In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 55 min
Onderdelen in deze les
Paragraaf 1.3 Het portugese handelsrijk
1K
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Herhaling vorige les
Leerdoelen
Uitleg paragraaf 1.3
Opdrachten
Elevator pitch
Slide 2 - Tekstslide
Noem een reden voor het geven van de bijnaam ''Hendrik de Zeevaarder''
Slide 3 - Open vraag
Noem een reden tegen het geven van de bijnaam ''Hendrik de Zeevaarder''
Slide 4 - Open vraag
Hoe noemen we deze route?
A
Route de specerijen
B
Pape Jan
C
Carreira da India
D
Kaap de goede hoop
Slide 5 - Quizvraag
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wie Vasco da Gama is en wat het doel van zijn reis was.
Je kunt benoemen wat een factorij is.
Slide 6 - Tekstslide
Vasco da Gama
Portugese ontdekkingsreiziger
Eerste expeditie India
Specerijenhandel
Slide 7 - Tekstslide
Reis naar India
1497
Indiase stad Calicut
Geweld
Terugreis veel doden
Slide 8 - Tekstslide
Pedro Alvares Cabral
Tweede expeditie naar India
Brazilie
Portugese kolonie
Geen rijk van Pape Jan
Slide 9 - Tekstslide
Kapitaal
Kolonisatie van hele gebieden niet te doen
Bouwen factorij
Uitbouwen en beschermen
Venetie belangrijkste handelsstad
Slide 10 - Tekstslide
Aan het werk
Wat? Maak opdracht 33, 34, 44, 46, 48 en 51 uit paragraaf 1.3
Hoe? In je werkboek door je leerboek te gebruiken. De eerste 5 minuten in stilte!
Hulp? De docent.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Gemaakt huiswerk
Klaar? Lees paragraaf 1.4 vast door
Slide 11 - Tekstslide
Elevator pitch
Wat? Wijs in je tweetal iemand aan die de les in een minuutje samenvat. Denk aan wat je hebt geleerd enwaar je mee aan het werk bent geweest. De ander stelt vragen om het verhaal te verduidelijken. Samen komen jullie tot een samenvatting van wat jullie geleerd hebben.
Hoe? Ik geef vervolgens een aantal leerlingen de beurt. Dan herhaalt de leerling die net niet de pitch heeft gehouden de samenvatting.
Hulp? Je helpt elkaar in je tweetal
Tijd? In totaal 10 minuten
Uitkomst? Je evalueert de les
Slide 12 - Tekstslide
Volgende les
Paragraaf 1.4
Opdrachten
Huiswerk opdracht 33, 34, 44, 46, 48 en 51 uit paragraaf 1.3