Herhaling grammatica VWO

Welcome!
Grab your books and get into the lesson up!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome!
Grab your books and get into the lesson up!

Slide 1 - Tekstslide

Today:
Revision
You will be able to compare in English


Slide 2 - Tekstslide

You .... finish your homework first.
A
Should
B
Must
C
Have to

Slide 3 - Quizvraag

He .... be ready by now
A
Should
B
Must
C
Has to

Slide 4 - Quizvraag

You .... stick to the speed limit
A
Should
B
Must
C
Have to

Slide 5 - Quizvraag

..... I buy those jeans?
A
Should
B
Must
C
Have to

Slide 6 - Quizvraag

My mother .... work today. So she won't be back until 7.
A
Should
B
Must
C
Has to

Slide 7 - Quizvraag

Any questions?

Slide 8 - Tekstslide

Test
Vocab : Unit 2 : p.89,90, 91,92, 93
              Unit 3: 133, 137, 138, 139
Expressions: Unit 2 p. 90,91, 94
Grammar Unit 2 : Past Simple (p. 89), Comparisons (p.94), Relative Pronouns (p. 95)
              Unit 3 : have to, must, should (p. 139)

Slide 9 - Tekstslide

Lets get to work!
- Do you understand it already? Study for the test! individually, in silence, music is allowed
(you can practice online as well)
- Score lower than a 6? You have to pay attention to the recap

Slide 10 - Tekstslide

What do you remember about comparisons (vergelijkingen)

Slide 11 - Woordweb

vergelijkingen 
om dingen met elkaar te vergelijken gebruik je de vergrotende (...+er than/more ... than) of de overtreffende trap (the ...+est/the most ...)
Example: 
My sister is shorter than me.
My sister is the shortest member of my family.

Slide 12 - Tekstslide

vergelijkingen
...+er than, als het gaat over beter of meer
the ...+est, gebruik je bij een vergelijking met een hele groep, het beste of het meeste
example:
You are prettier than me. -> je bent mooier dan mij
You are the prettiest girl I have ever met. -> Je bent het mooiste meisje wat ik ooit heb ontmoet

Slide 13 - Tekstslide

bij 2 of meer lettergrepen krijg je: more ... than/ the most ...
example:
important --> im-por-tant (3 lettergrepen)
This rule is more important than that rule.
This rule is the most important rule.

more => meer      most => meest

Slide 14 - Tekstslide

vergelijkingen
short (1 lettergreep) wordt:
short - shorter than - the shortest
important (2 of meer lettergrepen) wordt:
important - more important than - the most important


Slide 15 - Tekstslide

Vergelijkingen uitzonderingen
Uitzonderingen: 
woorden met 2 lettergrepen die eindigen op -Y, -er, -le of -ow zoals: scary, clever, simple, narrow. krijgen -er en -est.
Scary - scarier than - the scariest
clever - cleverer than - the cleverest
simple - simpler than - the simplest
narrow - narrower than - the narrowest

Slide 16 - Tekstslide

vergelijkingen
Uitzonderingen:
eindigt een woord op een klinker + een medeklinker? verdubbel je de medeklinker zoals: big
big - bigger - biggest

onregelmatige woorden:
good - better - best
bad - worse - worst

Slide 17 - Tekstslide

Hoe pak je dit aan op de toets?

Slide 18 - Tekstslide

Any questions?

Slide 19 - Tekstslide

Lets practice!

Slide 20 - Tekstslide

Study time!
Till the end of class
questions? come to my desk
only 1 person at a time
so if there is already someone at my desk, you have to wait in your seat!

Slide 21 - Tekstslide

Next lesson 
Past simple

Slide 22 - Tekstslide