4h hfst 1 Democratisering van Nederland §5

§5 Historisch denken
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

§5 Historisch denken

Slide 1 - Tekstslide

Vorige keer...
  1. Je weet welke rechten de ministers en de Eerste en Tweede kamer hebben.
  2. Je weet welke rechten burgers in Nederland hebben. 
  3. Je weet hoe de rechten van burgers in Nederland worden beschermd.

Slide 2 - Tekstslide

Je weet welke rechten de ministers en de Eerste en Tweede kamer hebben.

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdtaken Tweede Kamer

  • Controleren van de regering (controlerende taak)

  • Maken van wetten (wetgevende taak)

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdtaken Eerste Kamer

  • Controleren van de regering (controlerende taak)

Slide 5 - Tekstslide

Controlerende instrumenten (rechten) van de Eerste- en Tweede Kamer 
  • Recht van budget (goed- of afkeuren van de staatsbegroting)

  • Recht van enquête (tot op de bodem uitzoeken van een bepaalde zaak)

  • Recht van Interpellatie: (recht om minister te ondervragen over een besluit of uitspraak)

Slide 6 - Tekstslide

Wetgevende instrumenten (rechten) die alleen de Tweede kamer heeft

  • Recht van amendement (wetsvoorstellen aanpassen)

  • Recht van initiatief (Kamerleden kunnen zelf met een wetsvoorstel komen i.p.v. de minister)

Slide 7 - Tekstslide

Je weet welke rechten burgers in Nederland hebben. 

Slide 8 - Tekstslide


Klassieke grondrechten


  • Beschermen ons tegen de overheid 
  • Geven ons rechten tegen een te machtige overheid

  • Staan sinds 1848 in de Grondwet 
  • Klassiek betekent: 'iets van vroeger, maar niet verouderd'

Slide 9 - Tekstslide


bijvoorbeeld:

  • Artikel 1: Anti-discriminatie artikel

  • Artikel 2: Wie is Nederlander?

  • Artikel 4: Kiesrecht

  • Artikel 7: Vrijheid van meningsuiting

  • Artikel 8: Recht op vereniging

  • Artikel 9: Recht op vergadering

  • Artikel 10: Onaantastbaarheid van de persoonlijke levenssfeer

  • Artikel 11: Onaantastbaarheid van het lichaam

  • Artikel 13: Briefgeheim

Slide 10 - Tekstslide


Sociale grondrechten



  • Plichten van de overheid
  • Zorgen voor een goed bestaan


  • Zijn pas later (1983) in de Grondwet opgenomen, hoewel ze al eerder bestonden.

Slide 11 - Tekstslide


bijvoorbeeld:



  • Recht op veilig bestaan

  • Recht op onderwijs

  • Recht op gezondheidszorg

  • Recht op woongelegenheid

  • Recht op bewoonbaar gebied

  • Recht op rechtsbijstand

  • Recht op werk

Slide 12 - Tekstslide

Je weet hoe de rechten van burgers in Nederland worden beschermd.

Slide 13 - Tekstslide

KENMERKEN RECHTSSTAAT
  • ALLE BURGERS ZIJN GELIJK VOOR DE WET
  • RECHTERS ZIJN ONAFHANKELIJK
  • ALLEEN STRAF VOOR STRAFBARE FEITEN
  • RECHTERS EN BESTUURDERS MOETEN ZICH OOK AAN DE WET HOUDEN

Slide 14 - Tekstslide

Nationale ombudsman
In een rechtsstaat kunnnen burgers klagen bij de ombudsman over de overheid en zo opkomen voor hun rechten.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Deze keer...
Je kan informatie uit bronnen halen.
Je weet of bronnen betrouwbaar zijn of niet.

Slide 17 - Tekstslide

Affice tegen het algemeen kiesrecht (Amsterdam, 17 november 1907). Het affiche is gemaakt door politiek tekenaar en socialist Albert Hahn (1877-1918). Op het affiche laat Hahn zien wat volgens de ARP de nadelen van het algemeen kiesrecht zijn.

Gebruik de bron en het stappenplan Informatie uit historische bronnen gebruiken.

STAP 1: Wat is de vraag? 
De vraag die je gaat onderzoeken luidt: wat vonden mensen de voor- en nadelen van de uitbreiding van het algemeen kiesrecht?

STAP 2: Welke informatie geeft deze bron? 
Kun je informatie vinden in de bron om antwoord te geven op de vraag?

Slide 18 - Tekstslide

Affice tegen het algemeen kiesrecht (Amsterdam, 17 november 1907). Het affiche is gemaakt door politiek tekenaar en socialist Albert Hahn (1877-1918). Op het affiche laat Hahn zien wat volgens de ARP de nadelen van het algemeen kiesrecht zijn.

- STAP 3: Vanuit welk standpunt geeft de maker van de bron de informatie?

Dit is belangrijk als je moet bepalen of de informatie uit de bron bruikbaar en betrouwbaar is.
- Bevat de bron vooral feiten of ook meningen?
- Wat weet je over de maker van de bron: afkomst, beroep, godsdienst, politieke ideeën, sociale laag?
- Leefde de maker in de tijd waar de bron over gaat? Of leefde de maker veel later?
- Is de maker misschien partijdig?
- Wilde de maker iets met de bron bereiken?

Slide 19 - Tekstslide

Affice tegen het algemeen kiesrecht (Amsterdam, 17 november 1907). Het affiche is gemaakt door politiek tekenaar en socialist Albert Hahn (1877-1918). Op het affiche laat Hahn zien wat volgens de ARP de nadelen van het algemeen kiesrecht zijn.

- STAP 4: Kan het zijn dat jij de informatie anders uitlegt dan iemand anders?

Jouw uitleg van de bron kan anders zijn dan de uitleg van een ander, omdat jouw ervaringen, kennis en opvattingen anders zijn.

Slide 20 - Tekstslide

Affice tegen het algemeen kiesrecht (Amsterdam, 17 november 1907). Het affiche is gemaakt door politiek tekenaar en socialist Albert Hahn (1877-1918). Op het affiche laat Hahn zien wat volgens de ARP de nadelen van het algemeen kiesrecht zijn.

- STAP 5: Is de bron bruikbaar?

Denk goed na en leg goed uit waarom je een bron bruikbaar vindt voor het beantwoorden van een vraag.
Afhankelijk van je vraag kan een bron ook bruikbaar zijn als hij niet (of niet volledig) betrouwbaar is.

Slide 21 - Tekstslide

Aan het werk...
Maak paragraaf 5.
Klaar? Kijk dan je gemaakte werk na. 
Klaar? Ga dit hoofdstuk vast leren. 

Slide 22 - Tekstslide

Volgende keer...
We gaan oefenen met examenopdrachten. 

Slide 23 - Tekstslide