?    Waar?    Wanneer?

  • Zo zijn er nog meer soorten vragen maar dit zijn de belangrijkste. 

Slide 19 - Tekstslide

VLOGGEN LES 2 OPDRACHT 1
We gaan aan de slag met vragen stellen. Door middel van een klassikale opdracht. 
Één leerling krijgt te horen op wat voor een plaats hij/zij is. De andere leerlingen krijgen 2 minuten de tijd om te achterhalen waar deze plek is. 
In je werkboekje noteer je ter voorbereiding 2 gesloten vragen en 2 open vragen. 

Slide 20 - Tekstslide

De leerling probeert zo uitgebreid
mogelijk over de locatie te vertellen
zónder te zeggen wat of waar het is.
De groep heeft 2 minuten de tijd om 
de plek te raden.
De docent zet een timer. 

Slide 21 - Tekstslide

MOEILIJK?
Is de opdracht moeilijk of makkelijk?
Waarom is de opdracht moeilijk of makkelijk?
Kun je beter open - of gesloten vragen stellen?

Ter inspiratie een aantal vragen. 

Slide 22 - Tekstslide

Is er iets bijzonders aan die plek?
Wat zou je hier willen veranderen?
Hoe voelt het op die plek?
Aan welke dingen denk je hierbij?
Hoe ziet het er daar uit?
Is het er druk of rustig?
Wat voor geluid hoor je op die plek?
Waarvoor zou je naar die plek kunnen gaan?
Hoe ruikt het daar? 

Slide 23 - Tekstslide

Nu voor de camera! 
Maak 2-tallen! 
Tips:
  • Praat enthousiast en met energie.
  • Spreek duidelijk en wees to the point.
  • Vermijd eh’s en lange pauzes (of knip die eruit).
  • Wees jezelf voor de camera en probeer zelfverzekerd over te komen.
  • Kijk recht in de camera, alsof daar de persoon is tegen wie je praat.
  • Wees niet bang om fouten te maken, je kunt altijd opnieuw beginnen

Slide 24 - Tekstslide

Je eerste oefenvlog!
Kies een onderwerp van de kiesschijf en gaat in tweetallen hierover vloggen voor de camera.
Laat het filmpje zien aan je docent! 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

SAMENVATTING VAN DE LES
We maken een rondje in de klas, elke leerling geeft iets aan dat hij of zij geleerd heeft in deze les. 

Hoe ging het vlog maken? Wat zou je de volgende keer anders doen?

Slide 27 - Tekstslide