VP LE04 BBL-2

VP LE04 BBL-2
Casus Adriana
Casus Joop
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

VP LE04 BBL-2
Casus Adriana
Casus Joop

Slide 1 - Tekstslide

Casus Adriana
Casus Joop


  • Multiple Sclerose
  • Urineretentie
  • Suprapubische katheter
  • Blaasspoelen
  • Korte termijn geheugenstoornis
  • Depressie




  • Diabetes mellitus type 2
  • Slecht zicht en gehoor
  • Wond op het been (skintear)
  • Delier?


Slide 2 - Tekstslide

Waaraan denk je bij
de ziekte: MS?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Multiple sclerose (MS)
Chronische aandoening aan het centrale zenuwstelsel. 
-> Zenuwcellen verbonden via zenuwuitlopers (isolerende laag, myeline)
-> Ontstekingen - beschadigen myeline; MS
-> Hersenprikkels en signalen gaan niet meer goed naar bijv. armen
-> Moeite met bewegen 
Dit betekent dat je hersenen prikkels en signalen niet goed meer kunnen verzenden naar bijvoorbeeld je armen.

Slide 5 - Tekstslide

Relapsing Remitting (RR)
Secundair Progressief (SP)
Welke vormen van MS zijn er?

Slide 6 - Tekstslide

Primair Progressief (PP)
Progressieve Relapsing (PR).



 

Progressieve Relapsing (PR).

Slide 7 - Tekstslide

Even een oefening: 
Mevrouw Temming heeft Multiple Sclerose (MS). Ze zit in een rolstoel. Ze heeft verminderde kracht in haar rechterarm en allebei haar benen. Ze kan haar rechterarm ook niet goed besturen (coördinatie). Een aantal plekken van haar huid zijn doof, daar voelt ze niet goed. Sinds een half jaar is ze incontinent van urine. Ze zit in een Schub (dat is een Duits woord). Je spreekt het dus op zijn Duits uit. Ze is optimistisch en vrolijk. Noem minstens 5 verschijnselen van MS uit deze casus.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een schub?
A
een periode waarin geen nieuwe klachten ontstaan of klachten toenemen
B
een periode waarin nieuwe klachten ontstaan en/of bestaande klachten sterk toenemen.
C
een periode van stabiliteit van de klachten
D
Een periode waarin nieuwe klachten ontstaan en bestaande klachten niet sterk toenemen

Slide 9 - Quizvraag

Vaststelling MS

  1. gebeurd door een neuroloog
  2. let op motoriek, coördinatie, het gevoel en de reflexen
  3. eventueel een MRI-scan 
  4. een lumbaalpunctie

Slide 10 - Tekstslide

Welke behandeling
is mogelijk?

Slide 11 - Woordweb

Behandeling bestaat uit
  1. medicatie om de ziekte af te remmen, een aanval te stoppen of om een symptoom te bestrijden. 
  2. Revalidatie, ergotherapie, fysiotherapie en alternatieve methoden. 
  3. Een combinatie van bovenstaande.

Slide 12 - Tekstslide