Getallen - leerdoel 5

Tekens
< is kleiner dan
> is groter dan

= is gelijk aan
  is niet gelijk aan 
  is ongeveer gelijk aan






GETALLEN
H2
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Tekens
< is kleiner dan
> is groter dan

= is gelijk aan
  is niet gelijk aan 
  is ongeveer gelijk aan






GETALLEN
H2

Slide 1 - Tekstslide

LEERDOELEN
LD 1
  
LD 2

LD 3

LD 4



- waarde van getallen 
- even/oneven; deler/veelvoud


 
- rekenen met decimale getallen


-  goed afronden


- bewerkingen en hun namen


- bewerkingen met negatieve / 
   positieve getallen
   
 - getallen vergelijken en tekens 
   gebruiken als: <  > =. ≠. 
   
  -bewerkingen met breuken,  
   vereenvoudigen, helen eruit, deel van  
   geheel uitrekenen;
  
- bewerkingen met niet-  gelijknamige      
   breuken.  
LD 5
  
LD 6

LD 7

LD 7H



Slide 2 - Tekstslide

LEERDOEL 5
Ik kan alle bewerkingen maken met negatieve (en positieve) getallen

Slide 3 - Tekstslide

Positieve en negatieve getallen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Welk getal is het kleinst?
A
2
B
0
C
-8
D
0,5

Slide 8 - Quizvraag

In welke stad is de temperatuur het laagst?
A
Amsterdam -2 graden
B
Parijs 4 graden
C
Madrid 7 graden
D
Oslo -5 graden

Slide 9 - Quizvraag

Rekenen met negatieve getallen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Het is 1° en het wordt 6° kouder

de som die daarbij hoort is:

1 - 6 = -5

Slide 13 - Tekstslide

Het is -1° en het wordt 6° kouder

de som die daarbij hoort is:

-1 - 6 = -7



Slide 14 - Tekstslide

Het is 1° en het wordt 6° minder koud

de som die daarbij hoort is:

1 -- 6 = 7


Dat is een andere manier om te zeggen: 1 + 6 = 7

- - naast elkaar = +

Slide 15 - Tekstslide

Het is -1° en het wordt 6° minder koud

de som die daarbij hoort is:

-1 -- 6 = 5   -> dat wordt: -1 + 6 = 5



Slide 16 - Tekstslide

Waar staan de negatieve getallen in een assenstelsel?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide