Herhaling over de regelmatige werkwoorden op -er




herhaling werkoorden op -er                 klas 1
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les




herhaling werkoorden op -er                 klas 1

Slide 1 - Tekstslide

?

Slide 2 - Tekstslide

Waar is die zin over de eskimo een
geheugensteuntje voor?

Slide 3 - Open vraag

Werkwoorden op -er. Sleep de vervoegingen van het werkwoord naar de juiste persoon.
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
parle
habitez
regardons
détestent
joue
danses

Slide 4 - Sleepvraag

nous parl...
A
ons
B
e
C
es
D
ez

Slide 5 - Quizvraag

les filles mang...
A
ez
B
e
C
ent
D
es

Slide 6 - Quizvraag

tu habit...
A
e
B
es
C
ent
D
ez

Slide 7 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van het regelmatige werkwoord op -er in.
Tu.........le tableau. (regarder)

A
regarde
B
regardez
C
regardes
D
regardent

Slide 8 - Quizvraag


Nous..........la musique. (adorer)

A
adorez
B
adorons
C
adores
D
adore

Slide 9 - Quizvraag


Romain..........ses copains. (inviter)

A
invites
B
invitent
C
invitez
D
invite

Slide 10 - Quizvraag


Ma mère..........le gâteau. (préparer)

A
préparent
B
prépare
C
préparez
D
prépares

Slide 11 - Quizvraag

jullie praten
(parler)

Slide 12 - Open vraag

hij zoekt
(chercher)

Slide 13 - Open vraag

de honden eten
(les chiens - manger)

Slide 14 - Open vraag

Geef antwoord op de vraag:

Tu habites à Rosmalen? - Oui, .... à Rosmalen.
A
tu habites
B
j'habite
C
il habite
D
elles habitent

Slide 15 - Quizvraag

Geef antwoord op de vraag:

Vous aimez le foot? - Oui, .... le foot.
A
vous aimez
B
j'aime
C
nous aimons
D
il aime

Slide 16 - Quizvraag

   herhalen:
zie het leerwerk op de volgende slides >
leer dia 17 en check jezelf bij dia 18 

- uitgangen
- vertalingen

tip: oefen ook op studygo

Slide 17 - Tekstslide

stam maken:
hele werkwoord min -er
uitgangen:
je stam+e
tu stam+es
il/elle/on stam+e
nous stam+ons
vous stam+ez
ils/elles stam+ent
jouer
demander
parler
danser
travailler
commencer
donner
écouter
habiter 
aimer

Slide 18 - Tekstslide

stam maken:
hele werkwoord ......
uitgangen:
je stam+....
tu stam+....
il/elle/on stam+....
nous stam+....
vous stam+....
ils/elles stam+....
spelen
vragen
praten
dansen
werken
beginnen
geven
luisteren
wonen 
houden van

Slide 19 - Tekstslide

Merci & Bon travail

Slide 20 - Tekstslide