BERH: M1 Thema 2 Organen en cellen Toets

Organen en cellen
TOETS Thema 2
Bronnen:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Organen en cellen
TOETS Thema 2
Bronnen:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Tekstslide

Orgaan
Organisme
Orgaanstelsel
Weefsel

Slide 2 - Sleepvraag


Zijn de wortels van planten organen?
A
nee, planten hebben geen organen
B
nee, maar de bloem is wel een orgaan van een plant
C
ja, de wortels zijn inderdaad organen
D
nee, ze slaan alleen reservestoffen op

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de functie van bladeren van een plant?
A
de plant beschermen tegen zonlicht
B
stevigheid geven aan de plant
C
voedsel maken voor de plant door fotosynthese
D
water opnemen

Slide 4 - Quizvraag

JUIST
ONJUIST
Fotosynthese vindt overdag in alle delen van de plant plaats.
 

Verbranding vindt plaats in de 'fabriekjes' van de cel - de mitochondriën. 
Fotosynthese heeft water, licht en zuurstof nodig. 
Fotosynthese is het proces waarbij planten suikers maken.

Slide 5 - Sleepvraag

Celkern
Celplasma
Bladgroenkorrels
celmembraan
celwand 
Vacuole

Slide 6 - Sleepvraag

Na het eten zijn je maag en darmen hard aan het werk. Ze verteren het eten.

Waar zijn je maag en darmen voorbeelden van?
A
ademhalingsstelsel
B
organen
C
orgaanstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 7 - Quizvraag

Sleep de juiste begrippen bij de bijbehorende afbeelding
Kerndeling
celdeling
plasmagroei
dochtercel
moedercel

Slide 8 - Sleepvraag

Chromosomen bestaan voor een groot deel uit de stof DNA.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag


Kun je chromosomen zien (onder de microscoop)?
A
ja
B
alleen als de cel zich gaat delen
C
alleen als de cel kapot gaat
D
nee

Slide 10 - Quizvraag


Wat is een voorbeeld van een erfelijke eigenschap?


A
een wat kromme arm na een armbreuk
B
oogkleur
C
tattoo die niet meer weggaat
D
geel geverfd haar

Slide 11 - Quizvraag

Tot welk organenstelsel behoort dit orgaan?
A
Tot het beenderstelsel
B
Tot het bloedvatenstelsel
C
Tot het verteringsstelsel
D
Tot het zenuwstelsel

Slide 12 - Quizvraag

Welk van de volgende organen behoort tot het ademhalingsstelsel?
A
De aorta
B
De biceps
C
De slokdarm
D
De bronchiën

Slide 13 - Quizvraag

Welk deel van een cel vervoert stoffen in de cel?
A
De celkern
B
De celwand
C
Het cytoplasma
D
De vacuole

Slide 14 - Quizvraag

Celwanden zorgen voor stevigheid.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

In de afbeelding is een bladcel afgebeeld.

Welke onderdelen van deze plantaardige cel komen ook bij dierlijke cellen voor?
A
1, 2 en 5.
B
1, 4 en 5.
C
2, 3 en 6.
D
2, 5 en 6.

Slide 16 - Quizvraag


Welk orgaanstelsel wordt
hier weergegeven?
A
Ademhalingsstelsel
B
Verteringsstelsel
C
Bloedvatenstelsel
D
Spierstelsel

Slide 17 - Quizvraag

Inde afbeelding zie je...
A
een cel
B
een weefsel
C
een orgaan
D
een orgaanstelsel

Slide 18 - Quizvraag


Wat is nummer 2?
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag

Slide 19 - Quizvraag


Wat is nummer 4?
A
Lever
B
Blaas
C
Nier
D
Maag

Slide 20 - Quizvraag

Alle cellen in je lichaam hebben dezelfde vorm.
A
ja
B
nee
C
dat verschilt per persoon
D
bij een mens wel, bij een dier niet

Slide 21 - Quizvraag

Wat heeft een plantencel wel
wat een dierlijke cel niet heeft?

A
celkern
B
cytoplasma
C
celmembraan
D
bladgroenkorrels

Slide 22 - Quizvraag

a Wat zijn stoffen die een plant niet meteen
nodig heeft en opslaat voor later gebruik?
b. Waar slaat een plant die stoffen op?
A
a. water b. in de haarwortels
B
a. reservestoffen b. In de hoofdwortel
C
a. zuurstof b. in het blad

Slide 23 - Quizvraag

Wat zijn cellen? Leg uit.
(niet alleen een voorbeeld van een cel geven).

