Affixes

affixes
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

affixes

Slide 1 - Tekstslide

What do you notice about these words?
impossible
unprepared
unwelcome
nonsense
disbelief
            harder
          dancer
          happiness
            drawing
    advertisement

Slide 2 - Tekstslide

possible          impossible
prepared        unprepared
welcome        unwelcome
sense              nonsense
belief              disbelief

hard            harder
dance          dancer
happy          happiness
draw            drawing
advertise    advertisement

Slide 3 - Tekstslide

Aims of today
At the end of class...

... You can tell what prefixes and suffixes are


Slide 4 - Tekstslide

Prefixes (Voorvoegsels)
Are put before the word 

Change the meaning of the word

Slide 5 - Tekstslide

welcome --> unwelcome
patient --> impatient
logical --> illogical
complete --> incomplete

These prefixes give the word a ___ meaning.
A
negative
B
positive
C
opposite

Slide 6 - Quizvraag

non- / un- / im- / il- / ir- / in- 
Give a word the opposite meaning.

welcome   --> unwelcome
patient       --> impatient
logical       --> illogical
complete   --> incomplete

Slide 7 - Tekstslide

rebuild / return / redo / reminder /
response / recycle / recount

The prefix RE- can often be translated as __ and __.
A
nieuw & verkeerd
B
terug & her
C
nog een keer & niet
D
terug & opnieuw

Slide 8 - Quizvraag

re- 
means 'opnieuw' or 'terug
redo 
recall
rebuild
reminder
response
recycle
recover


Slide 9 - Tekstslide

misheard / disbelief / mistake / dislike / disrespect

The prefixes MIS- and DIS- give the word a ___ or ___ meaning.
A
tegenovergestelde & negatieve
B
tegenovergestelde & dezelfde
C
tegenovergestelde & positieve

Slide 10 - Quizvraag

mis- / dis- 
Give a word a tegenovergestelde or negatieve meaning.
mistake
disbelief
dislike
disrespect
misbehave
misheard



Slide 11 - Tekstslide

prefixes
non- / un- /  im- /  il- / ir- / in- 
Geven een woord een tegenovergestelde betekenis.

re- 
betekent opnieuw (again) of terug (back)

mis- / dis- 
geven een negatieve of tegenovergestelde betekenis aan een woord.

Slide 12 - Tekstslide

Wat komt er voor "possible"
A
Non
B
Dis
C
Im
D
Ir

Slide 13 - Quizvraag

Wat komt er voor "sense"
A
Non
B
Un
C
Ir
D
Dis

Slide 14 - Quizvraag

Wat komt er voor "appear"
A
Un
B
Dis
C
Non
D
Ir

Slide 15 - Quizvraag

Wat komt er voor "play"
A
Mis
B
Re
C
Un
D
Ir

Slide 16 - Quizvraag

Suffixes - Achtervoegsels
Appears behind the root of a word.

Suf = to add something behind

Root of word + suffix = new word
Examples: Useful, happiness, government

Slide 17 - Tekstslide

Common suffixes
Prefix
Meaning
Example
-er
Changes root into the person performing the action
Drive - driver
-ing
Changes the root into a different noun
The paint - The painting
-ment
Changes a verb into a noun
Pay - payment
-ness
Changes adjective/adverb into a noun
Kind - kindness

Slide 18 - Tekstslide

Oefeningen maken 

Slide 19 - Tekstslide

Ik snap de grammar 'affixes'!

Slide 20 - Poll