PA 1 - leesv en woordenschat

• Spaans
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Welkom!

¿Listos? Zijn jullie klaar?

- Tassen op de grond

- Laptops aan

- Schrift op de tafel

- Vragen? steek je vinger op!

¡Presente!

Vandaag/ hoy... 

Programma:

-Herhaling onregelmatige werkwoorden: ser (zijn)

- Leestekst 

Lesdoel:

- Ik kan de werkwoorden SER vervoegen

- Ik kan een kort tekst in het Spaans begrijpen

 

Vandaag/ hoy... 

Programma:

- Leestekst 

- Zinnen maken met woordenschat 

Lesdoel:

- Ik kan een kort tekst in het Spaans begrijpen

- Ik kan vertellen waar ik woon

- Ik kan vertellen welke talen ik spreek

 

SER (ZIJN) p.16

- nationaliteit

- wie je bent

- eigenschappen

Geef het rijtje van het werkwoord SER (zijn)
yo soy (ik ben), tú ..... etc

A trabajar! Aan het werk!

Werkboek A:

p. 22 opdr. 23 B (samen)

p. 22 opdr. 24 A, C

p. 22 opdr. 25 (huiswerk)

Wat is de naam van de camping?

Wie schrijft dit kaartje?

Wat vindt Rico van deze camping?

1. saai
2. gaat wel
3. te gek

Wat schrijft hij over het zwembad?

Wat zegt hij over zijn vriend?

1. hij is dertien jaar oud hij is Nederlands
2. hij is veertien jaar oud hij is Nederlands
3. hij is veertien jaar oud hij is Fransman

Kies de juiste voor van het werkwoord:
El .............. holandés

1. habla
2. hablo
3. hablas

Kies de juiste voor van het werkwoord:
Yo .............. en Den Haag

1. vivo
2. vives
3. vive

¡Hablemos!

¿Cómo te llamas? Me llamo ...

¿De dónde eres? Soy ...

¿Qué lenguas hablas? Hablo ...(holandés, 

berber, árabe, turco, francés, papiamento...)

¿Dónde vives? Vivo en ...

¿Quién es tu amiga/amigo? Ella es (ze is)/El es (hij is)...

¿Cómo? Hoe?

¿Dónde? Waar?

¿Qué? Wat?

¿Quién? Wie

Maak een zin met VIVIR

Yo	vivo
Tú	vives
El/Ella	vive

Maak een zin met HABLAR

Yo	hablo
Tú	hablas
El/Ella	habla

Los números