2H1 woensdag 2 november

Welkom!
Welkom 2H1
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Welkom 2H1

Slide 1 - Tekstslide

Programma van de les 2H1
woensdag 2 november

Programma:

  • Aftrap
  • Aanwezigheid
  • Terugblik vorige les
  • Nakijken huiswerk
  • koppel- en hulpwerkwoorden
  • Afsluiting
Doel van de les:
Ik herken koppel- en hulpwerkwoorden.




Slide 2 - Tekstslide

Allereerst...
Is iedereen aanwezig?

Slide 3 - Tekstslide

Afspraken
  1. Lesboek, schrift en leesboek altijd mee
  2. Stilte tijdens instructie en vragen
  3. Rustige leeromgeving
  4. Afspraak niet nakomen = sanctie

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik vorige les
  • Inleveren boekenmissie
  • Naamwoordelijk gezegd afgerond
  • Begin gemaakt met koppel- hulp- en zelfstandig werkwoorden

Nog een keer? 
Waarmee helpt Zwabbels?

Slide 5 - Tekstslide

Koppel- en hulpwerkwoorden
Hoofdstuk 2 
Bladzijde  60 en 61

Slide 6 - Tekstslide

Er bestaan twee soorten zinnen:

1. Het onderwerp doet iets of deed iets;
2. Het onderwerp is iets.

In zin 1 zit een werkwoordelijk gezegde
In zin 2 zit een naamwoordelijk gezegde. 
Actief of 'staat van zijn'
Het is of/of, niet en/en

Slide 7 - Tekstslide

Je kunt aangeven of een werkwoord een koppel- of hulpwerkwoord of een zelfstandig werkwoord is. 

Werkwoord - Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat. Werkwoorden geven aan in welke tijd de zin staat: de verleden, tegenwoordige of toekomende tijd. Het werkwoord past zich altijd aan aan het onderwerp van de zin
Wat voor soort werkwoord?

Slide 8 - Tekstslide

Je kunt aangeven of een werkwoord een koppel- of hulpwerkwoord of een zelfstandig werkwoord is. 

Zelfstandig werkwoord (ZWW)- geeft aan wat het onderwerp doet (gooien, lopen, vangen, schrijven, denken) - kan alleen in de zin staan.  Hoort in werkwoordelijk gezegde
Hulpwerkwoord(HWW) - kan niet alleen in de zin staan, helpen ZWW of KWW altijd.  Hoort in alle gezegdes
Koppelwerkwoord  (KWW)- koppelt het onderwerp aan hetgeen wat erover gezegd wordt - Hoort in naamwoordelijk gezegde
Wat voor soort werkwoord?
onmogelijk
Het KWW en ZWW kunnen nooit samen in een (enkelvoudige) zin staan

Slide 9 - Tekstslide

Koppelwerkwoord  (KWW)- koppelt het onderwerp aan hetgeen wat erover gezegd wordt - Hoort in naamwoordelijk gezegde

Zijn, worden, blijken, lijken, schijnen, blijven. 

De bal is rond.                     

De jongen wordt dokter.
Wat voor soort werkwoord?

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig werkwoord (ZWW)- geeft aan wat het onderwerp doet (gooien, lopen, vangen, schrijven, denken) - kan alleen in de zin staan. Hoort in werkwoordelijk gezegde

De jongens zouden naar school fietsen

Maar ze zijn van hun fiets gevallen

Ze hebben daardoor verder moeten lopen 
Wat voor soort werkwoord?

Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandig werkwoord (ZWW)

De jongens zouden naar school fietsen
Maar ze zijn van hun fiets gevallen
Ze hebben daardoor verder moeten lopen 

Welke regel kun je uit deze voorbeelden leren?

Wat voor soort werkwoord?

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig werkwoord (ZWW)

De jongens zouden naar school fietsen
Maar ze zijn van hun fiets gevallen
Ze hebben daardoor verder moeten lopen 

Welke regel kun je uit deze voorbeelden leren?

Wat voor soort werkwoord?
Zelfstandig werkwoord is laatste ww in de zin!

Slide 13 - Tekstslide

Nakijken huiswerk
Hoofdstuk 2 
Bladzijde  60 
Opdracht 1 en 2

Slide 14 - Tekstslide

Maken opdracht 3, 4, 5 en 6 blz 61

Klaar?
Verder met  H1 Schrijven bladzijde 18 en 19
Opdracht 1 en 2

Slide 15 - Tekstslide

Afronding
  • Soorten werkwoorden
  • Huiswerk
  • Volgende keer: voorbereiding op toets

Vragen???

Slide 16 - Tekstslide

Einde les

Slide 17 - Tekstslide