Mentorles week 5: hoe gaat ie? & aantekeningen maken

Hoi 1A!
Welk cijfer geef jij je dag tot nu toe?
1 / 16
volgende
Slide 1: Woordweb
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoi 1A!
Welk cijfer geef jij je dag tot nu toe?

Slide 1 - Woordweb

Hoe zit je de afgelopen dagen in je vel?
Oftewel, hoe voel je je de afgelopen tijd?
Goed
Wel oké
Soms goed, soms niet zo goed
Niet zo goed
Slecht

Slide 2 - Poll

Wat doe jij om jezelf een beetje op te vrolijken in deze gekke tijden? Deel je beste tips!

Slide 3 - Open vraag

Hoe gaat het met je concentratie in de online lessen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Maak je al aantekeningen tijdens de (meeste) online lessen?
Ja
Soms wel, soms niet
Nee

Slide 5 - Poll

Hoe zeker voel je je over de volgende toetsweek?
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

Slide 7 - Tekstslide

Dikke tip: aantekeningen maken tijdens de (online) les

- Waarom? Wanneer?
- Hoe doe je dat goed? Oefenen!

Slide 8 - Tekstslide

Oefenen! - ronde 1
Pak pen en papier. Je docent leest een tekst voor. Schrijf alles op.

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen! - ronde 2
Je docent leest weer een tekst.
Schrijf op hoeveel signaalwoorden je hoort.Wat zijn dat..?!

Slide 10 - Tekstslide

Signaalwoordeen
Maken het verband duidelijk tussen de dingen die de docent zegt. Zodra je die hoort komt er waarschijnlijk belangrijke informatie!

Voorbeelden:
• Hoor je ten eerste, ten tweede, ...? = een opsomming.
• Hoor je eerst, daarna, vervolgens? = in welke volgorde iets is gebeurd.
• Hoor je enerzijds en anderzijds? = een onderwerp van verschillende kanten.
• Hoor je kortom of al met al? = een conclusie of samenvatting.
• Hoor je doordat, de reden voor ... is ... of als gevolg van? = een oorzaak en gevolg uit.
• Hoor je bijvoorbeeld of zoals? = een voorbeeld.

Slide 11 - Tekstslide

Oefenen! - ronde 2
Je docent leest weer een tekst.
Schrijf op hoeveel signaalwoorden je hoort.

Slide 12 - Tekstslide

Oefenen! - ronde 3
 Je docent vertelt verder.
Tijdens het vertellen mag je alleen luisteren, niet schrijven.
• Na elk stukje tekst stopt je docent even.
• Schrijf dan de belangrijkste informatie, de kern, van dat stukje tekst op.

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen! - ronde 4
Kijk naar je aantekeningen van ronde 3. Verkort je aantekeningen.
• Waar kun je afkortingen of symbolen gebruiken?
• Waar is het handig om een markering te gebruiken?
• Schrijf je aantekeningen opnieuw op met afkortingen en symbolen.
• Gebruik kleurtjes om in je aantekeningen te markeren wat belangrijk is.

Slide 14 - Tekstslide

Oefenen! - ronde 5
Gebruik wat je geleerd hebt. Je docent vertelt verder. Maak korte aantekeningen. Schrijf alleen op wat belangrijk is en gebruik afkortingen, symbolen en markeringen.

Slide 15 - Tekstslide

Fijne vakantie!
Geniet ervan :)

Slide 16 - Tekstslide