2tm - herhalen klokkijken + ww-er

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui...
- Herhalen klokkijken in het Frans😊
- Herhalen regelmatige ww-re
Doel: Aan het einde van deze les kun je klokkijken in het Frans en de ww op -re vervoegen. 


Janvier
2021

Slide 2 - Tekstslide

Exercise:
Tel in het Frans van 1 t/m 30. Weet je de getallen nog?

Slide 3 - Tekstslide

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
trois
dix
sept
cinq
onze
neuf
quatre
six
un
deux
huit

Slide 4 - Sleepvraag

Instructie:
Je gaat de kloktijden in het Frans herhalen. Je neemt eerst de uitleg door daarna maak je een aantal vragen. De eerste vragen zijn meerkeuze vragen en de laatste vragen zijn open vragen. 

Let erop dat je bij de open vragen begint met een hoofdletter en eindigt met een punt en natuurlijk op je spelling!

Slide 5 - Tekstslide




les heures



Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Il est deux heures.
A
het is 2:00 uur
B
het is 2:15 uur
C
het is 2:30 uur
D
het is 3:00 uur

Slide 18 - Quizvraag

Il est six heures et demie.
A
het is 6:00 uur
B
het is 6:15 uur
C
het is 7:30 uur
D
het is 6:30 uur

Slide 19 - Quizvraag

Il est minuit.
A
het is 00:00 uur
B
het is 12:30 uur
C
het is 11:00 uur
D
het is 12:00 uur

Slide 20 - Quizvraag

Il est dix heures moins le quart.
A
het is 11:00 uur
B
het is 10:15 uur
C
het is 9:45 uur
D
het is 10:45 uur

Slide 21 - Quizvraag

Vertaal: het is 9 uur

Slide 22 - Open vraag

Vertaal: het is 4 uur

Slide 23 - Open vraag

Vertaal: het is kwart over 6

Slide 24 - Open vraag

Vertaal: het is half 9

Slide 25 - Open vraag

Vertaal: het is 12 uur ('s middags)

Slide 26 - Open vraag

Vertaal: het is kwart voor 3

Slide 27 - Open vraag

Ik wil meer oefenen met de kloktijden in het Frans omdat ik het nog niet helemaal begrijp.
A
Ja, dat heb ik nodig
B
Nee, ik begrijp het klokkijken

Slide 28 - Quizvraag

Regelmatige ww op -re
- Alle ww die eindigen op -re maak je op dezelfde manier.
- Er zijn twee regels voor:
1) STAM = hele ww - re
2) STAM + uitgang (zie volgende pagina)
- Bijv. perdre (verliezen), attendre (wachten), répondre (antwoorden), rendre (teruggeven), vendre (verkopen), entendre (horen), descendre (uitstappen)

Slide 29 - Tekstslide

perdre (= verliezen)
Je perds
Tu perds
Il/elle/on perd
Nous perdons
Vous perdez
Ils/elles perdent

Slide 30 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van het ww in:
Tu (vendre) ta maison.
A
vends
B
vend
C
vendons
D
vendent

Slide 31 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van het ww in:
Ils (rendre) les livres.
A
rends
B
rend
C
rendez
D
rendent

Slide 32 - Quizvraag

Ik wil meer oefenen met de kloktijden in het Frans omdat ik het nog niet helemaal begrijp.
A
Ja, dat heb ik nodig
B
Nee, ik begrijp het klokkijken

Slide 33 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van het ww in:
Vous (entendre) la classe?
A
entends
B
entend
C
entendez
D
entendent

Slide 34 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van het ww in:
La fille (rendre) le livre.
A
rends
B
rend
C
rendez
D
rendons

Slide 35 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van het ww in:
Nous (attendre) le prof.
A
attends
B
attend
C
attendons
D
attendez

Slide 36 - Quizvraag

Passé composé (verleden tijd)
De passé composé is de verleden tijd.
Die bestaat uit een hulpww (avoir/être) + voltooid deelwoord.
Het hulpww verandert per ww en onderwerp.
Het voltooid deelwoord blijft hetzelfde.

Bijv. Ik heb verloren = J'ai perdu
Zij heeft verloren = Elle a perdu

Slide 37 - Tekstslide

J'ai perdu
Elle a perdu

Slide 38 - Woordweb

Zet het ww in de goede vorm van de passé composé:
Vous (entendre) ça?
A
as entendu
B
as entendé
C
avez entendu
D
avez entendé

Slide 39 - Quizvraag

Zet het ww in de goede vorm van de passé composé:
J' (vendre) ma maison.
A
ai vendé
B
ai vendu
C
a vendé
D
a vendu

Slide 40 - Quizvraag

Zet het ww in de goede vorm van de passé composé:
Elles (répondre) au prof.
A
a répondé
B
a répondu
C
ont répondé
D
ont répondu

Slide 41 - Quizvraag

Zet het ww in de goede vorm van de passé composé:
Tu (répondre) au prof.
A
ai répondé
B
as répondu
C
as répondé
D
ai répondu

Slide 42 - Quizvraag

Tu as fini? 
Dan mag je verder met de leesvaardigheid. 
Zie LessonUp van 21-1-2021

Slide 43 - Tekstslide