Kapitel 2 Klasse 1 Juni 2018
Welches Wort ist nicht korrekt geschrieben?
A
zeigen
B
Monat
C
hinter
D
wichtich
1 / 12
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Welches Wort ist nicht korrekt geschrieben?
A
zeigen
B
Monat
C
hinter
D
wichtich
Slide 1 - Quizvraag
Welches Wort ist korrekt geschrieben?
A
bekomen
B
die Schweiz
C
vorheer
D
schlim
Slide 2 - Quizvraag
durchschnittlich
Zeugnis
Monat
gibt es
gemiddeld
zijn er
rapport
maand
Slide 3 - Sleepvraag
ZÖRRAB
Slide 4 - Woordweb
Übersetz: jij hebt
A
du hast
B
du haben
C
du habst
D
du hattest
Slide 5 - Quizvraag
Welches Wort passt hier nicht? arbeiten-reden-machen-kosten
A
arbeiten
B
reden
C
kosten
D
machen
Slide 6 - Quizvraag
Übersetz: jij leest - hij geeft - jullie lezen
Slide 7 - Open vraag
DER
DIE
DAS
Freiheit
Freitag
Freund
Buch
Mannschaft
Sommer
Mädchen
Katze
Tischlein
Slide 8 - Sleepvraag
Was ist korrekt?
A
du spielest
B
er lest
C
wir sein
D
sie gibt
Slide 9 - Quizvraag
Übersetz: Voor wiskunde heb ik een zeven.
Slide 10 - Open vraag
nächste
ständig
erklären
Ärger
uitleggen
ruzie
volgende
voortdurend
Slide 11 - Sleepvraag
Voltooid deelwoord opschrijven:
gratulieren - studieren
gratulieren - studieren
A
gegratuliert - gestudiert
B
gratuliert - gestudiert
C
gratuliert - studiert
D
gegratuliert - studiert