Slide 24 - Open vraag

Het vacuole is een...
A
blaasje in plantaardige cellen dat gevuld is met vocht: Geeft stevigheid/vorm
B
Het is een cel
C
Het is cytoplasma
D
het is een onderdeel van de celwand van een plantaardige cel

Slide 25 - Quizvraag

1 en 2 zijn plantaardige cellen.

Waar vindt fotosynthese plaats?
1
2
A
in 1: daar maakt de plant zijn eigen voedsel
B
in 2: daar maakt de plant zijn eigen voedsel

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de functie van de celkern?
A
Stevigheid bieden
B
Vocht vasthouden
C
Opslag van DNA
D
Cel beschermen

Slide 27 - Quizvraag

Bij de mens bevat een bepaald gebied in het DNA de informatie voor het produceren van een eiwit in het speeksel.

Bevat een cel in je lever dit erfelijke informatie?

A
ja
B
nee

Slide 28 - Quizvraag

Wat mist dit blad?
A
Nerven
B
Bladschijf
C
Bladskelet
D
Bladmoes

Slide 29 - Quizvraag

Het vatenstelsel van een plant vervoert suikers van de wortels naar de andere delen van de plant.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Hoe heet het vlies om een cel heen?
A
cytoplasma
B
celmembraan
C
celwand
D
celorganel

Slide 31 - Quizvraag

Sleep de organellen van de cel naar de goede plek
Celmembraan
Celkern
Cytoplasma

Slide 32 - Sleepvraag

Een celmembraan is een stevig, niet-doorlatende laagje om een cel heen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Een cel deelt zich.

Eenmaal gevormd, zijn de dochtercellen kleiner dan de moedercel waaruit ze zijn ontstaan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quizvraag


In de cellen in de afbeelding zijn geen bladgroenkorrels te zien.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quizvraag

In de afbeelding zie je de Maleisische tapir. De tapir heeft 52 chromosomen in een lichaamscel.

Hoeveel chromosomen bevat een levercel van de Maleisische tapir voordat die zich gaat delen?
A
52
B
104

Slide 36 - Quizvraag

Een menselijke huidcel heeft 46 chromosomen.

Als een cel in de huid zich deelt, hebben de twee nieuwe cellen ook 46 chromosomen.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Bij celdeling ontstaan twee dochtercellen met de helft van de erfelijke informatie voor eigenschappen van de moedercel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quizvraag

- Volgens Kirsten zit er in de cellen van het uienvlies een kern.
- Volgens Angeline zit er in de spermacellen van de stier een grote vacuole.

Wie heeft of wie hebben gelijk?
A
Zowel Kirsten als Angeline
B
Alleen Kirsten
C
Alleen Angeline
D
Geen van beide

Slide 39 - Quizvraag

Geef aan of deze uitspraken juist of onjuist zijn.

1. Bij eencelligen, zoals pantoffeldiertjes en amoeba's, worden alle levensfuncties binnen één enkele cel uitgevoerd.
2. Deze functies worden uitgevoerd door de zogenaamde organellen.
3. Elke ééncellig organisme heeft in ieder geval één celkern.
A
1 juist 2 onjuist 3 juist
B
1 juist 2 juist 3 juist
C
1 juist 2 onjuist 3 onjuist
D
1 onjuist 2 juist 3 juist

Slide 40 - Quizvraag

Bladgroenkorrels zitten in de kern van een plantencel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 41 - Quizvraag

Jan heeft problemen met zijn huid, die erg schilferig is. Daarom heeft hij veel interesse voor wat er in de huid gebeurt. Jan leest dat de buitenste cellen van de huid afsterven en loslaten. Van binnenuit worden ze aangevuld.

Jan wil weten of zijn huidproblemen erfelijk zijn.
Welke stof uit zijn lichaam moet hij dan laten onderzoeken?

Slide 42 - Open vraag


Hoe vindt bij een pantoffeldiertje voortbeweging plaats?


A
Door trilhaartjes
B
Door schijnvoetjes
C
Door spierweefsel

Slide 43 - Quizvraag

Einde van de toets

Slide 44 - Tekstslide