(b1e) Les 6 - luisteroefeningen nakijken, opstart ontkenning

Aujourd'hui, on va:
  • répéter vocabulaire
  • écouter
  • écrire: la négation - de ontkenning
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Aujourd'hui, on va:
  • répéter vocabulaire
  • écouter
  • écrire: la négation - de ontkenning

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zeg je: Dat klopt!
A
C'est ça!
B
Dommage!
C
Tant pis!
D
D'accord!

Slide 2 - Quizvraag

Hoe zeg je: voor
A
contre
B
pour
C
propre
D
premier

Slide 3 - Quizvraag

Schrijf in het Frans: we zetten, men zet

Slide 4 - Open vraag

Je neemt de tweede straat links.
Tu
prends
le
la
deuxième
troisième
rue
à
gauche
droite

Slide 5 - Sleepvraag

Aujourd'hui, on va:
  • répéter vocabulaire
  • écouter --> contrôler les devoirs
  • écrire: la négation - de ontkenning

Slide 6 - Tekstslide

Est-ce qu'on va...
...écouter la prof? 
...travailler en silence?
... ou travailler ensemble?

Slide 7 - Tekstslide

On va...
...travailler en silence.

Slide 8 - Tekstslide

Texte à trous:
Kun je de belangrijke woorden wel verstaan?


Vul ze in! 


Slide 9 - Tekstslide

Les devoirs:
Maak de gewiste opdrachten van 12 en 13 opnieuw
En let op de formulering van de open vraag!

Slide 10 - Tekstslide

On a besoin de quoi?
un stylo
un cahier
le livre (A)
un ordinateur
pas de portable!

Slide 11 - Tekstslide

Aujourd'hui, on va:
  • répéter vocabulaire
  • écouter
  • écrire: la négation - de ontkenning

Slide 12 - Tekstslide

Ontkenning - la négation
Hoe werkt dat?

Slide 13 - Tekstslide

ne .... pas
In het Frans bestaat het woord "niet" in een zin uit twee woorden: 
en

Als               voor een woord met een klinker of een h staat, verandert het in 
ne
pas
n'
ne

Slide 14 - Tekstslide

Exemple:
De woorden            en             gaan als een soort oorwarmers om de persoonsvorm heen: 


pas
ne
Je        ne      regarde      pas     la télé. 

Slide 15 - Tekstslide

Klik de persoonsvorm aan:
Elle mange des légumes.
A
Elle
B
mange
C
des
D
légumes

Slide 16 - Quizvraag

Klik de persoonsvorm aan:
Nous écoutons de la musique
A
Nous
B
de la
C
écoutons
D
musique

Slide 17 - Quizvraag

Klik de persoonsvorm aan:
Vous parlez espagnol
A
Vous
B
parlez
C
espagnol
D
musique

Slide 18 - Quizvraag

Neem de persoonsvorm over:
Nous travaillons le weekend.

Slide 19 - Open vraag

Maak nu de zinnen ontkennend.

Vous parlez espagnol.
Nous travaillons le weekend.

Slide 20 - Open vraag

Les devoirs:
Maak de gewiste opdrachten van 12 en 13 opnieuw
Maak oefening 14 voor extra luisteroefening

Maak ex. 16A, B (en je kunt ook alvast verder gaan, als je snel bent)

Slide 21 - Tekstslide