SEMANA 05 - REPASO POSESIVOS & CONSTRUCCIONES, PLUSCUAMPERFECTO
1 / 25
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Na de les, ga ik weer verder lezen in mijn favoriete boek.
A
Después de la clase, vuelvo a leer mi libro favorito.
B
Después de la clase, voy a seguir leyendo mi libro favorito.
C
Después de la clase, me pongo a leer mi libro favorito.
D
Después de la clase, me pongo a leer de nuevo mi libro favorito.
Slide 3 - Quizvraag
Is het je gelukt om je boek uit te lezen?
A
¿Sigues leyendo tu libro?
B
¿Has terminado tu libro?
C
¿Has vuelto a leer tu libro?
D
¿Llegaste a terminar tu libro?
Slide 4 - Quizvraag
Juan is nog steeds zijn schrift aan het zoeken.
A
Juan vuelve a buscar su cuaderno.
B
Juan volvió a buscar su cuaderno.
C
Juan sigue buscando su cuaderno.
D
Juan llega a buscar su cuaderno.
Slide 5 - Quizvraag
Opeens begon iedereen te dansen.
A
De repente, todo el mundo volvió a bailar.
B
De repente, todo el mundo se puso a bailar.
C
De repente, todo el mundo se ponó a bailar.
D
De repente, todo el mundo ha vuelto a bailar.
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Es el libro de Pablo y Isabel.
Es libro es ___.
Es libro es ___.
A
su
B
suyo
C
sus
D
suyos
Slide 8 - Quizvraag
¿Ellas son ___ amigas?
A
vuestras
B
nosotras
C
mías
D
tuyas
Slide 9 - Quizvraag
Rosa y María pasan _______vacaciones en Italia.
A
suyas
B
suyo
C
suya
D
sus
Slide 10 - Quizvraag
Yo vivo con _______ tíos.
A
mi
B
mis
C
míos
D
mías
Slide 11 - Quizvraag
Creo que mi regalo de Navidad es estupendo. Y tú, ¿estás contento con ___?
A
el tu
B
tu
C
el tuyo
D
la tuya
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Yo ya (preparar) la cena cuando llegaron mis padres.
Ik had het avondeten al gemaakt, toen mij ouders thuis kwamen.
Ik had het avondeten al gemaakt, toen mij ouders thuis kwamen.
Slide 20 - Open vraag
El detective dijo que la policía ya (investigar) el crímen.
De detective zei dat de politie het misdrijf al had onderzocht.
De detective zei dat de politie het misdrijf al had onderzocht.
Slide 21 - Open vraag
El padre respiró aliviado cuando vio que los niños (volver a dormir).
De vader haalde opgelucht adem toen hij zag dat de kinderen weer in slaap waren gevallen.
De vader haalde opgelucht adem toen hij zag dat de kinderen weer in slaap waren gevallen.
Slide 22 - Open vraag
Julia me contó que tú nunca (participar) en un concurso.
Julia zei dat jij nog nooit hebt meegedaan aan een prijsvraag.
Julia zei dat jij nog nooit hebt meegedaan aan een prijsvraag.
Slide 23 - Open vraag
El profe nos preguntó si (hacer los deberes).
De docent vroeg ons of wij het huiswerk hadden gemaakt.
De docent vroeg ons of wij het huiswerk hadden gemaakt.
